direct naar inhoud van 5.3 Nadere toelichting algemene regels
Plan: Woonzorgvoorziening Adullam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1896.BP0036-VS01

5.3 Nadere toelichting algemene regels

5.3.1 anti-dubbeltelbepaling

De anti-dubbelbepaling komt direct uit het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dat sinds 1 juli 2008 geldt. In artikel 3.2.4 Bro is de redactie van deze planregel vastgelegd. Hier is de anti-dubbelbepaling opgenomen teneinde een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Dit zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat reeds bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

5.3.2 specifieke gebruiksregels

In deze bepaling is een algemeen gebruiksverbod voor gronden en bouwwerken vastgelegd. In beginsel is de doeleindenomschrijving van de betreffende bestemming bepalend. Het gebruiken van gronden voor opslag buiten de bouwwerken is verboden. Ook is de zogenaamde toverformule opgenomen met het oog op artikel 3.1 Wro, artikel 3.6 Wro en constante jurisprudentie. Dit houdt in dat burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van de gebruiksvoorschriften, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.3.3 algemene afwijkingsregels

In deze bepaling is aan burgemeester en wethouders op basis van artikel 3.22 Wro een bevoegdheid toegekend voor een aantal met name genoemde situaties. Indien de verbeelding niet geheel blijkt overeen te stemmen met de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan teneinde afwijkingen op ondergeschikte punten mogelijk te maken. De bepaling geeft de voorwaarden aan waaronder een dergelijke omgevingsvergunning kan worden verleend. Het verlenen van een omgevingsvergunning voor dergelijke situaties mag geen automatisme zijn. Burgemeester en wethouders zullen het verlenen van de omgevingsvergunning moeten afwegen en motiveren conform het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht.

5.3.4 toelichting op het overgangsrecht

Over in bestemmingsplannen opgenomen overgangsrecht bestaat een uitgebreide jurisprudentie. Niet alleen uitgebreid in omvang maar ook zeer divers door de gebleken nuancering van het overgangsrecht. Met de inwerkingtreding van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) per 1 juli 2008 gelden de in de paragraaf 3.2 Bro ‘standaardregels voor bestemmingsplannen’, voor overgangsrecht geldende regels. De regels voor bouwwerken zijn in artikel 3.2.1 Bro en voor gebruik in artikel 3.2.2 Bro vastgelegd. In bestemmingsplannen die na 1 juli 2008 voor ontwerp ter inzage worden gelegd, dienen deze regels voor het overgangsrecht te worden opgenomen. Zo ook voor dit bestemmingsplan.