4.2 Bedrijven en milieuzoneringen
Het aspect bedrijven en milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op ruimtelijke ontwikkelingen. Deze invloed is afhankelijk van de afstand tussen een gevoelige bestemming en bedrijvigheid. Milieugevoelige bestemmingen zijn gebouwen en terreinen die naar hun aard bestemd zijn voor het verblijf van personen gedurende de dag of nacht of een gedeelte daarvan, bijvoorbeeld woningen.
Bij een ruimtelijke ontwikkeling kan sprake zijn van reeds aanwezige bedrijvigheid en van nieuwe bedrijvigheid. Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een juiste plek in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven komen te staan. In beide gevallen zorgt het aspect milieuzonering ervoor dat bedrijven op een juiste afstand van een gevoelige bestemming komen te staan, met als doel het waarborgen van de veiligheid en het garanderen van de continuïteit van de bedrijven.
Het belang van milieuzonering wordt steeds groter aangezien functiemenging steeds vaker voorkomt. Hierbij is het motto: 'Scheiden waar het moet, mengen waar het kan'.
Milieuzonering is niet bedoeld voor het beoordelen van bestaande situaties waarbij gevestigde milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies op minder dan de richtafstand van elkaar staan, maar wordt alleen toegepast bij nieuwe ruimtelijk ontwikkelingen.
Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie, te weten: geluid, geur, gevaar en stof. De mate waarin de milieuaspecten gelden en waaraan de milieucontour wordt vastgesteld, is voor elk type bedrijvigheid verschillend. De 'Vereniging van Nederlandse Gemeenten' (VNG) geeft sinds 1986 de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering'
[1] uit. In de brochure, ook wel het 'Groene boekje' genoemd, is een lijst opgenomen, met daarin de minimale richtafstand tussen een gevoelige bestemming en bedrijven. In totaal zijn er 600 verschillende type bedrijvigheid opgenomen elke met een eigen milieucategorie.
Afwijken van de richtlijnafstanden is mogelijk. De VNG biedt die initiatiefnemers de mogelijkheid om, ondanks de vastgestelde richtlijnen, een gevoelige bestemming binnen de contour van een bedrijf te plaatsen. Hiervoor moet dan wel middels onderzoeken worden aangetoond dat er voor het betreffende plangebied of bedrijf geen sprake is van een overschrijding van de grenswaarden.
Onderhavig plan voorziet in de bouw van een kerk binnen bestaand stedelijk gebied en een parkeerterrein ten behoeve van de kerk in het buitengebied. De geplande kerk, welke mogelijk gemaakt wordt door middel van onderhavig bestemmingsplan, valt volgens het 'Groene boekje' onder milieucategorie 2. Belangrijke milieuaspecten zijn geluid en verkeersaantrekkende werking. Op basis van deze indeling zal tussen de kerk en milieugevoelige objecten 30 meter aangehouden moeten worden. Uit de bouwplannen blijkt dat binnen de milieucontour van 30 meter geen gevoelige objecten zijn gesitueerd. In de geluidsparagraaf (4.3) zal nader in worden gegaan op de mogelijke geluidhinder die de ontwikkeling van de kerk en het parkeerterrein kan veroorzaken.
Conclusie
De geplande kerk betreft zelf geen milieugevoelig object in het kader van ‘bedrijven en milieuzonering’. Er hoeft daardoor geen rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door omliggende bedrijfsactiviteiten op de kerk. De kerk zelf levert op basis van de gehanteerde indeling van de VNG uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' milieuhinder (geluid) op. Er dient een afstand van 30 meter aangehouden te worden ten op zichten van milieugevoelige objecten. Uit raadpleging van de bouwplannen blijkt dat er binnen deze afstand geen milieugevoelige objecten zijn gesitueerd. Milieuzonering vormt derhalve geen grond van belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling van de kerk.
[1] VNG (maart 2009) Bedrijven en Milieuzonering; handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspratijk