direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen - 2
Plan: Kern Maasbree
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0070-VG01

Artikel 19 Wonen - 2

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. een beroep of bedrijf aan huis, overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.3.3;
  • c. evenementen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 19.3.2;
  • d. tuinen, erven en verhardingen;
  • e. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

De totale oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken mag maximaal 60% van het bouwperceel bedragen.

19.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. er mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • b. het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangeduide aantal woningen;
  • c. de oppervlakte van het bouwperceel mag niet minder bedragen dan 750 m²;
  • d. de afstand van de voorgevel van de woning tot de naar de weg toe gekeerde grens van het bouwperceel mag niet minder dan 5 meter bedragen en niet meer dan 8 meter bedragen;
  • e. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder dan 3 meter bedragen.
  • f. de afstand van de woning tot de achterste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 meter;
  • g. de goothoogte van de woningen mag niet meer bedragen dan 7 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwing’ de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 meter;
  • h. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwing’ de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 9 meter;
  • i. de dakhelling van de kap mag niet meer dan 75° bedragen;
  • j. de diepte van het woning, gemeten vanaf de voorgevelrooilijn, mag niet meer bedragen dan 15 meter;
  • k. voor de voorgevelrooilijn mogen uitsluitend uitbouwen in de vorm van erkers, balkons of luifels worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1,5 meter mag bedragen;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m².

19.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • b. het gezamenlijke oppervlak aan bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 120 m² bedragen, waarbij de gronden achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw voor niet meer dan 60% mogen worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3,5 meter;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • e. de dakhelling van de kap mag maximaal 75° bedragen;
  • f. het dak van een bijbehorend bouwwerk dat is gebouwd op de perceelsgrens dient vanuit de perceelsgrens op te lopen;
  • g. in geval een bijbehorende bouwwerk op een hoekperceel wordt gebouwd, mag de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens niet minder dan 3 meter bedragen;
  • h. één der zijstroken dient vrij van bijbehorende bouwwerken te blijven, waarbij ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwing’ de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de zijdelingse perceelsgrens niet minder mag bedragen dan 2 meter;
  • i. ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwing’ mag de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de achterste perceelsgrens niet minder bedragen dan 3 meter.

19.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

19.3 Specifieke gebruiksregels
19.3.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. kamerverhuur;
  • d. woningsplitsing;
  • e. evenementen, behoudens toegestaan krachtens artikel 19.3.2;
  • f. verblijfsrecreatie, behoudens bestaande bed en breakfasts;
  • g. buitenopslag;
  • h. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  • i. seksinrichtingen.

19.3.2 Evenementen

Evenementen zijn maximaal drie keer per jaar toegestaan voor de duur van maximaal drie aaneengesloten dagen per evenement, inclusief op- en afbouw.

19.3.3 Beroep en bedrijf aan huis

Een beroep of bedrijf aan huis bij de woning, als opgenomen in het 'Overzicht beroep of bedrijf aan huis' (bijlage 2 bij deze regels) of hiermee naar aard en omvang gelijk te stellen beroepen en bedrijven, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de woonbestemming en is toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
  • b. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
  • c. de woonfunctie van het perceel primair blijft c.q. in overwegende mate aanwezig blijft;
  • d. degene die gebruiker van de woning is tevens degene is die het beroep of bedrijf aan huis uitoefent;
  • e. maximaal 40 % van de begane grondvloeroppervlakte en de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mogen worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en bedrijven met een maximum van:
    • 1. 25 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
    • 2. 35 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1500 m²;
    • 3. 45 m² bij bouwpercelen vanaf 1500 m²;
  • f. het gebruik geen ernstige hinder voor het woonmilieu oplevert c.q. geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of de buurt;
  • g. het gebruik geen dusdanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft welke kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • h. in voldoende mate wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
  • i. de bedrijvigheid niet vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet aantast;
  • j. internetverkoop slechts is toegestaan indien er geen uitstalling ten verkoop plaatsvindt en de te verkopen producten niet ter plaatse bezichtigd en afgehaald kunnen worden;
  • k. in de woning of de voor de woonfunctie bestemde bijbehorende bouwwerken mag maximaal 50 m² gebruikt worden ten bate van internetverkoop waarbij ter plaatse opslag en verzending plaatsvindt. Internetverkoop waarbij ter plaatse alleen de elektronische transactie plaatsvindt en geen opslag en verzending plaatsvindt is zonder meer toegestaan;
  • l. er geen detailhandel plaatsvindt, behoudens beperkte verkoop in het klein in direct verband met het aan huis gebonden beroep/bedrijf;
  • m. er geen buitenopslag plaatsvindt;
  • n. reclame-uitingen ten dienste van het beroep of bedrijf aan huis beperkt blijven tot het plaatsen van een bord met als maximale afmetingen 1 meter x 0,5 meter aan de voor- of zijgevel of in de voor- of zijtuin op een hoogte van maximaal 2 meter. Neon- of andere lichtreclame is in dit kader niet toegestaan.

19.3.4 Parkeren

Ten aanzien van het parkeren dient per woning ruimte gereserveerd te worden voor minimaal twee parkeerplaatsen van ten minste 10 m² met een oppervlakte van elk van tenminste 2,40 bij 4,20 meter op eigen terrein. Een garage wordt daarbij niet meegerekend als parkeerplaats.


19.4 Afwijken van de gebruiksregels
19.4.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van kamerverhuur

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.3.1 ten behoeve van het gebruik als kamerverhuur in de woning, mits:

  • a. het gebruik geen overlast voor het woonmilieu oplevert en geen onevenredige afbreuk doet aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • b. het gebruik naar de aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming is;
  • c. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Indien niet op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien, dient te worden aangetoond dat elders in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

19.4.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg en inwoning

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.3.1 voor het gebruik ten behoeve van mantelzorg en inwoning door maximaal twee personen in de woning en/of de bijbehorende bouwwerken, mits:

  • a. er geen tweede woning ontstaat;
  • b. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat;
  • c. er geen aparte aansluiting op de nutsvoorzieningen mogen worden getroffen;
  • d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de verkeersveiligheid;
    • 2. het woon- en leefklimaat;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de omgevingsvergunning na beëindiging van de situatie zal worden ingetrokken en het bijbehorend bouwwerk niet meer mag worden gebruikt voor bewoning/mantelzorg.

19.4.3 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van bed en breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.3.1 voor het gebruik ten behoeve van een bed en breakfast in de woning (met uitzondering van appartementen, flats of duplexwoningen) en/of in de bijbehorende bouwwerken, mits:

  • a. het gebruik uitsluitend plaatsvindt in de woning en de bijbehorende bouwwerken die op maximaal 15 meter van de woning zijn gelegen;
  • b. de exploitant van het bed en breakfast de hoofdbewoner is van de woning;
  • c. maximaal 80 m² mag worden ingericht voor bed en breakfast, met dien verstande dat de woning een inhoud heeft van minimaal 450 m³ en een bewoonbare oppervlakte van minimaal 120 m²;
  • d. er per bouwvlak maximaal 4 slaapplaatsen in maximaal twee slaapkamers worden toegestaan;
  • e. het ontbijt wordt in de slaapkamer of in een gezamenlijke ruimte genuttigd;
  • f. door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering mag de bed en breakfast-voorziening niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik.