direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Honthem 52
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPLBUI01005-VG01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met inbegrip van mantelzorg, aan-huis-gebonden-beroepen en agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis;

een en ander met de bijbehorende voorzieningen.

4.1.1 Voorrangsregels

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 14.4.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de tot 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen;
  • b. en de daarbij behorende bijgebouwen, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat gebouwen uitsluitend in het bouwvlak en binnen de bouwaanduiding 'bijgebouwen' mogen worden gebouwd.

4.2.2 Bouwvlak

Regels met betrekking tot het bouwvlak:

  • a. per bouwvlak mag ten hoogste het aangeduide 'maximum aantal wooneenheden' worden gebouwd;
  • b. de voorgevel van een woning mag uitsluitend in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd;
  • c. de voorgevelbreedte van een woning dient tenminste 5.00 m te bedragen;
  • d. in ten hoogste 2 bouwlagen mag worden gebouwd;
  • e. de goothoogte mag ten hoogste 6.50 m bedragen;
  • f. gebouwen mogen plat, met setback of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt;
  • g. vrijstaande woningen dienen aan beide zijden en halfvrijstaande woningen aan één zijde, op ten minste 2.50 m uit de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de omvang van de tweede bouwlaag, wanneer de bouwgrens op minder dan 3.00 m uit de zijdelingse erfafscheiding is gelegen of het bouwvlak dieper is dan 10.00 m.

4.3.1 Toepassing nadere eisen

De nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de herkenbaarheid van de woning als zodanig, van de verkeersveiligheid en van het uitzicht en de privacy van derden, of,
  • in verband met eisen van duurzaam bouwen.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Zijdelingse bouwgrens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.2 ten behoeve van het overschrijden van de zijdelingse perceelsgrens, mits:

  • a. ten behoeve van de verkeersveiligheid, voldoende afstand tot de bestemming 'Verkeer' wordt aangehouden;
  • b. geen onevenredige aantasting van het stedenbouwkundige beeld plaatsvindt;
  • c. dit niet leidt tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap.

met dien verstande dat:

  • 1. ten minste 3.00 m uit de zijdelingse perceelsgrens zal worden gebouwd;
  • 2. de overschrijding van de zijdelingse bouwgrens maximaal 4.00 m mag bedragen;
  • 3. ten aanzien van het gestelde onder a en b kan geen gebruik worden gemaakt van een algemene omgevingsvergunning van 10%.

4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • b. standplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • c. het opslaan van mest(stoffen), waaronder het opslaan van mest in mestzakken, met uitzondering van mestopslag van niet meer dan 10 m³
  • d. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • e. zelfstandige bewoning in bijgebouwen en gebruik anders dan ten dienste van de woonfunctie;
  • f. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • g. recreatieve doeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • h. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijken ten behoeve van consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.5, ten behoeve van het uitoefenen van consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes, mits:

  • a. er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de buurt;
  • b. het woonmilieu niet onevenredig wordt geschaad, dit betekent dat maximaal de bedrijfscategorie 2 is toegestaan (VNG brochure "Bedrijven en milieuzonering");
  • c. er geen extra verkeersmaatregelen of parkeervoorzieningen noodzakelijk worden, dan wel indien extra parkeervoorzieningen noodzakelijk zijn, deze op eigen terrein gerealiseerd kunnen worden;
  • d. er geen zelfstandige vorm van detailhandel (uitgezonderd beperkte verkoop, inherent aan de betreffende activiteit) ontstaat,

met dien verstande dat:

  • 1. ten hoogste 30% van de totale vloeroppervlakte mag worden gebruikt voor het bedrijf, uitgezonderd ter plaatse van beschermde monumenten, karakteristieke bebouwing en bebouwing waarvan handhaving noodzakelijk is voor of ondersteunend is aan handhaving van de stedenbouwkundige structuur, waar het bouwvlak geheel mag worden gebruikt voor het bedrijf onder de voorwaarde dat de woonfunctie voor ten minste 50% van de totale vloeroppervlakte gehandhaafd blijft.