direct naar inhoud van 6.5 Bodem
Plan: Kandt en Schotte
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.WpKandtenSchotte-VA01

6.5 Bodem

6.5.1 Kader

De bodemkwaliteit is in het kader van een bestemmingsplan of wijzigingsplan van belang indien er sprake is van functieveranderingen of een ander gebruik. De bodem moet geschikt zijn voor de nieuwe functie.

Het doel van de Wet Bodembescherming is het behoud en de verbetering van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. In geval van graafwerkzaamheden is een bodemonderzoek aan de orde om te bepalen of eventuele vervuilde grond gesaneerd dient te worden. Voor het wijzigingsplan heeft dit voornamelijk betekenis voor zover nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan.

6.5.2 Plangebied

Met het wijzigingsplan wordt het mogelijk gemaakt dat de gronden gebruikt mogen worden ten behoeve van bedrijfsdoeleinden. In augustus 2011 is er een verkennend bodemonderzoek verricht voor het plangebied (bijlage 3) door AT Milieuadvies B.V. De resultaten van het onderzoek zijn als volgt:

  • 1. In de kleiige bovengrond zijn licht verhoogde concetraties voor koper, kwik, lood, molybdeen, zink en hexachloorbenzeen aangetoond. Plaatselijk is een licht verhoogde concentratie voor som aldrin/dieldrin/endrin aangetoond.
  • 2. In de kleiige ondergrond zijn plaatselijk licht verhoogde concentraties voor molybdeen aangetoond.
  • 3. In het grondwater zijn licht verhoogde concetraties voor barium en nikkel aangetoond en zijn licht verhoogde concentraties naftaleen vastgesteld. Plaatselijk in in het grondwater een sterk verhoogde concentratie nikkel aangetoond. De bodemlaag ter plaatse van de peilbuisfilter was niet verontreinigd met nikkel. Ook is er geen potentiele bron van verontreiniging van nikkel op de locatie bekend.Het verhoogde gehaalte kan een natuurlijke oorzaak hebben. Nader onderzoek naar de verhoogde concentratie wordt niet zinvol geacht.
  • 4. In de kleiige ondergrond ter plaatse van de drie slootdempingen zijn licht verhoogde concentraties voor koper, kwik, lood, molybdeen, zink en PAK aangetoond.
  • 5. Op één plaats, op het westelijke deel van de locatie, is asbesthoudend materiaal aangetroffen op het maaiveld. Geadviceerd wordt om op deze plek een indicatief asbestonderzoek uit te voeren.

Conclusie bodem

  • a. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er geen aanleiding voor de uitvoering van een nader onderzoek of het nemen van saneringsmaatregelen.
  • b. De aangetroffen concentraties in de grond en in het grondwater vormen geen beperking voor het gebruik van de locatie.
  • c. Geadviseerd wordt al het asbesthoudende materiaal op het terrein te verwijderen en ter plaatse een indicatief asbestonderzoek uit te voeren.

De milieudienst Midden-Holland (het Intergemeentelijke samenwerkingsorgaan Midden-Holland, ook wel de ISMH genoemd) heeft het rapport getoetst. Zij delen de menning dat er een asbestonderzoek uitgevoerd moet worden. Nader onderzoek naar de verontreiniging in de bodem en het grondwater is niet nodig.