Bijlage 1 Artikelen moederplan
Artikel X - Verkeer - Wegverkeer 3
X.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Wegverkeer 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wegen met de functie van verblijf/verblijfsgebied en ter ontsluiting van de aanliggende of nabijgelegen gronden;
-
b. voet- en fietspaden;
-
c. parkeervoorzieningen;
-
d. bermen en groenvoorzieningen;
-
e. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
-
f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
g. (ondergrondse) afvalverzamelingspunten;
-
h. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
-
i. geluidwerende voorzieningen en geluidsreducerende maatregelen;
-
j. verbindingen ten behoeve van het wegverkeer (bruggen) en overige kunstwerken en kleinschalige infrastructurele voorzieningen;
met de daarbij behorende:
-
k. verhardingen;
-
l. bermen, bermsloten en greppels;
-
m. beplanting en overig groen;
-
n. dammen en/of duikers;
-
o. straatmeubilair;
-
p. werken en werkzaamheden, bruggen, tunnels, viaducten, overkluizingen en andere kunstwerken;
-
q. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
-
r. werken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van geleiding, beveiliging, signalering en regeling van het verkeer;
-
s. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van de afvalinzameling en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
X.2 Bouwregels
X.2.1 Algemeen
-
a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder X.2.1 tot en met X.2.3;
-
b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.
X.2.2 Gebouwen
-
c. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
-
d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
-
e. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 25 m².
X.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
f. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen lichtmasten, informatieborden, wegwijzers, verkeerstekens en -regelinstallaties, schakelkasten, straatmeubilair, kunstwerken en (beeldende) kunstobjecten;
-
g. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt voor:
-
1. (licht)masten, wegwijzers, verkeerstekens, verkeerssignalering en verkeersregel-installaties, kunstwerken en overige infrastructurele voorzieningen maximaal 15 meter;
-
2. kunstobjecten maximaal 10 meter;
-
3. geluidwerende en geluidreducerende voorzieningen maximaal 6 meter;
-
4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 5 meter.
X.3 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
-
a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
-
d. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
-
e. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel Y - Groen
Y.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. groenvoorzieningen;
-
b. voet-, fiets- en ruiterpaden;
-
c. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen, waterpartijen en plas- en draszones;
-
d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
-
e. ondergrondse afvalinzamelingpunten;
-
f. objecten van beeldende kunst;
-
g. speelplaatsen, speelvoorzieningen en speeltoestellen;
-
h. bruggen en overige kunstwerken;
-
i. dijken en taluds;
-
j. hondenuitlaatplaatsen;
-
k. in- en uitritten;
-
l. parkeervoorzieningen;
-
m. voorzieningen voor waterzuivering en infiltratie;
-
n. voorzieningen van algemeen nut, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
alsmede ook voor:
-
o. de landschappelijke inpassing van infrastructuur;
-
p. ontsluitingen ten behoeve van calamiteitenverkeer;
met de daarbij behorende:
-
q. bermen, bermsloten en greppels;
-
r. (boom)beplanting en overig groen;
-
s. verhardingen;
-
t. dammen en/of duikers;
-
u. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
-
v. bouwwerken, werken en werkzaamheden, kunstwerken, infiltratievoorzieningen, kleinschalige infrastructurele voorzieningen en overige voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij en ten dienste staan aan de bestemming.
Y.2 Bouwregels
Y.2.1 Algemeen
-
a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder Y.2.1 tot en met Y.2.3;
-
b. voor het bouwen gelden, voor zover van toepassing, de aanduidingen.
Y.2.2 Gebouwen
-
a. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
-
c. de oppervlakte van een voorziening van algemeen nut bedraagt maximaal 50 m².
Y.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
-
a. op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waaronder begrepen (licht)masten, informatieborden, wegwijzers, verkeersteken, schakelkasten, (beeldende) kunstobjecten, geluidwerende voorzieningen en damwanden;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
-
1. maximaal 8 meter voor (licht)masten, wegwijzers, verkeerstekens, kunstwerken en overige infrastructurele voorzieningen;
-
2. maximaal 10 meter voor (beeldende) kunstobjecten;
-
3. maximaal 6 meter voor geluidwerende en geluidreducerende voorzieningen;
-
4. maximaal 5 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Y.3 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
-
a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. (permanente) buitenopslag van goederen en materialen;
-
d. een jongerenontmoetingsplaats;
-
e. woondoeleinden;
-
f. het plaatsen van onderkomens of geplaatst houden van onderkomens;
-
g. het plaatsen van reclameobjecten (zuilen en/of borden).
Artikel Z - Water
Z.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen;
-
b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
-
c. bermen en groenvoorzieningen;
alsmede ook voor:
-
d. verkeer te water;
-
e. extensief recreatief medegebruik;
-
f. infiltratievoorzieningen;
-
g. oevers, oeverbeschoeiingen en taluds;
-
h. behoud, herstel en ontwikkeling van de waardevolle openheid en structuur van de tochten;
met de daarbij behorende:
-
i. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
-
j. werken en werkzaamheden, bruggen, duikers en/of dammen, overige kunstwerken en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en voorzieningen, waaronder begrepen ecovoorzieningen, die wat betreft aard en afmetingen passen bij de bestemming.
Z.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter;
-
c. ten behoeve van de aanleg van vlonders, gelden de volgende bepalingen:
-
1. bij watergangen met een breedte tot 10 meter mogen géén steunpunten ten behoeve van de vlonder in de watergang worden aangebracht. Bij watergangen breder dan 10 meter is dit wel mogelijk, mits het gaat om overbreedte die niet noodzakelijk is voor de waterafvoer. Dit ter beoordeling van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
-
2. bij een maximale oversteek van 1 meter dient de onderkant van de constructie minimaal 1 meter boven het zomerpeil aangebracht te worden; indien de vlonder minder ver uitsteekt mag hij evenredig lager worden aangelegd, conform onderstaande figuur:
Z.3 Gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
-
d. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
f. woonschepen en drijvende woningen als ligplaats.
Z.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden
Z.4.1 Verbod
Het is verboden op, in, boven en aan de gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.
Z.4.2 Uitzondering
Het verbod als bedoeld in lid Z.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
g. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
-
h. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
i. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Z.4.3 Advies
De werken of werkzaamheden als bedoeld in Z.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.