Plan: | Uitbreiding glastuinbouwgebied Herenweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.WpHerenwegMKP-Ow01 |
Het wijzigingsplan 'Uitbreiding glastuinbouwgebied Herenweg' met identificatienummer NL.IMRO.1892.WpHerenwegMKP-Ow01 van de gemeente Zuidplas.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Het bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' met identificatienummer NL.IMRO.BpTweemansWVMKP-On01 van de gemeente Zuidplas, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 30 oktober 2012 en deel onherroepelijk sinds 14 augustus 2014.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van een ambachtelijk bedrijf of ambachtelijk bedrijfsactiviteiten, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend,
De uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bouwwerken kan worden uitgeoefend, waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten.
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
Een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren, waarbij de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengingsvermogen van de grond.
Een agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming, waarbinnen dit agrarische gebruik is toegestaan, niet zijnde intensieve veehouderij of loonwerkbedrijf.
Een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door het bevoegd gezag te stellen kwalificaties.
Onderzoek in het kader van de archeologische monumentenzorg verricht door een gecertificeerde dienst, bedrijf of instelling en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
De aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen uit oude tijden.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een grens van een bouwperceel, welke niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.
Indien het percentage een bestemmingsvlak betreft:
indien het percentage een bouwperceel betreft:
Het bebouwingspercentage wordt slechts berekend over het gedeelte van het bestemmingsvlak of het bouwperceel, waarbinnen de bouwwerken mogen worden gebouwd.
Een woning in of bij een gebouw of bij een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Het geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van de kelder, onderbouw, zolder en vliering.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Bruto-oppervlakte als bedoeld in NEN2580.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Een uitbouw in één bouwlaag aan de voor- en/of zijgevel van een hoofdgebouw.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gebouwen die dienen ter bewoning of een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
Geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder.
Een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarbij de productie geheel of overwegend gericht is op het telen van gewassen in kassen, welke ter plaatse (overwegend) permanent aanwezig zijn.
Een gebouw dat, door zijn constructie en/of afmeting, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
Een horeca-inrichting als bedoeld in Bijlage 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende lijst van Horeca-categorieën horecabeleid Zuidplas.
Eén of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid. Bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
Bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
Het bieden van zorg aan een persoon die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband en commercieel verband.
Voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, kampeermiddelen, loodsen, keten en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
Een bijbehorend bouwwerk met een open constructie met maximaal één gesloten wand.
De geometrisch bepaalde lijn, die de grens vormt van het plan.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
De Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt, zoals opgenomen in Bijlage 2.
Erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied.
De gevel van het (oorspronkelijke) hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op de uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
De denkbeeldige lijn die loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Het houden van verblijf of het gehuisvest zijn in een woning.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De verticale projectie van het dakvlak.
Vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met daarbij behorend(e):
Op of in de tot ‘Agrarisch’ bestemde gronden gelden de volgende algemene bouwregels:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, geen kassen zijnde, gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van kassen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Ter uitvoering en met inachtneming van het bepaalde in 3.2 kan het bevoegd gezag bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels – mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad – nadere eisen te stellen, ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (bebouwings- en verkavelingkarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder e, voor het overschrijden van de maximaal toegestane oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 onder a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De in 3.4.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
De gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor wonen en/of bedrijf indien ventilatieopeningen, ventilatiesystemen en luchtbehandelingsinstallaties in een nieuwe woning c.q. bedrijf door bewoners/ gebruikers kunnen worden afgesloten en uitgeschakeld bij calamiteiten.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9, sub g, teneinde bewoning in vrijstaande bijgebouwen mogelijk te maken ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 en toestaan dat verbrede landbouw en/of nevenactiviteiten worden uitgeoefend, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 en toestaan dat kleinschalige detailhandel en/of horeca worden uitgeoefend, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder c, teneinde de uitoefening van aan huis verbonden bedrijven in de bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken mogelijk te maken, met dien verstande dat:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
Op de in 4.1 bedoelde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van waterstaatkundige aard, zoals keerwanden, beschoeiingen, duikers, bruggen en dergelijke.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Bouwwerken in andere bestemmingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 van dit artikel en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in gronden ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 5.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Bouwwerken in andere bestemmingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2 van dit artikel en toestaan dat in de andere bestemmingen bouwwerken worden gebouwd, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in gronden ter plaatse van de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (laten) voeren:
Het verbod van lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits wordt voldaan aan één van onderstaande voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,00 meter bedraagt.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3.1 sub b, voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van niet meer dan 10 meter onder peil, onder de voorwaarde dat:
Voor het bouwen van nieuwe woningen geldt, in afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 het volgende:
Tot een met de bestemmingsregels strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuwe bouwwerken op de in 10.1 bedoelde gronden:
In afwijking van het bepaalde in 10.1.1 geldt dat, voor zover de bouwhoogte van een bestaand bouwwerk hoger is dan op grond van het bepaalde onder a of b is toegestaan, de bouwhoogte van het nieuwe bouwwerk dat wordt gebouwd ter plaatse van het bestaande bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het bestaande bouwwerk.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 10.1.1 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van desbetreffende afdeling van de provincie.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘Vrijwaringszone - straalpad’ mag, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de aangegeven hoogte.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.1 wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden, zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en/of het wijzigen van de functie van gebouwen en/of gronden wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw en/of gronden in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij gelden de parkeernormen, zoals vastgelegd in de op 5 november 2019 vastgestelde 'Beleidsnota Parkeernormen'. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient getoetst te worden aan diens rechtsopvolger.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Hierbij wordt uitgegaan van de ASVV 2012 van het CROW. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient getoetst te worden aan diens rechtsopvolger.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan Uitbreiding glastuinbouwgebied Herenweg van de gemeente Zuidplas.