Plandeel geschorst bij uitspraak RvSt 202203724/2/R3 d.d. 12 oktober 2022 - rechtsgevolgen blijven in stand met uitzondering van
- artikel 3.1, aanhef, onder c en d, van de planregels; - artikel 3.3.3 van de planregels; - artikel 3.3.6 van de planregels, voor zover het betreft de zinsnede "inclusief ondergeschikte functies horeca en indoorspeeltuin", en - artikel 1.54 van de planregels voor zover het betreft het woorddeel "hoofd" van het woord "hoofdassortiment".
1.1 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.2 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.4 Aan-huis-gebonden bedrijf
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid in ten hoogste categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (zie bijlage 3 bij de regels), geheel of overwegend door handwerk, alsmede kappers, schoonheidssalons, hondentrimsalons en pedicures die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.5 Aan-huis-gebonden beroep
het verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied, die door hun beperkte omvang en door ten minste de hoofdbewoner in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten;
1.6 Ambulante handel
de verkoop en het te koop aanbieden, alsmede de uitstalling daarvan, van waren aan consumenten buiten vestigingen;
1.7 Archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.8 Bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9 Bebouwingspercentage
het in procenten uitgedrukte deel van een bestemmingsvlak dan wel bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.10 Bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
1.11 Bedrijfsgebouw
een gebouw dat hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
1.12 Bedrijfswoning
een woning in of bij een als zodanig bestemd bedrijf, slechts bestemd voor (het huishouden van) ten minste een persoon die werkzaam is in het desbetreffende bedrijf;
1.13 Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die voor of op het tijdstip van vaststelling van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
1.14 Bestaande situatie
- ten aanzien van bebouwing:
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
- ten aanzien van gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan;
1.15 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.16 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.17 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.18 Bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);
1.19 Bijbehorend bouwwerk
1.20 Bouwen
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;
1.21 Bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.22 Bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.23 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.24 Bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.25 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.26 Bouwwerk
constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties;
1.27 Buitenopslag
het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op onbebouwde gronden, daaronder niet begrepen opslag van plantgoed in de volle grond;
1.28 Coffeeshop
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders;
1.29 Dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw die zich tussen de dakvoet en de daknok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de daknok is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;
1.30 Dakopbouw
een constructie of voorziening ter ondersteuning van de gebruiksfunctionaliteit een bouwwerk, die zich boven de dakgoot of het boeiboord bevindt, met een breedte van niet meer dan 2/3e van de breedte van het dakvlak waar de opbouw zich op bevindt;
1.31 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop het verkopen en of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.32 Detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling zoals verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichting artikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair;
1.33 Erfafscheiding
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst;
1.34 Gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.35 Geluidsgevoelig object
woning of andere geluidsgevoelig gebouw danwel geluidsgevoelig terrein, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (Wgh);
1.36 Hoofdgebouw
gebouw, of bouwkundig en functioneel te onderscheiden gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor het verrichten van andere activiteiten dan bouwactiviteiten die op grond van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning voor een activiteit op het perceel zijn toegestaan en, als meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die toegestane activiteiten het belangrijkst is;
1.37 Horeca
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van een nachtverblijf en/of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde categorieën Horeca 1 tot en met Horeca 5 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
- Horeca 1 (winkelgebonden daghoreca):
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm en openingstijden aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
- Horeca 2 (maaltijdverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's en grand cafés;
- Horeca 3 (spijsverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
- Horeca 4 (drankverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés en bars;
- Horeca 5 (zware horeca):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals discotheken en nachtclubs;
1.38 Kantoor
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting gericht is op het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.39 Kelder
een overdekte, met wanden omsloten voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel gelegen is, uitsluitend gesitueerd onder de hoofdbebouwing.
1.41 Milieucategorie
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlagen bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten.
1.42 Kunstwerk
een civieltechnische constructie of installatie in de infrastructuur die een of meer functies vervult.
1.43 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.44 Nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, voorzieningen voor de waterhuishouding, hulpverlening of calamiteitenbestrijding, telefooncellen, laadpalen voor elektrische voertuigen en werktuigen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
1.45 Onderkomen
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
1.46 Overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
1.47 Pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.48 Perceelsgrens
grens van een bouwperceel;
1.49 Peil
- voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van vaststelling van dit plan;
1.50 Plaatsgebonden risico
- op de grens van of op een plaats buiten een inrichting aanwezige kans op overlijden van een persoon die gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven als gevolg van een ongeval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof is betrokken, waarbij deze kans is bepaald op grond van regels die hiervoor gelden als vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
- op een locatie buiten een buisleiding, weg of spoorweg aanwezige kans op overlijden van een persoon die gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven als gevolg van een ongeval door getransporteerde gevaarlijke stoffen;
1.51 Plan
het bestemmingsplan 'tuincentrum Van der Spek' met identificatienummer NL.IMRO.1892.BptuincvdSpekZhn-Va02 van de gemeente Zuidplas;
1.52 Seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.53 Standplaats
het vanaf een vaste plaats op een voor het publiek toegankelijke plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
1.54 Tuincentrum
detailhandelsvestiging waarvan het hoofdassortiment geschorst bij uitspraak RvSt 202203724/2/R3 bestaat uit boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, bloemen, attributen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen, balkons en terrassen waaronder tuinmeubilair, alsmede de daarbij benodigde hulpmaterialen;
1.55 Voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.56 Weg
een voor het openbaar verkeer openstaande weg en/of pad, met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
1.57 Winkelvloeroppervlakte
de voor het publiek toegankelijke winkelruimte, inclusief zichtbare ruimten zoals bijvoorbeeld etalages en de ruimten achter toonbanken en kassa's;
1.58 Zijerf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn naast de zijgevel van het hoofdgebouw of een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 Bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, luchtbehandelingsinstallaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 Breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
2.4 Goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.5 Inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 Oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 Bruto vloeroppervlakte
Dit betreft de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een gebouw gemeten (volgens NEN 2580) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen.
Artikel 3 Detailhandel - tuincentrum
Plandeel vernietigd bij uitspraak RvSt 202203724/2/R3 d.d. 12 oktober 2022 - rechtsgevolgen blijven in stand met uitzondering van - artikel 3.1, aanhef, onder c en d, van de planregels; - artikel 3.3.3 van de planregels; - artikel 3.3.6 van de planregels, voor zover het betreft de zinsnede "inclusief ondergeschikte functies horeca en indoorspeeltuin", en - artikel 1.54 van de planregels voor zover het betreft het woorddeel "hoofd" van het woord "hoofdassortiment".
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum', uitsluitend een tuincentrum met een maximale winkelvloeroppervlakte van 7.000 m2;
- ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', uitsluitend een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- horeca categorie 1 en 2 met een maximale winkelvloeroppervlakte, inclusief terras, van 1.000 m2;
- een binnenspeeltuin met een winkelvloeroppervlak van maximaal 500 m2;
geschorst bij uitspraak RvSt 202203724/2/R3met daarbij behorende:
- groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- tuinen en erven bij bedrijfswoningen;
- ondergrondse nutsvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen en ontsluitingen;
- geluidwerende voorzieningen;
- overige bij de bestemming behorende voorzieningen.