Plan: | 's-Gravenweg 224a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.WpsGravenweg224a-Va01 |
Het wijzigingsplan ''s-Gravenweg 224a' met identificatienummer NL.IMRO.1892.WpsGravenweg224a-Va01 van de gemeente Zuidplas.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013', vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas op 11 juni 2013.
Een uitbreiding van het hoofdgebouw waarbij een andere ruimte wordt gecreëerd of een bestaande ruimte wordt vergroot en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, alsmede kappers, schoonheidssalons, hondentrimsalons en pedicures die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
Het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied, die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
Openbaar toegankelijk gebied evenwijdig gelegen lijn, die het hoofdgebouw raakt:
Een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
Onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
De aan een gebied toegekende waarden in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Indien het percentage een bouwperceel betreft:
Een overnachtingaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf en het serveren van een ontbijt, niet zijnde de uitoefening van een hotel, pension of ander bedrijf . Hieronder wordt niet verstaan het overnachten, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijk of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van onderbouw (kelder) en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Gelegenheid waar handel in en/of gebruik van softdrugs plaatsvindt.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Een constructie ter vergroting van een hoofdgebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek dat al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen.
Bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het wijzigingsplan die inrichting niet verbiedt.
De grens tussen erven.
Een uitbouw in één bouwlaag aan de voor- en/of zijgevel van een hoofdgebouw.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gebouwen die dienen ter bewoning of een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
Geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder.
Een gebouw dat, door zijn constructie en/of afmeting, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
Een horeca-inrichting als bedoeld in de bij het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013', in de bijlage bij de regels behorende lijst van horeca-categorieën Horecabeleid Zuidplas.
Eén persoon een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep van personen van beperkte omvang, die bij verblijf in een zelfstandige woning of een recreatiewoning de daar aanwezige essentiële woonvoorzieningen deelt.
Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek.
De volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°.
Het bieden van zorg aan een persoon die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch en commercieel verband.
Voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-. water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen.
Een bouwwerk met een open constructie met maximaal één gesloten wand.
De geometrisch bepaalde lijn, die de grens vormt van het plan.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Dee Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging die als bijlage van deze regels deel uit maakt.
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De hoogte van de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw weergegeven ten opzichte van de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
De gevel van het (oorspronkelijke) hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
De denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen; bij een hoekperceel wordt de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel, die naar de weg of openbaar groen is gekeerd ook beschouwd als voorgevellijn.
De maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of Besluit geluidhinder.
Een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning of functie. Een vrijstaande woning heeft minimaal aan drie zijden een privé-buitenruimte, die bovendien langs twee van de gevels gemiddeld ten minste 2,5 m breed is (eventueel bebouwd met een schuur of garage).
Het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
Een ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Een gevel van het oorspronkelijke hoofdgebouw die voor- en achtergevel met elkaar verbindt.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
Het deel van het bouwblok uitgedrukt in procenten dat gebouwd mag worden.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 3.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een landschapsdeskundige.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen als genoemd in 4.1 gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - achterkavel' mogen ten hoogste twee bouwvolumes worden gebouwd, waarvoor de volgende regels gelden:
Behoudens het bepaalde in 4.2.3 gelden voor bijbehorende bouwwerken zoals het bouwen van aan-, uit- en bijgebouwen de volgende regels:
Voor het bouwen van overkappingen gelden, voor zover vallend/passend binnen het bepaalde in 4.2.4 onder b, de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4, sub b, voor het overschrijden van de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen, ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 8 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor wonen indien ventilatieopeningen, ventilatiesystemen en luchtbehandelingsinstallaties in de woning door bewoners kunnen worden afgesloten en uitgeschakeld bij calamiteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van wonen - Parkeren': de aanleg en in stand houding van parkeervoorzieningen op eigen terrein.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde 4.1, onder a, teneinde de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijven in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mogelijk te maken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4 onder a, teneinde bewoning in vrijstaande bijgebouwen mogelijk te maken ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Bouwwerken in andere bestemmingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 van dit artikel en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in gronden ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, airco-units, warmtepompen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2.1, voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
Voor het bouwen van zwembaden gelden de volgende regels:
Het is verboden de in de artikelen 3 tot en met 5 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de doeleinden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan om een Bed & Breakfast toe te staan in (burger)woningen binnen de bestemmingen als bedoeld in Hoofdstuk 2, indien dit niet op grond van een andere bepaling in dit plan toegestaan is, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en/of het wijzigen van de functie van gebouwen en/of gronden wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw en/of gronden in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij gelden de parkeernormen, zoals vastgelegd in de op 5 november 2019 vastgestelde 'Nota Parkeernormen 2019'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient getoetst te worden aan diens rechtsopvolger.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij wordt uitgegaan van de ASVV 2012 van het CROW. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient getoetst te worden aan diens rechtsopvolger.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.1:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan 's-Gravenweg 224a van de gemeente Zuidplas.