Plan: | Bestemmingsplan buitengebied Zwartewaterland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1896.BP0035-VS01 |
Ruimtelijke kwaliteit heeft betrekking op alle sectorale ontwikkelingen die in de voorgaande hoofdstukken beschreven. Het moet als het ware verankerd zijn in de wijze waarop de voornoemde sectoren zich ontwikkelen. Ruimtelijke kwaliteit is een resultante van een zorgvuldig ontwikkelingsproces.
Het belang van ruimtelijke kwaliteit is groot en daarom verdient het ook apart aandacht in dit hoofdstuk.
2.13.1 Ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied
Ruimtelijke kwaliteit ontstaat in de beleving van mensen en is het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen. De IJssel en het Zwartewater hebben het gebied in de loop der eeuwen vormgegeven waarna het door mensen in cultuur is gebracht. De ruimtelijke kwaliteit wordt bepaalde door gebruikswaarde, belevingswaarde en het toekomstig waardepotentieel.
Waar nodig structureert het bestemmingsplan buitengebied de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van plekken door afwegingsmomenten in te bouwen in afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden en daarin de ruimtelijke kwaliteit als uitgangspunt te nemen. Voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit wordt ingezet op het leggen van verbindingen tussen bestaande gebiedskwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen.
2.13.2 Kwaliteit in Provinciaal Omgevingsbeleid
De Omgevingsverordening Overijssel 2009 vraagt gemeenteraden om in elk bestemmingsplan te onderbouwen dat de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit. De provincie richt zich daarmee op het resultaat (doel) en niet op het middel.
Richtinggevende uitspraken van de Provincie geven aan hoe kwaliteitsambities van provinciaal belang gerealiseerd kunnen worden. Gemeenteraden kunnen hier echter gemotiveerd van afwijken mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief van de gemeente de Provinciale kwaliteitsambities even goed of zelfs beter worden gerealiseerd.
Bestemmingsplannen moet conform de Omgevingsverordening onderbouwen:`
De provinciale principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik vragen initiatiefnemers van nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied tevens:
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
De Provincie Overijssel hanteert een “uitvoeringsmodel” om haar ambities zoals gesteld in de Omgevingsvisie te realiseren. Uitgangspunt daarbij is dat alles kan, mits passend binnen de Provinciale kaders.
![]() |
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Provincie Overijssel
Voor nieuwe ontwikkelingen dienen volgens het uitvoeringsmodel onderstaande stappen in ogenschouw te worden genomen:
In het plangebied zijn dit:
Tenslotte dient bezien te worden of de beoogde ontwikkelingen goed in te passen zijn en aansluiten bij de gebiedskenmerken. Deze gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. De Provincie onderscheidt 4 lagen:
Een voorbeeld ter verduidelijking:
'Polderlandschap': Op het Kampereiland krijgen de beeldbepalende landschapselementen, zoals huisterpen, bosjes, bochtige wegen, karakteristieke erven en beeldbepalende open ruimten daartussen, een beschermende bestemmingsregeling, gericht op instandhouding van dit historische patroon.' Het provinciaal belang is hier de instandhouding van de kenmerkende ruimtelijke structuur. Deze structuur wordt gedragen door de diverse landschapselementen, maar die hoeven niet eeuwig als zodanig precies geconserveerd te worden om het kenmerkende patroon in stand te houden. De provincie schrijft het resultaat voor en de gemeente kan daarbinnen beslissen op welke wijze ze dat realiseert. Dat biedt ruimte voor ontwikkeling met behoud van de gebiedsspecifieke kwaliteiten.
Overzicht van gebiedskenmerken van de 4 lagen in het plangebied.
Laag O2 | Eenheid O2 | IJsseldelta + overig Zwartewaterland |
Natuurlijke laag | Dekzandvlakte en ruggen | Slagenlandschap en rivierenlandschap (ten Z.O. van Hasselt, Vecht t.h.v. Zwolle) |
Laagveengebieden (in cultuur gebracht) | Polder Mastenbroek, Kraggen- en Slagenlandschap, Rivierenlandschap | |
Laagveenrestanten | Kraggenlandschap ten N.O. van Zwartsluis | |
Rivierengebied- rivier en uiterwaarden | Rivierenlandschap IJssel, Zwartewater, Vecht en Ganzendiep | |
Oeverwallen | Polder Mastenbroek t.h.v. IJsselmuiden, Rivierenlandschap langs IJssel en Vecht | |
Komgronden | Polder Mastenbroek en Rivierenlandschap | |
Zeekleigebied en randmeren | Kampereiland en buitenpolders | |
Agrarisch cultuurlandschap | Maten en vlierenlandschap | Rivieren- en Slagenlandschap, t.h.v. 's Heerenbroek en Z.O. Zwartewaterland |
Laagveenontginningen | Polder Mastenbroek, Slagenlandschap | |
Kraggenlandschap | Kraggenlandschap ten N.O. van Zwartsluis | |
Rivierenlandschap | Rondom IJssel, Vecht, Zwartewater en Ganzendiep | |
Oeverwallen | Rivierenlandschap langs IJssel, Vecht en Zwartewater | |
Zeekleilandschap | Polder Mastenbroek en buitenpolders | |
Stedelijke laag | Dorpen en buurtschappen | Wegdorpen (dijklint) |
Verspreide bebouwing | Erven | |
Infrastructuur | Gebiedsontsluitings- en erftoegangswegen, informeel trage netwerk, “Kamperlijntje” | |
Kanalen en vaarten | IJssel en Zwartewater | |
Lust& leisure | Gebieden voor verblijfsrecreatie | Seveningen nabij Kampen |
Recreatieve routes en vaarwegen | Zie informeel trage netwerk | |
Stads- en dorpsfronten | IJsselfront Kampen, Kamperzeedijk, Zwartewaterfront Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis | |
Stads en dorpsranden | Stadsfront Stadshagen | |
Balkons en belvedères | Balkon kruising Vecht en Zwartewater | |
Bakens in de tijd | Nog ongeïnventariseerd |
Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving
Als concrete uitwerking van het provinciaal omgevingsbeleid (O2) heeft de provincie Overijssel het Werkboek Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving ontwikkeld. Hiermee is het eerdere detailkader van Rood voor Rood, Rood voor Groen en Nieuwe landgoederen vervallen. Uitgangspunten zijn dat ontwikkelingsruimte en (ruimtelijke) kwaliteitsprestaties in evenwicht moeten zijn (1) en dat elke ontwikkeling bij dient te dragen aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit (2) – conform de benoemde gebiedskwaliteiten.
Voor nieuwe en grootschalig functies in het buitengebied geldt dat indien deze kwaliteitsverbetering niet op “eigen erf” kan worden bereikt (via landschappelijke inpassing), compensatie in de omgeving moet worden gerealiseerd. Grootschalig is:
Voor elke nieuwe ontwikkeling wordt een basisinspanning gevraagd, namelijk ten minste landschappelijke inpassing. Ruimtelijke inpassing betekent niet dat er historiserend moet worden ontworpen. Compensatie voor nieuwvestiging en grootschalige ontwikkelingen moet gebiedsconform zijn en kan bestaan uit onder andere:
2.13.3 Gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid
De gemeenten omarmen het provinciale streven naar meer ruimtelijke kwaliteit van harte. Nieuwe initiatieven zullen door de IJsseldelta gemeenten worden beoordeeld op de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitswinst wordt beoogd en als de ontwikkelingsruimte voor de nieuwe functie en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in balans zijn. Van de grootschalige ontwikkelingen die hierboven genoemd zijn is alleen de uitbreidingsmogelijkheid voor agrarische bouwblokken groter dan 1,5 hectare in dit bestemmngsplan opgenomen. Als dit voldoende is geborgd, wordt medewerking verleend en de planologische procedure opgestart.
2.13.4. Uitgangspunten
- behoud door ontwikkeling;
- elke ontwikkeling met aanzienlijke ruimtelijke impact leidt tot versterking ruimtelijke kwaliteit,
ontwikkeling en kwaliteitsverbetering zijn in balans.