direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Woningen Op den Dries/Bourgogne
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1903.BPKOM13000DRIESMES-OH01

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met inbegrip van mantelzorg en aan-huis-gebonden beroepen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • d. voorzieningen ter ontsluiting en parkeervoorzieningen;
  • e. tuinen, erven, verhardingen.
4.1.2 dubbelbestemmingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 15.1.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - rode contour' geen woningen mogen worden gebouwd voordat is voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1, en de daarbij behorende bijgebouwen en andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
4.2.2 Regels met betrekking tot het bouwvlak

Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' waar bijgebouwen buiten het bouwvlak mogen worden opgericht;
  • b. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal dat is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. de oppervlakte van een woning mag ten hoogste 150 m² bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' waar de oppervlakte van een woning maximaal het aantal aangegeven m² mag bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van woningen mag niet meer bedragen dan 6,00 m respectievelijk 9,00 m;
  • e. de voorgevelbreedte van een woning zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • f. woningen moeten met een kap van ten minste 30° en ten hoogste 60° worden afgedekt.
4.2.3 Regels met betrekking tot bijgebouwen
  • a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd;
  • b. de oppervlakte aan bijgebouwen mag per woning binnen het bouwvlak ten hoogste 100 m² bedragen, met dien verstande dat het bouwperceel per woning niet meer dan 50% mag worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' waar de oppervlakte aan bijgebouwen ten hoogste 175 m² mag bedragen;
  • c. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd met een maximale goothoogte van 3,50 m;
  • d. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten minste 30° en ten hoogste 60° worden afgedekt.
4.2.4 Regels met betrekking tot andere bouwwerken

De bouwhoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 2,60 m bedragen, met uitzondering van de bouwhoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1,00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2,00 m mag bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 4.2 ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de omvang van de bouwmogelijkheden in de kap en ter plaatse van het gedeelte van het bouwvlak aansluitend aan de achtergevel.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Parkeren

Per woning dienen ten minste twee parkeergelegenheden, niet zijn parkeergelegenheden in een bijgebouw, op eigen terrein te worden gerealiseerd.

4.4.2 Verboden gebruik gronden en bouwwerken

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • b. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • c. het opslaan van mest(stoffen), waaronder het opslaan van mest in mestzakken, met uitzondering van mestopslag van niet meer dan 10 m³;
  • d. opslag, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
  • e. bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebruikt ten dienste van de woonfunctie
  • f. zelfstandige bewoning voor zover het betreft bijgebouwen;
  • g. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • h. recreatieve doeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 4.4.2, ten behoeve van het uitoefenen van consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijfjes, mits:

  • a. er geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter van de buurt;
  • b. het woonmilieu niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. dit bedrijven zijn uit de milieucategorie 1 of 2 en er wordt voldaan aan de richtafstanden conform de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering' of , indien niet kan worden voldaan aan de richtafstanden, middels een gedegen onderzoek gemotiveerd wordt afgeweken van de aan te houden richtafstand;
  • d. er geen extra verkeersmaatregelen of parkeervoorzieningen noodzakelijk worden dan wel indien extra parkeervoorzieningen nodig zijn, deze op eigen terrein gerealiseerd kunnen worden;
  • e. er geen zelfstandige vorm van detailhandel (uitgezonderd beperkte verkoop, inherent aan de betreffende activiteit) ontstaat;

met dien verstande dat:

  • f. per woning ten hoogste 30% van het totale vloeroppervlak mag worden gebruikt voor het bedrijf.