Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: bestemmingsplan Noordelijke Vaarverbinding Oldambt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1895.01BP0002-0401

Artikel 13 Waarde - Geomorfologie

13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde – Geomorfologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en instandhouding van de aanwezige glaciale rug.
13.2 Specifieke gebruiksregels
  1. Agrarische werkzaamheden als diepploegen, egaliseren en afschuiven zijn verboden;
  2. Het doorsnijden van de glaciale rug is slechts toegestaan ten behoeve van de aanleg van de Noordelijke Vaarverbinding, mits een gedetailleerd inrichtingsplan wordt overhandigd, waarbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. de aardkundige waarden zijn in kaart gebracht;
    2. de kernkarakteristieken van het landschap zijn in kaart gebracht;
    3. er wordt inzicht geboden in de wijze waarop rekening wordt gehouden met de kernkarakteristieken van het landschap en de aardkundige waarden;
    4. bij verlies van de beschreven waarden, worden deze gedocumenteerd alvorens de doorsnijding plaatsvindt;
    5. tevens dient te worden beschreven welke maatregelen worden getroffen ter compensatie van het verlies van de beschreven waarden; 
    6. de zichtbaarheid van het reliëf blijft gehandhaafd.
13.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  1. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde of van werkzaamheden, het onderstaande uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
    1. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen;
  2. Het verbod als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    1. het normale onderhoud en het normale agrarische gebruik betreffen;
    2. reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
    3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
    4. aanvaardbaar zijn op basis van een eerder onderzoek waaruit is gebleken dat ter plaatse geen geomorfologische waarden aanwezig zijn;
    5. worden uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van de Noordelijke Vaarverbinding.