direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen - Wooncentrum
Plan: Nieuwolda - 't Hamrik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1895.13BP0002-0401

Artikel 3 Wonen - Wooncentrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van een woon-/zorgcentrum in combinatie met zorggerelateerde en maatschappelijke voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. paden;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw zullen uitsluitend de in lid 3.1 sub a. genoemde gebouwen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. een hoofdgebouw moet ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' met één gevel in, dan wel tot maximaal 5,00 m achter de gevellijn worden gebouwd;
  • d. een bouwvlak zal voor ten hoogste 80% worden bebouwd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' zullen de goot- en bouwhoogte van een gebouw ten hoogste de aangegeven hoogte bedragen.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan, ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid; en
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.2.1 sub b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits
    • 1. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte van het hoofdgebouw niet meer dan 10% van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw bedraagt;
    • 2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.