Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Verzamelplan Zuidplas 2023
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1892.BpVerzamelp04Zpl-Va01

Toelichting

 
hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Sinds enkele jaren hanteert de gemeente Zuidplas een 'verzamelplan', waarin plannen van diverse initiatiefnemers en reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen worden gebundeld. Het gaat in het voorliggende verzamelplan ook om omgevingsvergunningen die verleend zijn door de gemeente Zuidplas.
Door de verschillende locaties, reparaties en omgevingsvergunningen in één bestemmingsplan op te nemen, hoeft slechts eenmaal een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. Het doel van dit bestemmingsplan is het geven van een actueel en correct beeld van de functies en een kader waaraan (toekomstige) aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden getoetst. 
 
1.2 Ligging plangebied
Het plangebied bestaat uit 29 specifieke locaties verspreid over de gemeente Zuidplas, waaronder 7 nieuwe ontwikkelingen, 1 snippergroenlocatie, 7 correcties en 14 omgevingsvergunningen. Het betreft de volgende locaties:
 
Ontwikkelinitiatieven
1. Hoofdweg-Noord 5, Nieuwerkerk aan den IJssel
2. Prins Bernhardstraat 7a, Nieuwerkerk aan den IJssel
3. Van Hasseltweg 1-3/ Bredeweg 55-61, Moerkapelle
4. Verbindingsweg 3, Nieuwerkerk aan den IJssel
5. Parallelweg-Noord 14/16, Nieuwerkerk aan den IJssel
6. Zuidplasweg 23, Zevenhuizen
7. Zuideinde 12/13, Zevenhuizen
 
Snippergroen
8. Goudmos 68, Nieuwerkerk aan den IJssel
 
Reparaties
9. Deel van Zevenhuizerplas bij Nieuwerkerk aan den IJssel
10. Westringdijk 18, Nieuwerkerk aan den IJssel
11. Beeldkwaliteitplan Gouwe Park
12. Rottekade 10a, Zevenhuizen
13. Noordeinde 27, Zevenhuizen
14. 's-Gravenweg 121, Nieuwerkerk aan den IJssel
15. Kortenoord naast 100, Nieuwerkerk aan den IJssel
 
Omgevingsvergunningen
16. 2e Tochtweg 51, Nieuwerkerk aan den IJssel
17. Vierde Tochtweg 3, Moordrecht
18. Rottedijk 4, Moerkapelle
19. Raadhuisplein 1, Nieuwerkerk aan den IJssel
20. 's-Gravenweg 32a, Nieuwerkerk aan den IJssel
21. 's-Gravenweg 114, Nieuwerkerk aan den IJssel
22. Hennipgaarde Eendragtspolder
23. Herenweg 56, Moerkapelle
24. Hoofdweg-Noord 47, Nieuwerkerk aan den IJssel
25. Knibbelweg 9c, Zevenhuizen
26. Noordelijke Dwarsweg 3/5, Zevenhuizen
27. West Ringdijk 43b, Moordrecht
28. Vergunningaanvraag N219a
29. Westeinde - Weteringstraat, Moordrecht
    
1.3 Geldende planologisch regimes
Voor de locaties die deel uitmaken van het plangebied gelden diverse planologische regimes. In de volgende tabel is voor elke locatie het geldende bestemmingsplan weergegeven.
 
 
Locatie
Planologisch regime
Vastgesteld
1.Hoofdweg-Noord 5, Nieuwerkerk aan den IJsselKleine Vink en omgeving18 december 2018
2.Prins Bernhardstraat 7a, Nieuwerkerk aan den IJssel
Esse-Kleinpolder
30 oktober 2012
3.
Van Hasseltweg 1-3/ Bredeweg 55-61, Moerkapelle
Zuidplas Noord en 
Herziening Zuidplaspolder 2
16 juni 2009 en
16 oktober 2018
4. Verbindingsweg 3, Nieuwerkerk aan den IJsselZuidplas West2 juli 2009
5.Parallelweg-Noord 14/16, Nieuwerkerk aan den IJsselZuidplas West2 juli 2009
6.Zuidplasweg 23, ZevenhuizenHerziening Zuidplaspolder 1  16 oktober 2018
7.Zuideinde 12/13, Zevenhuizen
1e partiele herziening beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en
Zevenhuizerplas
16 februari 2022
   
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan op één snippergroenlocatie. De navolgende tabel toont hiervan het geldende bestemmingsplan.
 
 Locatie
Planologisch regime
Vastgesteld
8.Goudmos 68, Nieuwerkerk aan den IJssel
1e partiele herziening beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel
16 februari 2022
 
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan betrekking op de enkele reparaties van geldende bestemmingsplannen. De navolgende tabel toont hiervan een overzicht.
 
 Locatie
Planologisch regime
Vastgesteld
9.Deel van Zevenhuizerplas bij Nieuwerkerk aan den IJssel
beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en
Zevenhuizerplas
16 februari 2022
10.Westringdijk 18, Nieuwerkerk aan den IJssel
Zuidplas West
2 juli 2009
11.
Beeldkwaliteitplan Gouwe Park
Bedrijventerrein Gouwe Park e.o.
11 juni 2013
12.Rottekade 10a, ZevenhuizenEendragtspolder13 december 2005
13.Noordeinde 27, ZevenhuizenTweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)30 oktober 2012
14.
 's-Gravenweg 121, Nieuwerkerk aan den IJssel's-Gravenweg 20136 maart 2013
15.Kortenoord naast 100, Nieuwerkerk aan den IJsselKortenoord 201314 mei 2013
 
Naast de bovengenoemde locaties heeft het voorliggende bestemmingsplan betrekking op de enkele reparaties van geldende bestemmingsplannen. De navolgende tabel toont hiervan een overzicht.
 
 Locatie
Planologisch regime
Vastgesteld
16.Tweede Tochtweg 51, Nieuwerkerk aan den IJsselRestveen en Groene Waterparel16 december 2008
17.Vierde Tochtweg 3, MoordrechtRestveen en Groene Waterparel16 december 2008
18.
Rottedijk 4, Moerkapelle
Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)
30 oktober 2012
19.Raadhuisplein 1, Nieuwerkerk aan den IJsselBeheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel16 februari 2022
20.
's-Gravenweg 32, Nieuwerkerk aan den IJsselGroene Zoom27 november 2012
21.'s-Gravenweg 114, Nieuwerkerk aan den IJssel's-Gravenweg 201311 juni 2013
22.Hennipgaarde EendragtspolderBeheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas16 februari 2022
23.Herenweg 56, Moerkapelle
Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)
30 oktober 2012
24.Hoofdweg-Noord 47, NieuwerkerkGroene Zoom16 oktober 2013
25.Knibbelweg 9c, ZevenhuizenZuidplas Noord16 juni 2009
26.Noordelijke Dwarsweg 3 /5, ZevenhuizenZevenhuizen Dorp27 november 2012
27.West Ringdijk 43b, MoordrechtRestveen en Groene Waterparel16 december 2008
28.Vergunningaanvraag N219aVerscheidene bestemmingsplannen-
29.Westeinde - Weteringstraat, MoordrechtBeheersverordening Moordrecht16 februari 2022
        
Verder gelden voor de gehele gemeente Zuidplas de bestemmingsplannen 'Parapluherziening Archeologie' en 'Parapluherziening Parkeren'. Het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' vervangt de verschillende dubbelbestemmingen 'Archeologie' uit de hierboven genoemde bestemmingsplannen. Waar nodig zijn de archeologische dubbelbestemmingen uit de 'Parapluherziening Archeologie' overgenomen.
Het doel van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Parkeren' is een eenduidige regeling te treffen voor het aspect parkeren. De betreffende regeling is toegevoegd aan het voorliggende verzamelplan.
Daarnaast zijn het bestemmingsplan 'Parapluherziening Flitsbezorging' en de 2e partiële herziening beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel, Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas en Moordrecht van kracht waarmee een generiek verbod op het gebruik van gronden ten behoeve van flitsbezorging en/of het gebruik van panden als zogenaamde 'darkstores' is geregeld. Het voorziet in een afwijkingsregeling, gekoppeld aan de bestemming 'Bedrijventerrein'.
   
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 worden de verschillende ontwikkelingen, reparaties en omgevingsvergunningen beschreven. In hoofdstuk 3 is een beschrijving van het relevante rijks-, provinciale en gemeentelijke beleid opgenomen. In hoofdstuk 4 wordt het bestemmingsplan op haalbaarheid getoetst. Hierbij komt ook het aspect 'handhaving' aan bod. Tot slot bevat hoofdstuk 5 de juridische planbeschrijving.
hoofdstuk 2 Planbeschrijving
 
2.1 Nieuwe ontwikkelingen
Het verzamelplan heeft betrekking op 7 nieuwe ontwikkelingen. De beoogde ontwikkelingen passen niet binnen de mogelijkheden van de geldende bestemmingsplannen. De initiatiefnemers hebben in een eerder stadium principeverzoeken ingediend bij de gemeente Zuidplas. Middels principebesluiten heeft de gemeente Zuidplas aangegeven positief tegenover de beoogde ontwikkelingen te staan.
 
De ontwikkelingen aan de Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel en de Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen betreffen het omzetten van een voormalige bedrijfswoning naar een plattelandswoning. Aan de Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel gaat het om het omzetten van twee bedrijfswoningen naar twee burgerwoningen. Aan de Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel worden drie bedrijfsverzamelgebouwen gerealiseerd. Aan de Prins Bernhardstraat 7a te Nieuwerkerk aan den IJssel wordt de maatschappelijke bestemming omgezet in een woonbestemming om daarmee één woning mogelijk te maken. Bij de herontwikkeling van de locatie Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 worden twee glastuinbouwbedrijven herontwikkeld en drie bedrijfswoningen omgezet naar een plattelandswoning. Eén van deze bedrijfswoningen wordt verplaatst binnen het plangebied. De ontwikkeling aan Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen betreft sloop en nieuwbouw van twee woningen.
 
In toelichting paragraaf 2.1 worden per initiatief de huidige situatie en beoogde situatie beschreven, vervolgens worden de haalbaarheidsaspecten behandeld. In toelichting hoofdstuk 3 wordt toegelicht in hoeverre de beoogde ontwikkelingen passen binnen de gestelde beleidskaders. 
2.1.1 Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel
 
2.1.1.1 Planomschrijving
De initiatiefnemer is voornemens om op het perceel aan de Hoofdweg-Noord 5 te Nieuwerkerk aan den IJssel een bedrijvenpark, als onderdeel van het bedrijventerrein Kleine Vink te realiseren. De planlocatie is gelegen tussen de Hoofdweg-Noord en de A20. De locatie bevindt zich op het bedrijventerrein Kleine Vink, met aan de west- en oostzijde verscheidene bedrijven. Verder ten zuiden en oosten van het plangebied liggen de woningen van de kern Nieuwerkerk aan den IJssel, alsmede een verkooppunt voor motorbrandstoffen (inclusief LPG).
 
Op 1 juni 2021 is middels een principebesluit (kenmerk: B21.000257) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staan tegenover het plan aan de Hoofdweg-Noord 5.
 
De onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: Google Maps)
  
De kavel is in de huidige situatie in gebruik als bedrijfslocatie van Sprengelmeijer Trucks, waar trucks worden gestald. Er is geen bedrijfsbebouwing aanwezig. Het planvoornemen omvat de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen met bijbehorende voorzieningen en ontsluitingen. Op grond van het geldende bestemmingsplan kent het perceel reeds de bestemming 'Bedrijventerrein'. Op het perceel zijn in het geldende bestemmingsplan twee bouwvlakken gesitueerd waarin in totaal 3.000 m² aan bebouwing mag worden opgericht. Het planvoornemen is op twee punten in strijd met het bestemmingsplan, één van de bouwwerken is buiten het bouwvlak geprojecteerd en het planvoornemen beslaat een oppervlakte van in totaal 3.520 m².
   
De volgende afbeelding toont de mogelijke toekomstige situatietekening.
 
Afbeelding toont de toekomstige situatietekening (bron: Sjouke Westhoff Architect, d.d. 17 maart 2021)
     
Ruimtelijke inpassing
Het betreffende perceel is zeer langgerekt, grenst aan de noordzijde aan de A20 en wordt omringd door water. Het gehele perceel, van circa 8.000 m², mag gebruikt worden ten dienste van de bedrijfsbestemming. Het planvoornemen voorziet in de realisatie van in totaal drie gebouwen. De totale oppervlakte aan bebouwing komt uit op 3.520 m². Het grootste deel van het perceel blijft derhalve onbebouwd.
Onderdeel van het bestemmingsplan 'Kleine Vink en omgeving' is het 'Stedenbouwkundig plan en beeldregieplan bedrijvenpark Kleine Vink'. Uitgangspunt hiervan is onder andere dat kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid het meest voor de hand ligt op dit bedrijventerrein. Met de ruimtelijke opzet wordt flexibiliteit gecreëerd om in te kunnen spelen op de gevarieerde vragen uit de markt. Het planvoornemen, bestaande uit drie bedrijfsverzamelgebouwen, past in deze uitgangspunten. Ten opzichte van de huidige situatie zorgt het planvoornemen voor een positieve ontwikkeling ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit.
 
Verkeer en parkeren
De beoogde situatie betreft de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen. Hiervoor geldt een verkeersgeneratie van maximaal 8,2 verkeersbewegingen (per 100 m² bvo) per etmaal, uitgaande van de categorieën 'Bedrijfsverzamelgebouw', 'rest bebouwde kom' en 'matig stedelijk' volgens de CROW-publicatie 381. Het bvo van het gebouw betreft circa 6.265 m² waarmee de totale verkeersgeneratie maximaal 514 verkeersbewegingen per etmaal betreft. De bestaande infrastructuur is in staat om deze verkeersgeneratie te verwerken, mede omdat ten opzichte van de voormalige (planologische) situatie geen sprake zal zijn van een toename aan verkeersbewegingen.
 
In de 'Nota Parkeernormen 2019' is het onderhavige gebied deel van het gebiedstype 'Zone B'. De parkeernorm bedraagt, uitgaande van de categorie bedrijfsverzamelgebouw, 2,1 parkeerplaatsen per 100 m² bvo. Daarmee zijn er afgerond in totaal 132 parkeerplaatsen benodigd. In totaal worden er 133 parkeerplaatsen binnen het plangebied gerealiseerd, waarmee aan de parkeernorm voldaan wordt.
 
2.1.1.2 Geldend bestemmingsplan
Geldend bestemmingsplan
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Kleine Vink en omgeving', vastgesteld op 18 december 2018 door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas. De gronden hebben hoofdzakelijk de bestemming 'Bedrijventerrein'. Het bestemmingsvlak is van de functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' voorzien. Er zijn twee bouwvlakken aangegeven binnen het onderhavige plangebied, waarbinnen de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handel in vrachtwagens' en de twee maatvoeringen voor het maximum bebouwd oppervlak (1.000 m² en 2.000 m²) en de maximum bouwhoogte (10 m en 13 m) zijn opgenomen. Voorts gelden de gebiedsaanduidingen 'veiligheidszone - lpg 2' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen-weg'.
Daarnaast worden in het voorliggende bestemmingsplan, in verband met de beoogde ontsluiting, kleine delen met de bestemmingen 'Groen' en 'Water' meegenomen. Hier geldt tevens de dubbelbestemming 'Leiding - Water'. 
 
De navolgende afbeelding geeft een uitsnede van de verbeelding van het geldende bestemmingsplan weer. 
 
Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Kleine Vink en omgeving'- plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Voorliggend bestemmingsplan
Het voorgenomen plan betreft de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen van in totaal 3.520 m². Omdat binnen de geldende bestemming 'Bedrijventerrein' maximaal 3.000 m² aan bebouwing is toegestaan binnen de bouwvlakken is de beoogde ontwikkeling in strijd met het geldende bestemmingsplan. Middels een nieuw bestemmingsplan wordt de beoogde ontwikkeling planologisch mogelijk gemaakt. Onderhavig bestemmingsplan voorziet in een aanpassing van het bouwvlak en de functieaanduidingen. Er worden drie bouwvlakken opgenomen waarbij de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' op het meest noordelijke bouwvlak en gedeeltelijk het middelste bouwvlak wordt toegepast. Vanwege de afstand naar bestaande bedrijfswoningen is een deel van het perceel teruggebracht tot categorie 3.1, hiertoe is de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1 op het zuidelijk deel van het middelste bouwvlak en op het zuidelijke bouwvlak toegepast. De maatvoering 'maximum bouwhoogte 10 m' wordt tevens toegevoegd. De gebiedsaanduidingen 'veiligheidszone - lpg 2' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen-weg' worden tevens in de verbeelding en regels van dit bestemmingsplan opgenomen.
Daarnaast is het bestemmingsvlak op een tweetal punten uitgebreid, met het oog op de beoogde ontsluiting op de Steenbakkerij. Hier is een waterleidingtracé aanwezig. Met de dubbelbestemming 'Leiding - Water' zijn de belangen van die leiding gewaarborgd.
 
2.1.1.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen binnen de al geldende bestemming 'Bedrijventerrein', is voor de aspecten: archeologie, ecologie, water, geluid, luchtkwaliteit, bedrijven- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Ter toelichting daarop het volgende:
 
Bodem
Voor het voorliggende plan is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de bodem geschikt is om het voorgenomen bouwplan te realiseren. Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling
 
Stikstofdepositie
Het initiatief gaat gepaard met enige uitstoot van stikstof, wat een effect kan hebben op Natura 2000-gebieden. De meest nabijgelegen Natura 2000-gebieden ‘Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein’ en ‘Boezems Kinderdijk’. De voorgenomen ontwikkeling gaat gepaard met de uitstoot van stikstof in de gebruiks- en aanlegfase. Derhalve is er een AERIUS-berekening uitgevoerd (Buro SRO, d.d. 25 juli 2023, zie bijlagen bij toelichting bijlage 30).
 
Uit de AERIUS-berekening volgt dat er in de gebruiks- en de aanlegfase geen rekenresultaten hoger dan 0,00 mol/ha/j op de nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn. Er kan geconcludeerd worden dat de stikstofdepositie vanwege de beoogde ontwikkeling geen significante gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. Daarmee is er geen vergunning nodig in het kader van de Wet natuurbescherming.
 
Geluid
Met de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen worden geen nieuwe geluidsgevoelige objecten toegevoegd. Akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.
 
Externe veiligheid
Gelet op de nabijheid van een transportroute voor gevaarlijke stoffen (rijksweg A20) en van een LPG-tankstation, is hiervoor onderzoek uitgevoerd, inclusief een verantwoording van het groepsrisico.
 
Transport over de weg
Er is door Kragten een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico’s van het transport van gevaarlijke stoffen over de nabij gelegen rijksweg A20 (Externe veiligheid weg, 25 januari 2023, zie bijlagen bij toelichting bijlage 1a).
Uit het onderzoek blijkt dat zowel vóór als na planrealisatie sprake is van een groepsrisico dat lager is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. De gewijzigde populatieaantallen resulteren in een zeer marginale toename van de hoogte van het groepsrisico. Gelet op het feit dat de normwaarde lager is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde kan ingevolge artikel 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) volstaan worden met beperkte verantwoording van het groepsrisico.
 
Risicovolle inrichtingen
Bij de realisatie van een plan dient rekening te worden gehouden met de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen bij inrichtingen, waarvoor aan te houden risicoafstanden gelden. Ten zuidoosten van de planlocatie, op het perceel Europalaan 2, is een LPG-tankstation aanwezig, waarbij een deel van het plangebied binnen het invloedsgebied van de inrichting is gelegen. Om die reden is door Kragten onderzocht of deze risicovolle inrichting een belemmering vormt voor de planrealisatie (Hoogte groepsrisico LPG-tankstation, 5 juni 2023, zie bijlagen bij toelichting bijlage 1b).
Uit dit onderzoek blijkt dat de plaatsgebonden PR 10-6-risicontouren ten gevolge van het LPG-tankstation niet reiken tot aan het plangebied. Het plaatsgebonden risico vormt derhalve geen belemmering voor de planvorming.
Verder is aangetoond dat de oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt overschreden in de huidige situatie. De berekening van de toekomstige situatie heeft aangetoond dat de realisatie van 3 bedrijfsverzamelgebouwen aan de Hoofdweg-Noord 5 een rekenkundige toename van de hoogte van het groepsrisico tot gevolg heeft. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico wordt als gevolg van de planvorming ook in de toekomstige situatie overschreden.
 
In de ‘Circulaire effectafstanden externe veiligheid LPG-tankstations’ wordt het bevoegd gezag verzocht rekening te houden met een effectafstand van 60 meter tot (beperkt) kwetsbare objecten en 160 meter tot zeer kwetsbare objecten. Het plangebied ligt op een afstand van meer dan 60 meter van het LPG-tankstation en er worden geen zeer kwetsbare objecten gerealiseerd, waardoor de bovengenoemde afstanden gerespecteerd worden.
In artikel 13 van het Bevi is bepaald dat een verantwoording van het groepsrisico verplicht is ten aanzien van het vaststellen van een bestemmingsplan.
 
Verantwoording hoogte groepsrisico
In de rapportage 'Verantwoording hoogte groepsrisico' (Kragten, 7 juni 2023, zie bijlagen bij toelichting bijlage 1c) is de benodigde verantwoording van het groepsrisico uitgewerkt. De in deze rapportage genoemde punten zijn voor advies voorgelegd aan de Veiligheidsregio. De gemeente Zuidplas neemt dit advies mee in haar verantwoording van de hoogte van het groepsrisico.
 
Provinciaal belang
Er heeft een verhoging van het groepsrisico plaats tot 1,428 maal de oriëntatiewaarde. Dit verhoogde groepsrisico betreft daarmee een provinciaal belang, zoals bedoeld in artikel 7.3.2.2 Groepsrisicobenadering / Artikel 7.18 (groepsrisicobenadering aandachtsgebieden met verhoogd groepsrisico) uit de Omgevingsverordening van de Provincie Zuid-Holland. De hierboven genoemde rapportage 'Verantwoording hoogte groepsrisico' geeft invulling aan de verantwoordingsplicht.
 
Conclusie
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
 
Water
In 2020 heeft er tussen de initiatiefnemer en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) afstemming plaatsgevonden over de ontwikkeling. In de bestaande situatie is 5.307 m² van het plangebied verhard. Als gevolg van de beoogde ontwikkeling wordt de verharding uitgebreid naar 7.432 m². Er is dan sprake van een toename aan verharding van 2.125 m². De compensatie-eis in dit peilvak bedraagt 15%, wat betekent dat er circa 319 m² nieuw water toegevoegd moet worden. Bij voorkeur wordt dit in hetzelfde peilvak water toegevoegd, anders in het peilvak benedenstrooms.
 
Vervolgens is gekeken of de watercompensatie verlaagd kan worden door toepassing van groene daken of toepassing van halfverharding bij de parkeerplaatsen. De groene daken kunnen echter niet gebruikt worden voor een vermindering van de watercompensatie-eis. Halfverharding kan wel gebruikt worden en kan meegerekend worden als 70% verhard. Alle parkeervakken à 1.663 m² worden in grasbetonklinkers uitgevoerd (half open verharding). Dit betekent dat er geen 319 m² maar 244 m² aan water toegevoegd moet worden.
Het toe te voegen water is voorzien aan de noord- en zuidzijde van het plangebied. Aan de noordzijde is de aanleg van 118 m² water voorzien en aan de zuidzijde van 135 m² nieuw water. Het totaal aan toe te voegen water in het plangebied komt hiermee op 253 m² en voldoet hiermee aan de benodigde watercompensatie-eis van 244 m².
 
In onderstaande figuur is de locatie bij benadering aangegeven.
 
Het bestaande en aan te leggen water in en rondom het plangebied
 
De benodigde watercompensatie is in overleg met het HHSK berekend en akkoord bevonden. Daarnaast zal een vergunning van het HHSK moeten worden verleend. Dit komt bij de verdere uitwerkingen, in het kader van de Omgevingsvergunningen, nader aan bod. 
 
Milieuzonering
Met de beoogde ontwikkeling wordt voorzien in de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen. Daarmee is geen sprake van een gevoelige bestemming. Vanwege de ligging aan de Hoofdweg-Noord geldt dat er sprake is van een 'gemengd gebied' waardoor de richtafstanden met één afstandsstap kunnen worden verminderd, met uitzondering van het aspect gevaar.
In het bestemmingsplan wordt in het noordelijke deel van het plangebied maximaal milieucategorie 3.2 toegestaan, met een richtafstand van 50 m. Op het zuidelijk deel is, vanwege de afstand naar bestaande bedrijfswoningen, de milieucategorie het beperkt tot maximaal categorie 3.1, met een richtafstand van 30 m.
 
Een bestaande bedrijfswoning op het naastgelegen perceel is het dichtstbijzijnde gevoelige object en bevindt zich op circa 23 m afstand van de bedrijventerreinbestemming. Hiermee wordt niet aan de gestelde richtafstand van 30 m voldaan. Op kortere afstand van de bedrijfswoning zijn reeds activiteiten met milieucategorie 3.2 toegestaan, waarbij deze nu voor het voorliggende deel worden teruggebracht tot maximaal milieucategorie 3.1. Er zal met de voorgenomen ontwikkeling geen onevenredige hinder worden veroorzaakt aan gevoelige objecten in de omgeving.
 
Naast het feit dat een ruimtelijke ontwikkeling geen onevenredige hinder aan gevoelige objecten in de omgeving mag veroorzaken mag deze ook niet leiden tot beperkingen van de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven, functies en bestemmingen. Dit is echter vooral van belang wanneer sprake is van het oprichten van nieuwe gevoelige objecten. Bij de voorgenomen ontwikkeling is geen sprake van het oprichten van een nieuw gevoelig object. Hiermee zullen geen omliggende bedrijven, functies en bestemmingen in de ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt.
    
Hiermee vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
 
2.1.2 Prins Bernhardstraat 7a in Nieuwerkerk aan den IJssel
 
2.1.2.1 Planomschrijving
Voorheen was op het perceel Prins Bernhardstraat 7a in Nieuwerkerk aan den IJssel een moskee gevestigd, maar inmiddels is de moskee ondergebracht aan de Prinses lrenestraat 3. Het pand aan de Prins Bernhardstraat 7a wordt sinds de verhuizing van de moskee niet meer als zodanig gebruikt. De mogelijkheden voor een ander gebruik binnen de vigerende maatschappelijke bestemming zijn beperkt. Om die reden is initiatiefnemer voornemens om de gronden te wijzigen naar een woonbestemming, om één woning mogelijk te maken. Er wordt geen bebouwing gesloopt of bijgebouwd, alleen een bestemming wordt gewijzigd.  
De planlocatie is gelegen op de hoek van de Prins Bernhardstraat en Prinses Irenestraat in Nieuwerkerk aan den IJssel en maakt onderdeel uit van een bestaande woonwijk. In de omgeving zijn met name grondgebonden woningen gelegen bestaande uit twee bouwlagen met een kap. Op een afstand van ca. 60 m is de spoorlijn Rotterdam - Gouda gelegen.
 
De onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Initiatiefnemer heeft reeds een principeverzoek ingediend bij de gemeente Zuidplas. Op 8 december 2020 is middels een principebesluit (kenmerk: B20.000414) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staan tegenover het plan. Inmiddels is het plan gewijzigd en vindt er geen sloop-nieuwbouw meer plaats: uitgegaan wordt van een functieverandering binnen het bestaande gebouw.
        
Verkeer en parkeren
De beoogde situatie betreft het gebruik van het bestaande pand voor één woning van circa 70 m². Hiervoor geldt een verkeersgeneratie van maximaal 4 verkeersbewegingen per etmaal, uitgaande van de categorieën 'huur, appartement, midden/goedkoop (incl. sociale huur)', 'rest bebouwde kom' en 'matig stedelijk' volgens de CROW-publicatie 381. De bestaande infrastructuur is in staat om deze verkeersgeneratie te verwerken, mede omdat ten opzichte van de voormalige (planologische) situatie geen sprake zal zijn van een toename van het aantal verkeersbewegingen.
 
In de 'Nota Parkeernormen 2019' is het onderhavige gebied deel van het gebiedstype 'Zone B', rest bebouwde kom. De woning valt onder het type 'niet-gestapeld, klein' waarvoor een parkeernorm van 1,8 parkeerplaatsen geldt. Op dit moment wordt de (hogere) parkeerbehoefte in het openbaar gebied geregeld en dat is ook zo in de beoogde nieuwe situatie.
 
2.1.2.2 Geldend bestemmingsplan
Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Esse-Kleinpolder', vastgesteld op 30 oktober 2012 door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas. De gronden hebben de bestemming 'Maatschappelijk' met een bouwvlak waarbinnen maximaal 30% bebouwd mag worden met een goot- bouwhoogte van respectievelijk 4 en 7 m. Voorts geldt de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen'. Hiervoor geldt dat het vestigen van functies of objecten voor zeer kwetsbare groepen niet is toegestaan.
 
In het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is het plangebied niet voorzien van een archeologische dubbelbestemming.
  
De volgende afbeelding toont een fragment van de verbeelding ter plaatse van het plangebied.
   
Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Esse-Kleinpolder' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Het voorgenomen plan betreft de realisatie van een woning in de bestaande bebouwing. Omdat binnen de geldende bestemming 'Maatschappelijk' geen woningen zijn toegestaan is de beoogde ontwikkeling in strijd met het geldende bestemmingsplan.
 
Onderhavig bestemmingsplan maakt het initiatief planologisch mogelijk door de bestemming 'Maatschappelijk' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en het perceelsgedeelte dat gemeentegrond betreft in de bestemming 'Groen'. Het bestaande gebouw is voorzien van een bouwvlak, afgestemd op het bestaande gebouw. Middels de aanduiding 'vrijstaand' wordt geregeld dat er uitsluitend een vrijstaande woning is toegestaan. Tevens is geregeld dat ter plaatse één woning is toegestaan, met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4 en 7 m. Verder is de geldende gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' uit het geldende bestemmingsplan overgenomen.
 
2.1.2.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de functiewijziging van een maatschappelijke functie naar een woning, is voor de aspecten: archeologie, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijven en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Bij de diverse onderzoeken is rekening gehouden met het eerdere voornemen voor sloop-nieuwbouw, maar de resultaten zijn ook bruikbaar voor het nu beoogde hergebruik. Ter toelichting daar op het volgende:
 
Bodem
In het kader van de eerder voorgenomen ontwikkeling van sloop-nieuwbouw is door Inventerra een milieuhygiënisch vooronderzoek uitgevoerd (Inventerra, 25 januari 2021, zie bijlagen bij toelichting bijlage 2).  
Op basis van het uitgevoerde vooronderzoek is een hypothese opgesteld met betrekking tot een mogelijke verontreinigingssituatie in de bodem. De onderzoekslocatie is onverdacht voor het voorkomen van een bodemverontreiniging. Uit het vooronderzoek is niet gebleken dat er op de locatie een bron aanwezig is (geweest) die verontreiniging van de bodem heeft kunnen veroorzaken.
 
Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
 
Geluid
De beoogde woning ligt binnen de bebouwde kom van Nieuwerkerk aan den IJssel binnen de geluidzone van de Kerklaan, op ten minste 93 m uit de wegas. De woning ligt tevens binnen de geluidzone van de spoorlijn, op 75 meter uit het spoor. Om die reden is in het kader van de eerder voorgenomen ontwikkeling met sloop-nieuwbouw akoestisch onderzoek uitgevoerd (Adviesburo van der Boom, 2 februari 2021, zie bijlagen bij toelichting bijlage 3). Dit onderzoek gaat uit van de nieuwbouw van een woning met twee bouwlagen en een kap, terwijl het thans gaat om een woning in één laag met een kap.
 
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidbelasting door wegverkeer op de Kerklaan op de gevels van de woning ten hoogste 45 dB bedraagt na aftrek van 5 dB ex art 110-g Wgh. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt daarmee niet overschreden. Er hoeft voor de woning geen hogere waarde te worden aangevraagd voor de geluidbelasting door wegverkeer.
 
De hoogste geluidbelasting door railverkeer op de toenmalige ontwikkeling bedraagt ten hoogste 61 dB op een waarneemhoogte van 7.5 m. De voorkeursgrenswaarde van 55 dB wordt op de woning overschreden. Met onderhavige ontwikkeling wordt geen nieuwe woning meer gebouwd waardoor deze waarneemhoogte niet relevant is. In het akoestisch onderzoek is ook voor een waarneemhoogte van 4,5 m en 1,5 m de invallende geluidbelasting berekend. Ook op een hoogte van 4,5 m wordt op de noordgevel (58 dB) en de westgevel (59 dB) de voorkeursgrenswaarde overschreden. Op een hoogte van 1,5 m bedraagt de geluidbelasting voor deze gevels 55 dB. De maximale hogere waarde van 68 dB wordt niet overschreden. Het verlagen van de geluidbelasting door railverkeer, door het treffen van aanvullende maatregelen aan de bron of in de overdracht stuit op financiële en stedenbouwkundige bezwaren. Voor de gevels van de woning dient een hogere waarde te worden aangevraagd van ten hoogste 61 dB voor geluid door railverkeer.
   
Bij een geluidbelasting door railverkeer van meer dan 60 dB dient een woning conform de beleidsregel hogere waarden een geluidluwe gevel en een geluidluwe buitenruimte te hebben. Dit is in onderhavig geval niet aan de orde.
 
Bij het toetsen of sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening' is aangesloten bij het toetsingskader van de Wgh en het hogere waardenbeleid van de gemeente. In dit geval wordt de voorkeursgrenswaarde van 55 dB met 6 dB overschreden. De woning heeft in voorliggend plan aan de zuidgevel een geluidsluwe gevel en buitenruimte (geluidsbelasting lager dan 55 dB). Hiermee wordt voldaan aan de in de beleidsregel opgenomen voorwaarden van een geluidsluwe gevel en buitenruimte.
Voor het aspect geluid zal sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening als daarnaast voor de woning wordt voldaan aan de eisen voor de geluidwering conform het Bouwbesluit. Voor de geluidbelaste gevels zijn aanvullende geluidwerende voorzieningen nodig. De hoogste geluidbelasting op de noordgevel bedraagt 61 dB. De benodigde karakteristieke geluidwering voor deze gevel bedraagt GA;k 28 dB.
 
Er wordt hiervoor een besluit hogere waarden Wet geluidhinder genomen, wat wordt begeleid door de Omgevingsdienst Midden-Holland (identificatie 2022131903). Het ontwerpbesluit is gelijktijdig met het Verzamelplan ter inzage gelegd.
 
Derhalve vormt het aspect geluid geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de beoogde ontwikkeling.
 
Ecologie
Ten behoeve van de eerder voorgenomen ontwikkeling van sloop-nieuwbouw is door Blom Ecologie een ecologisch onderzoek uitgevoerd (Blom Ecologie, 12 januari 2021, zie bijlagen bij toelichting bijlage 4).
 
Soortenbescherming
De planlocatie heeft geen essentiële betekenis voor beschermde soorten. De planlocatie is mogelijk geschikt leefgebied voor algemene zoogdieren, foeragerende vleermuizen, amfibieën, insecten en broedvogels welke niet beschermd zijn (behoudens de Algemene zorgplicht) onder de Wet natuurbescherming.
 
Gebiedsbescherming
De planlocatie maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied, het Natuurnetwerk Nederland, een Belangrijk weidevogelgebied of de Strategische reservering natuur en er zijn geen karakteristieke landschapselementen aanwezig. Gelet op de aard van de werkzaamheden, de afstand tot de gebieden en de beoogde situatie is van externe werking op omliggende Natura 2000-gebieden geen sprake. In de rapportage is aangegeven dat een AERIUS-calculatie, Voortoets en/of ‘nee, tenzij’-toets niet noodzakelijk zijn.
 
Houtopstanden
Op de planlocatie zijn geen houtopstanden aanwezig waarvoor bij kap een meldingsplicht geldt in het kader van de Wet natuurbescherming.
 
Uitvoerbaarheid
De beoogde functiewijziging leidt niet tot overtreding van soortenbescherming, gebiedsbescherming en houtopstanden in het kader van de Wnb. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met de (mogelijke) aanwezigheid van foeragerende vleermuizen en algemene broedvogels (in het kader van Algemene zorgplicht). Voor deze soorten dienen maatregelen te worden getroffen om effecten te voorkomen.
 
Conclusie
De wijziging van het bestemmingsplan en de mogelijke toekomstige ontwikkeling aan de Prins Bernhardstraat 7a te Nieuwerkerk aan den IJssel is uitvoerbaar zoals bepaald in de Wro (art. 3.1.6 Bro).
  
Water
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Dat is in de voorliggende situatie het geval, er wordt geen verharding toegevoegd. Watercompensatie is dan ook niet aan de orde.
 
Externe veiligheid
De planlocatie is gelegen in de nabijheid van een spoorlijn waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en behoort tot het Basisnet spoor. De afstand tot de spoorlijn vanaf het plangebied bedraagt ca. 60 m. Hieruit kan worden geconcludeerd dat het plangebied binnen het invloedsgebied van de spoorlijn is gelegen. Uit het geldende bestemmingsplan 'Esse-Kleinpolder' blijkt dat ter plaatse van de planlocatie het groepsrisico boven de oriëntatiewaarde ligt, derhalve is de gebiedsaanduiding 'veiligheidzone - vervoer gevaarlijke stoffen' opgenomen. Hiervoor geldt dat er binnen een zone van 200 m geen functies of objecten voor zeer kwetsbare groepen zijn toegestaan. Met het voorgenomen plan worden geen functies of objecten voor zeer kwetsbare groepen mogelijk gemaakt. Derhalve vormt het aspect Externe Veiligheid geen belemmering voor het initiatief.
 
Bedrijven en milieuzonering
De voorgenomen ontwikkeling op deze locatie voorziet in de realisatie van woning binnen een bestaand gebouw. Een woning wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een gevoelige bestemming. Derhalve is aan de hand van het geldende bestemmingsplan 'Esse-Kleinpolder' gekeken naar milieubelastende activiteiten in de omgeving van de locatie. Op het perceel aan de Prinses Beatrixstraat 1a is een begraafplaats gelegen. Conform de VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' geldt voor een begraafplaats milieucategorie 1 (begraafplaatsen: SBI-2008: 96031) met een richtafstand van 10 m. De planlocatie is op minimaal 50 m gelegen van de begraafplaats en voldoet aan de richtafstand. Op een afstand van minimaal 30 m is aan het Oranjepad een gezondheidscentrum gelegen. Conform de VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' geldt hiervoor milieucategorie 1 (artsenpraktijken: SBI-2008: 8621) met een richtafstand van 10 m. Geconcludeerd wordt dat de planlocatie op voldoende afstand is gelegen.
 
Overige inrichtingen bevinden zich op een grotere afstand en zijn niet van invloed op het plangebied. Bovendien vormt het initiatief zelf geen belemmering voor functies in de omgeving. Hiermee vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
 
2.1.3 Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle
2.1.3.1 Planomschrijving
Op de hoek van de Van Hasseltweg en de Bredeweg in Moerkapelle zijn initiatiefnemers voornemens de percelen te herontwikkelen, een bedrijfswoning te verplaatsen en om te zetten naar plattelandswoning, twee bedrijfswoningen om te zetten naar plattelandswoningen. De omgeving kenmerkt zich door grootschalige bedrijvigheid en glastuinbouw. Het initiatief betreft het volgende:
  1. Het herontwikkelen van het plangebied waarbij de situering van de betreffende bedrijven wordt gewijzigd. Beide bedrijven hebben hier baat bij vanwege een betere toekomstbestendigheid. In de gewenste situatie is een bedrijf evenwijdig aan de Bredeweg geprojecteerd, waardoor het andere bedrijf ruimte heeft om de bedrijfsvoering naar achteren uit te breiden (parallel aan de Bredeweg). De speciale aanduiding die rust op de locatie wordt mee verplaatst. De beoogde nieuwe bebouwing is reeds toegestaan op grond van de vigerende bestemming. Het voornemen is tevens een laad-loskuil met dock te realiseren nabij de ontsluiting van het bedrijf aan de Bredeweg.
  2. Het verplaatsen van een voormalige bedrijfswoning op het perceel Van Hasseltweg 3 naar de Bredeweg, eveneens om meer ruimte te creëren voor een uitbreiding van het bedrijf. De te verplaatsen bedrijfswoning wordt niet meer ten dienste van het bedrijf bewoond. De te verplaatsen woning zal aan de Bredeweg omgezet worden naar plattelandswoning, zodat de woning bewoond kan worden door derden zonder relatie met één van de betreffende bedrijven. De woning zal aan de Bredeweg tussen de woningen met nummer 55 en 57 gebouwd worden.
  3. Het omzetten van twee bedrijfswoningen op de percelen Bredeweg 55 en 57 naar plattelandswoning. De twee bedrijfswoningen worden al enige tijd niet meer als dusdanig gebruikt. Met het omzetten van de bedrijfswoningen naar plattelandswoningen kunnen deze bewoond worden zonder relatie met één van de betreffende bedrijven. 
De verschillende onderdelen van het planvoornemen zijn allen in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Initiatiefnemers hebben reeds een principeverzoek ingediend bij de gemeente Zuidplas voor de beoogde ontwikkeling. Op 4 mei 2021 is middels een principebesluit (kenmerk: B21.000247) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staan tegenover het plan.
 
Daarnaast wordt uitgegaan van het realiseren van een zogenaamde 'warmtehub' voor de warmwaterdistributie op een perceel achter Bredeweg 55. Dit betreft een centraal punt in het beoogde warmtenet dat pieken en dalen opvangt in de warmtedistributie voor verschillende glastuinbouwbedrijven. De warmtehub bestaat uit een warmte opslag tank (WOT) en een bedrijfsgebouw met technische ruimtes voor de warmtedistributie (pomphuis) en een klein kantoor. Er zullen slechts sporadisch medewerkers aanwezig zijn, voor onderhoud, periodiek toezicht en eventuele calamiteiten.
 
De onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing planlocatie aan Van Hasseltweg en de Bredeweg - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
   
De onderstaande afbeelding toont de plattegrond van de toekomstige situatie.
 
Situatietekening beoogde situatie (bron: AAB)
 
2.1.3.2 Geldend bestemmingsplan
De planlocatie is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' vastgesteld op 16 juni 2009 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle. De gronden hebben hoofdzakelijk de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', waarbinnen de planlocatie is voorzien van de functieaanduiding 'glastuinbouw'. Op sommige plaatsen de functieaanduiding 'bedrijfswoning' en gedeeltelijk de functieaanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten' in het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2'. Ter plaatse van de woningen aan de Bredeweg geldt de bestemming 'Lintzone' met een groot bouwvlak en plaatselijk de functieaanduiding 'bedrijfswoning'. Daarnaast zijn er verschillende bouwvlakken aanwezig. Voorts gelden thans de gebiedsaanduidingen 'milieuzone', 'wro-zone - wijzigingsgebied 2', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - risicozone 1' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - risicozone 2'.
 
Tevens geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie', waarbinnen het plangebied niet is voorzien van een dubbelbestemming.
 
De volgende afbeelding toont een fragment van de verbeelding ter plaatse van het plangebied.
 
Uitsnede geldende planologisch regime - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Initiatiefnemer is voornemens om op de planlocatie de opzet en oriëntatie van de bestaande bedrijven te wijzigen. Het bedrijf 'Erfgoed' is alleen mogelijk ter plaatse van de geldende aanduidingen. In verband met het onderhavige initiatief zijn de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten' aangepast ten opzichte van het geldende bestemmingsplan en zijn deze aanduidingen toegevoegd aan delen van de bestemming 'Lintzone'.
Voorts is de locatie van de beoogde warmtehub voorzien van de bestemming 'Bedrijf' en de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – warmtehub'. Daarmee wordt geregeld dat ter plaatse een adequate energievoorziening kan worden gerealiseerd en wordt voorkomen dat reguliere bedrijvigheid zich vestigt in dit glastuinbouwgebied. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van de provincie Zuid-Holland ten aanzien van dit Greenportgebied, zoals aangegeven in de Omgevingsverordening. Voor wat betreft de warmte opslagtank en de bedrijfsbebouwing wordt uitgegaan van een bebouwde oppervlakte van maximaal circa 3.000 m². Om flexibiliteit te bieden is een bouwvlak met een bebouwingspercentage van 60% opgenomen. De maximale bouwhoogte bedraagt 15 m. 
 
Een bestaande bedrijfswoning wordt verplaatst en in gebruik genomen als plattelandswoning. In totaal worden drie bestaande bedrijfswoningen omgezet in plattelandswoningen, waarbij de vigerende bestemming 'Lintzone' van kracht blijft. Het aantal woningen blijft gelijk. Om een aanduiding 'plattelandswoning' toe te kunnen kennen dient er in ieder geval te worden voldaan aan een aantal voorwaarden, zoals opgenomen in de Wet Plattelandswoning 2013. Zo dient er onder andere sprake te zijn van een bestaande landbouwinrichting (bijvoorbeeld veeteelt-, akkerbouw- en tuinbouwbedrijven), dient de bedrijfswoning daadwerkelijk als agrarische bedrijfswoning in gebruik te zijn geweest en dient er sprake te zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Tevens moet worden aangetoond dat de gevraagde plattelandswoningen geen hinder opleveren voor omliggende agrarische bedrijven ten aanzien van de aspecten geluid, geur en luchtkwaliteit. Met het planvoornemen wordt aan deze voorwaarden voldaan.
 
Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken moet worden afgeweken van het bestemmingsplan, het voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. Middels voorliggende toelichting wordt de ontwikkeling nader gemotiveerd en wordt aangetoond dat deze niet zal leiden tot onevenredige bezwaren op ruimtelijk en/of milieutechnisch vlak. Hierbij zijn, naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek externe veiligheid (zie volgende paragraaf) de gebiedsaanduidingen 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - risicozone 1' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - risicozone 2' komen te vervallen.
  
2.1.3.3 Milieu- en omgevingsaspecten
In verband met de nieuwe (plattelands-)woning tussen Bredeweg 55 en 57 zijn enkele onderzoeken nodig: akoestisch onderzoek wegverkeer, verkennend bodemonderzoek en Quickscan Externe Veiligheid.
 
Geluid
In het kader van de bestemmingswijziging naar wonen aan de Bredeweg 55 en 57 is een akoestisch onderzoek wegverkeer uitgevoerd (Adviesburo van der Boom, 6 oktober 2022, zie bijlagen bij toelichting bijlage 5). Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidbelasting door wegverkeer op de Bredeweg ten hoogste 55 dB bedraagt na aftrek van 5 dB ex art 110-g Wgh op de zuidwestgevel van de woning. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt daarmee overschreden. De maximale hogere waarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidbelasting door wegverkeer op de Ambachtstraat bedraagt ten hoogste 31 dB ex art 110-g Wgh. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt daarmee niet overschreden.
Het verlagen van de geluidbelasting door het treffen van maatregelen aan de bron is onvoldoende doeltreffend en is financieel niet haalbaar. Afscherming van alle woonlagen is stedenbouwkundig ongewenst. De woning heeft, conform de eisen uit het geluidbeleid van de gemeente, een geluidluwe noordoostgevel. De woning heeft tevens een geluidluwe buitenruimte aan de noordoostzijde. Voor de woning dient een hogere waarde te worden aangevraagd van 55 dB voor wegverkeer op de Bredeweg.
  
Bodem
In het kader van de bestemmingswijziging naar wonen is door Inventerra een milieuhygiënisch vooronderzoek uitgevoerd (Inventerra, 12 september 2022, zie bijlagen bij toelichting bijlage 6). Op basis van het uitgevoerde vooronderzoek is een hypothese opgesteld met betrekking tot een mogelijke verontreinigingssituatie in de bodem. De onderzoekslocatie is onverdacht voor het voorkomen van een bodemverontreiniging, met uitzondering van lichte verontreinigingen (tot klasse Industrie) die volgens de bodemkwaliteitskaart worden verwacht. Op grond hiervan is er geen belemmering voor de bouw van een woning.
 
Indien de puinfunderingslaag van de (voormalige) asfaltverharding nog aanwezig is en deze gaat verwijderd worden in het kader van de herinrichting, dan wordt geadviseerd om eerst een onderzoek conform de NEN 5897 te laten uitvoeren.
 
Geconcludeerd kan worden dat het aspect bodem geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
    
Externe veiligheid
Door Kragten is een inventarisatie uitgevoerd van de externe veiligheidsrisico's voor de realisatie van de plattelandswoning tussen Bredeweg 55 en 57 (Kragten, 24 augustus 2022, zie bijlagen bij toelichting bijlage 7). Hieruit volgen de onderstaande conclusies.
 
Transport over het water en spoor
De planlocatie bevindt zich niet binnen het invloedsgebied van een vaar-/spoorweg waarover structureel transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De risico’s als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over deze water-/spoorweg vormen geen belemmering voor de planvorming. Een verantwoordingsplicht is niet aan de orde.
 
Transport over de weg
Op circa 1,4 kilometer van het plangebied ligt de A12 waarover structureel transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het plangebied ligt niet binnen een PR 10-6-risicocontour of plasbrandaandachtsgebied van deze weg. De risico’s als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg vormen geen belemmering voor de planvorming. Een verantwoordingsplicht is derhalve niet aan de orde. Op circa 30 meter van het plangebied ligt de Bredeweg. De Bredeweg is niet opgenomen in het Basisnet weg, maar conform bestemmingsplan Zuidplas Noord beschikt deze weg over risicozones voor het transport van gevaarlijke stoffen, risicocategorie 1 en 2, waarbij een toename van het groepsrisico beperkt moet worden wegens het lokale transport van propaan. Omdat de weg geen doorgaande route is voor structureel transport van gevaarlijke stoffen en de omvang van dit project is zeer beperkt is, één woning, is de toename van het groepsrisico verwaarloosbaar. De risico’s als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg vormen geen belemmering voor de planvorming. Een verantwoordingsplicht is derhalve niet aan de orde.
 
Buisleidingen
Het plangebied ligt niet binnen de 1% letaliteitsafstand van buisleidingen. De risico’s als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen vormen geen belemmering voor de planontwikkeling. Een verantwoordingsplicht is niet aan de orde.
 
Inrichtingen
Het plangebied ligt niet binnen een invloedsgebied van een risicovolle inrichting. De risico’s als gevolg van risicovolle inrichtingen vormen geen belemmering voor de planvorming. Een verantwoordingsplicht is niet aan de orde.
 
Beoordeling ODMH
Omgevingsdienst Midden-Holland heeft het onderzoek beoordeeld (kenmerk 2022243039). ODMH merkt op dat de betreffende plattelandswoning, om veilig inpandig te kunnen schuilen, voorzien moet zijn van uitschakelbare mechanische ventilatie. Dit komt als een verplichte maatregel aan de orde in het kader van de omgevingsvergunning.
 
Conclusie
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van de voorgenomen ontwikkeling.
 
Archeologie
Ter plaatse is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen. Een archeologisch onderzoek is daarmee niet nodig.
 
Stikstofdepositie
De voorgenomen ontwikkeling gaat gepaard met de uitstoot van stikstof in de gebruiks- en aanlegfase. Derhalve moet in beeld gebracht worden wat de mogelijke effecten van de ontwikkeling zijn op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden. De nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn ‘Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein’, ‘Nieuwkoopse Plassen & De Haeck’ en ‘De Wilck’.
 
Er zijn AERIUS-berekeningen uitgevoerd (Buro SRO, d.d. 25 augustus 2023, zie bijlagen bij toelichting bijlage 31), waarin de mogelijke effecten in beeld zijn gebracht.
Bij de stikstofberekening is intern gesaldeerd met de verkeersgeneratie en het gasverbruik van de huidige situatie. In de beoogde situatie worden de bedrijven uitgebreid en is er een warmtehub aanwezig. Deze uitstoot is vergeleken met de uitstoot die momenteel plaatsvindt. Uit de AERIUS-berekening en vergelijking blijkt dat er voor de gebruiksfase sprake geen verschillen hoger dan 0,00 mol/ha/j zijn.
Bij de aanlegfase is uitgegaan van de te gebruiken mobiele werktuigen en de voertuigbewegingen van werklieden en materialen van en naar de bouwplaats. Ook uit de berekening voor de bouwfase blijkt dat er geen resultaten hoger dan 0,00 mol/ha/j voor de Natura 2000-gebieden zijn.
 
Er kan geconcludeerd worden dat de stikstofdepositie vanwege de beoogde ontwikkeling geen significante gevolgen heeft voor de Natura 2000-gebieden. Daarmee is er geen vergunning nodig in het kader van de Wet natuurbescherming.
 
Water
Als gevolg van de beoogde ontwikkeling vindt mogelijk een toename aan verharding plaats. Om aan te tonen of watercompensatie noodzakelijk is, wordt hierna per deelontwikkeling een verhardingsbalans opgesteld. Algemeen dient opgemerkt te worden dat er reeds een aantal opstallen zijn gesloopt. Dit betreft het gehele glastuinbouwbedrijf achter de Bredeweg 57 (Rooker-Plant), een deel van de kas achter de Bredeweg 59 (ErfGoed) en de bedrijfswoning aan de Van Hasseltweg 3. De kas van Erfgoed is in 2023 gesloopt. De kas van Rooker-Plant is in 2008/2009 gesloopt ten behoeve van de destijds voorgenomen nieuwbouw van LKP Plants. De sloop van de voornoemde opstallen is allemaal direct gerelateerd aan en benodigd voor de beoogde situatie. Derhalve wordt in de kolom voormalig deze situatie voor de sloop benoemd.
 
Erfgoed (Bredeweg 59
OmschrijvingBestaand (oppervlakte in m²)Nieuw (oppervlakte in m²)
Bedrijfswoning464464
Bedrijfsbebouwing32.86833.059
Silo's347347
WOT88-
Bestrating5.9505.050
Totaal39.71738.920
 
In de toekomstige situatie zal de totale verharde oppervlakte met 39.717 m² - 38.920 m² = 797 m² afnemen. Derhalve is watercompensatie niet noodzakelijk. Het hemelwater dat op het dak van de kas valt wordt opgevangen in het gietwaterbassin en de silo’s. Het hemelwater wordt vervolgens gebruikt als gietwater voor de teelt.
   
LKP Plants (Van Hasseltweg 1)
OmschrijvingVoormalig (oppervlakte in m²)Bestaand (oppervlakte in m²)Nieuw (oppervlakte in m²)
Bedrijfswoning1270Ca. 186
Bedrijfsbebouwing2.3461.636Ca. 3626
Kas89.71241.96584.195
Silo's3513512.157
WOT176176176
Bestrating2.6632.218Ca. 7.036
Totaal95.37546.346Ca. 97.376
 
In de toekomstige situatie zal de totale verharde oppervlakte met circa 97.376 m² - 46.346 m² = 51.030 m² toenemen. Ten opzichte van de voormalige situatie is er sprake van een toename van circa 97.376 m² - 95.375 m² = 2.001 m². Opgemerkt wordt dat hierbij geen rekening is gehouden met het surplus van de Warmtecoöperatie Zuidplaspolder. Het hemelwater dat op het dak van de kas valt wordt opgevangen in het gietwaterbassin en de silo’s. Het hemelwater wordt vervolgens gebruikt als gietwater voor de teelt.
   
Warmtehub (Warmtecoöperatie Zuidplaspolder) 
OmschrijvingVoormalig (oppervlakte in m²)Bestaand (oppervlakte in m²)Nieuw (oppervlakte in m²)
Bedrijfsbebouwing710-Ca. 1.200
Kas9.625- 
WOT--Ca. 1.725
Bestrating665320Ca. 1.300
Totaal11.000320Ca. 4.225
In de toekomstige situatie zal de totale de verharde oppervlakte met circa 4.225 m² - 320 m² = 3.905 m² toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Ten opzichte van de voormalige situatie is er sprake van een afname van circa 4.225 m² - 11.000 m² = 6.775 m².
 
Totaal
Conform het beleid van het HHSK hoeft voor de eerste 500 m² geen compensatie plaats te vinden. Wanneer de drie deelontwikkelingen samengenomen worden is sprake van een afname 5.571 m² (797 - 2001 + 6.775). Dit betekent dat er geen toename aan verharding plaatsvindt en watercompensatie niet benodigd is.
Afvalwater kan worden afgevoerd naar het vuilwaterriool. Hierbij wordt geen gebruik gemaakt van uitlogende bouwmaterialen. Het afvalwater wordt afgevoerd via het gemeentelijk rioolstelsel.
 
Geconcludeerd kan worden dat het aspect water geen belemmering vormt voor onderhavige ontwikkeling.
                  
2.1.4 Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel
 
2.1.4.1 Planomschrijving
Het initiatief betreft het omzetten van de agrarische bedrijfswoning aan het perceel Verbindingsweg 3 te Nieuwerkerk aan den IJssel naar een plattelandswoning. Op dit moment wordt de woning niet meer gebruikt ten dienste van een agrarisch bedrijf, waardoor wordt verzocht om de woning zonder relatie met een agrarisch bedrijf te kunnen bewonen.
 
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Huidige situatie plangebied (bron: Google Maps)
 
Op dit moment is het plangebied bebouwd met een voormalige bedrijfswoning. De bedrijfswoning maakte van oudsher onderdeel uit van een glastuinbouwbedrijf en heeft de status van bedrijfswoning. Omdat er geen relatie meer is tussen de voormalige bedrijfswoning en een glastuinbouwbedrijf, is het voornemen om de status van de bedrijfswoning te wijzigen naar 'plattelandswoning'. Een plattelandswoning is een voormalige agrarische bedrijfswoning die door derden, die geen functionele binding hebben met het bedrijf, mag worden bewoond. Hierbij wordt aan de plattelandswoning een lager beschermingsniveau toegekend dan aan een burgerwoning. De woning wordt immers nog gezien als onderdeel van de agrarische inrichting. Dit is geregeld in de Wet plattelandswoningen.
 
De omzetting van de woning levert geen beperkingen op voor nabij gelegen agrarische bedrijven. De juridische status van 'plattelandswoning' brengt immers met zich mee dat binnen de Wet milieubeheer de woning nog wel onderdeel uitmaakt van de agrarische inrichting. In toelichting paragraaf 2.1.4.3 wordt aangetoond dat de woonfunctie aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat en er voor omliggende (agrarische) bedrijven geen sprake is van onevenredige milieuhygiënische belemmeringen.
 
Initiatiefnemer heeft reeds een vooroverleg ingediend bij de gemeente Zuidplas. Op 9 maart 2021 is middels een principebesluit (kenmerk: B21.000082) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staat tegenover het plan.
 
Verkeer en parkeren
De functiewijziging naar 'plattelandswoning' heeft geen ruimtelijke gevolgen. Het gebruik en de bebouwing blijft ongewijzigd. Hierdoor zal het bestaande aantal verkeersbewegingen en de parkeerbehoefte niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie. Op dit moment wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein voorzien en dat is ook zo in de beoogde nieuwe situatie.
 
2.1.4.2 Geldend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan 'Zuidplas West', vastgesteld op 2 juli 2009 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel. De gronden hebben de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', waarbij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een agrarische bedrijfswoning is toegestaan.
Verder gelden de gebiedsaanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebied 5', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2', 'geluidszone - weg' en 'geluidszone - spoor'.
 
Tevens geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'. Het plangebied is niet voorzien van een archeologische dubbelbestemming.
 
De navolgende afbeelding geeft een uitsnede van de verbeelding weer. 
 
Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Zuidplas West' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl
 
Omdat de bedrijfswoning geen binding meer heeft met een agrarisch bedrijf is het huidig gebruik van de bedrijfswoning als burgerwoning in strijd met het geldende bestemmingsplan. Derhalve is het voornemen de functieaanduiding 'bedrijfswoning' te wijzigen in de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning'. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet hierin, waarbij de plangrens is afgebakend langs de huidige functieaanduiding 'bedrijfswoning', inclusief de bijbehorende tuinen en bebouwing. Hierbij wordt het bouwvlak verkleind tot de locatie van de beoogde plattelandswoning. Verder zullen de relevante gebiedsaanduidingen worden overgenomen. Tevens wordt aan de begripsbepalingen het begrip 'plattelandswoning' toegevoegd. Hiermee is duidelijk dat aangesloten wordt op de landelijke wet- en regelgeving omtrent plattelandswoningen. 
 
2.1.4.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de functiewijziging van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning, is voor de aspecten: archeologie, ecologie/stikstofdepositie, water, bodem, geluid, luchtkwaliteit externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Ter toelichting daar op het volgende:
 
Bodem
Het voorliggende plan voorziet, met de omzetting van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning, niet in een bestemmingswijziging naar een strenger bodemgebruik of wezenlijk andere gebruiksmogelijkheden van de gronden (in het kader van het aspect bodem). Ook zijn er geen aanwijzingen aanwezig die duiden op een mogelijke bodemverontreiniging ter plaatse van de woning. De omzetting heeft geen gevolgen voor de eisen die gesteld worden aan de bodemkwaliteit. Een bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk.
 
Geluid
In voorliggend bestemmingsplan gaat het om de herbestemming van een bedrijfswoning, een geluidsgevoelig object. De bedrijfswoning is gelegen nabij de Verbindingsweg. Voor deze weg geldt vanuit de Wet geluidhinder een onderzoeksplicht voor geluidsgevoelige objecten. Vanuit de Wet geluidhinder wordt er echter geen onderscheid gemaakt tussen een bedrijfswoning en een plattelandswoning. Er is dus geen sprake van een nieuwe situatie. Indien in de bestaande situatie sprake is van een overschrijding van de grenswaarde, moet in het verleden een ontheffing zijn aangevraagd in het kader van het geldende bestemmingsplan 'Zuidplas West'. Dit is niet het geval. Er kan derhalve vanuit worden gegaan dat er ten aanzien van het wegverkeerslawaai sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
 
Externe veiligheid
Uit raadpleging van de risicokaart Nederland blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle (Bevi)-inrichtingen, transportroutes voor gevaarlijke stoffen door buisleidingen en/ of transportroutes over weg, water en spoor aanwezig zijn, die nader beschouwd moeten worden.
Op een afstand van ca. 450 m van het plangebied, ligt de A20. Het plangebied ligt hiermee niet binnen het gebied van 200 m van de A20 waar mogelijk ruimtelijke beperkingen aan ontwikkelingen gesteld kunnen worden, maar ligt wel binnen het effectgebied van de A20. De herbestemming heeft echter geen gevolgen voor het aantal aanwezige personen, omdat er reeds een bedrijfswoning aanwezig is.
 
Milieuzonering
Wonen wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een milieugevoelige bestemming. Derhalve moet gekeken worden of in de omgeving van het plangebied bedrijven aanwezig zijn met een milieucontour die over het plangebied ligt. Omdat de voormalige bedrijfswoning als plattelandswoning wordt bestemd, is de milieuhinder van het bedrijf waar het vanaf gesplitst wordt niet relevant. Daarnaast moet nog wel worden gekeken naar de eventuele milieugevolgen van bedrijven van derden. In de omgeving van het plangebied zijn enkel glastuinbouwbedrijven aanwezig.
 
In de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009) wordt onderscheid gemaakt in niet-bindende richtafstanden voor de omgevingstypen 'gemengd gebied' en 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied'. Lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. In de omgeving van het plangebied, het (glas)tuinbouwgebied, komt relatief veel agrarische bedrijvigheid voor, waardoor deze wordt aangemerkt als een gemengd gebied. Dit betekent dat de richtafstanden met één afstandsstap kunnen worden verminderd, met uitzondering van het aspect gevaar.
 
Voor een glastuinbouwbedrijf geldt een richtafstand van 10 m binnen gemengd gebied. De afstand tot de dichtstbijzijnde kas van derden is meer dan 10 m. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstand van 10 m. Gezien het voorgaande vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de bestemmingswijziging.
 
2.1.5 Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel
2.1.5.1 Planomschrijving
Het initiatief betreft het omzetten van de agrarische bedrijfswoningen aan de Parallelweg-Noord 14 en 16 te Nieuwerkerk aan den IJssel naar een reguliere woonbestemming. Reden voor de aanvraag is dat de bewoners al voor een lange tijd geen agrarische bedrijfsactiviteiten meer uitvoeren rondom hun perceel. Daarnaast willen de aanvragers graag hun huis verkopen en is dat enkel mogelijk middels een bestemmingswijziging.
 
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Huidige situatie plangebied (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Op dit moment is het plangebied bebouwd met twee voormalige bedrijfswoningen. De bedrijfswoningen maakten van oudsher onderdeel uit van het glastuinbouwbedrijf aan de Parallelweg 12 en hebben de status van 'bedrijfswoning'. De agrarische activiteiten van dit bedrijf en deze woningen zijn echter al voor een lange tijd gescheiden, ten minste sinds 2005. De woningen zijn daarmee in feite niet meer als bedrijfswoning in gebruik. Door een bestemmingsplanwijziging kunnen de woningen daarom geactualiseerd worden naar het huidige gebruik.
 
In toelichting paragraaf 2.1.4.3 wordt aangetoond dat de woonfunctie aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat en er voor omliggende (agrarische) bedrijven geen sprake is van onevenredige milieuhygiënische belemmeringen. De omzetting van de woningen levert geen beperkingen op voor nabij gelegen agrarische bedrijven.
 
Initiatiefnemer heeft reeds een vooroverleg ingediend bij de gemeente Zuidplas. Op 15 december 2021 is middels een principebesluit (kenmerk: B21.000708) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staat tegenover het plan.
 
Verkeer en parkeren
De functiewijziging naar 'burgerwoning' heeft geen ruimtelijke gevolgen. Het gebruik en de bebouwing blijft ongewijzigd. Hierdoor zal het bestaande aantal verkeersbewegingen en de parkeerbehoefte niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie. Op dit moment wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein voorzien en dat is ook zo in de beoogde nieuwe situatie.
 
2.1.5.2 Geldend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan 'Zuidplas West', vastgesteld op 2 juli 2009 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel. De gronden hebben de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw', waarbij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een agrarische bedrijfswoning is toegestaan.
Verder gelden de gebiedsaanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebied 4', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 1', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2', 'veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 1', 'veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 2' en 'geluidzone - weg'.
 
Tevens geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'. Het plangebied is niet voorzien van een archeologische dubbelbestemming.  
 
De navolgende afbeelding geeft een uitsnede van de verbeelding weer. 
 
Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Zuidplas West' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Omdat de bedrijfswoning geen binding meer heeft met een agrarisch bedrijf is het huidig gebruik van de bedrijfswoning als burgerwoning in strijd met het geldende bestemmingsplan. Derhalve is het voornemen de gronden te voorzien van een woonbestemming met een bouwvlak voor beide woningen. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet hierin, waarbij de plangrens is afgebakend op basis van de huidige kadastrale eigendomssituatie. Het gehele plangebied wordt voorzien van de bestemming 'Wonen', met twee bouwvlakken voor vrijstaande woningen. Het maximum aantal wooneenheden is aangeduid, evenals de maximum goot- en bouwhoogte  (resp. 7 en 10 m). Er wordt tevens een bestaande garage aangeduid met de bouwaanduiding 'bijgebouwen'.
 
2.1.5.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de functiewijziging van een bedrijfswoning naar een burgerwoning, is voor de aspecten: archeologie, ecologie/stikstofdepositie, bodem, geluid, luchtkwaliteit externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Het planvoornemen is globaal getoetst door de ODMH. Uit deze globale toetsing kwam naar voren dat de betreffende woningen op voldoende afstand liggen van het agrarisch bedrijf op Parallelweg 12, dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat het planvoornemen onder voorwaarde kan voldoen aan milieuwetgeving.
Deze voorwaarden zijn:
  • De woningen worden gesitueerd in het bouwvlak waar ze nu staan. Zolang de woningen op deze plek blijven staan, is er geen toetsing nodig aan de Wet geluidhinder.
  • Er wordt één procedure toegepast voor de omzetting van zowel Parallelweg-Noord 14 als 16. Wanneer dit niet gedaan zal worden, zal dit betekenen dat de burgerwoning tussen een agrarische bedrijfswoning en een agrarisch gebied in valt. Milieukundig gezien is dat geen wenselijke situatie. Daarnaast heeft de bewoner van nummer 16 reeds aangegeven deel te willen nemen aan een bestemmingswijziging. Er wordt daarmee verwacht aan deze voorwaarde te kunnen voldoen.
Aan deze voorwaarden wordt in onderhavig geval voldaan.
2.1.6 Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen
2.1.6.1 Planomschrijving
Het initiatief betreft het omzetten van de agrarische bedrijfswoning aan het perceel Zuidplasweg 23 te Zevenhuizen naar een plattelandswoning. Op dit moment wordt de woning niet meer gebruikt ten dienste van een agrarisch bedrijf, waardoor wordt verzocht om de woning zonder relatie met een agrarisch bedrijf te kunnen bewonen.
 
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Huidige situatie plangebied (bron: Google Maps)
 
Op dit moment is het plangebied bebouwd met een voormalige bedrijfswoning. De bedrijfswoning maakte van oudsher onderdeel uit van een glastuinbouwbedrijf en heeft de status van bedrijfswoning. Deze woning maakt al voor enige tijd geen onderdeel meer uit van het glastuinbouwbedrijf. De eigenaar van het bedrijf heeft inmiddels op een andere locatie een woning aangekocht. De woning is niet meer benodigd voor het glastuinbouwbedrijf, omdat het niet langer noodzakelijk is dat een werknemer van het glastuinbouwbedrijf op de locatie woont, Alles kan op afstand worden gecontroleerd en bestuurd in geval van calamiteiten. De bedrijfswoning is derhalve niet meer noodzakelijk voor huisvesting van personen die aan het bedrijf zijn gebonden. Omdat er geen relatie meer is tussen de voormalige bedrijfswoning en een glastuinbouwbedrijf, is het voornemen om de status van de bedrijfswoning te wijzigen naar 'plattelandswoning'. Een plattelandswoning is een voormalige agrarische bedrijfswoning die door derden, die geen functionele binding hebben met het bedrijf, mag worden bewoond. Hierbij wordt aan de plattelandswoning een lager beschermingsniveau toegekend dan aan een burgerwoning. De woning wordt immers nog gezien als onderdeel van de agrarische inrichting. Dit is geregeld in de Wet plattelandswoningen.
 
De omzetting van de woning levert geen beperkingen op voor nabij gelegen agrarische bedrijven. De juridische status van 'plattelandswoning' brengt immers met zich mee dat binnen de Wet milieubeheer de woning nog wel onderdeel uitmaakt van de agrarische inrichting. In toelichting paragraaf 2.1.6.3 wordt aangetoond dat de woonfunctie aanvaardbaar is vanuit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat en er voor omliggende (agrarische) bedrijven geen sprake is van onevenredige milieuhygiënische belemmeringen.
 
Initiatiefnemer heeft reeds een vooroverleg ingediend bij de gemeente Zuidplas. Op 8 maart 2022 is middels een principebesluit (kenmerk: B21.000714) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staat tegenover het plan.
 
Verkeer en parkeren
De functiewijziging naar 'plattelandswoning' heeft geen ruimtelijke gevolgen. Het gebruik en de bebouwing blijft ongewijzigd. Hierdoor zal het bestaande aantal verkeersbewegingen en de parkeerbehoefte niet wijzigen ten opzichte van de huidige situatie. Op dit moment wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein voorzien en dat is ook zo in de beoogde nieuwe situatie.
 
2.1.6.2 Geldend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen de begrenzing van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1', vastgesteld op 16 oktober 2018 door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas. De gronden hebben de bestemming 'Agrarisch', waarbij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een agrarische bedrijfswoning is toegestaan.
Tevens geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'. Het plangebied is voorzien van de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3'.
 
De navolgende afbeelding geeft een uitsnede van de verbeelding van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1' weer. 
 
Uitsnede geldende bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Omdat de bedrijfswoning geen binding meer heeft met een agrarisch bedrijf is het huidig gebruik van de bedrijfswoning als burgerwoning in strijd met het geldende bestemmingsplan. Derhalve is het voornemen de functieaanduiding 'bedrijfswoning' te wijzigen in de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - plattelandswoning'. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet hierin, waarbij de plangrens is afgebakend langs de huidige functieaanduiding 'bedrijfswoning' en het kadastraal perceel. Tevens wordt aan de begripsbepalingen het begrip 'plattelandswoning' toegevoegd. Hiermee is duidelijk dat aangesloten wordt op de landelijke wet- en regelgeving omtrent plattelandswoningen.
2.1.6.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de functiewijziging van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning, is voor de aspecten: archeologie, ecologie/stikstofdepositie, water, bodem, geluid, luchtkwaliteit externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig. Ter toelichting daar op het volgende:
 
Bodem
Het voorliggende plan voorziet, met de omzetting van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning, niet in een bestemmingswijziging naar een strenger bodemgebruik of wezenlijk andere gebruiksmogelijkheden van de gronden (in het kader van het aspect bodem). Ook zijn er geen aanwijzingen aanwezig die duiden op een mogelijke bodemverontreiniging ter plaatse van de woning. De omzetting heeft geen gevolgen voor de eisen die gesteld worden aan de bodemkwaliteit. Een bodemonderzoek is derhalve niet noodzakelijk.
 
Geluid
In voorliggend bestemmingsplan gaat het om de herbestemming van een bedrijfswoning, een geluidsgevoelig object. De bedrijfswoning is gelegen nabij de N219. Voor deze weg geldt vanuit de Wet geluidhinder een onderzoeksplicht voor geluidsgevoelige objecten. Vanuit de Wet geluidhinder wordt er echter geen onderscheid gemaakt tussen een bedrijfswoning en een plattelandswoning. Er is dus geen sprake van een nieuwe situatie. Indien in de bestaande situatie sprake is van een overschrijding van de grenswaarde, moet in het verleden een ontheffing zijn aangevraagd in het kader van het geldende bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1'. Dit is niet het geval. Er kan derhalve vanuit worden gegaan dat er ten aanzien van het wegverkeerslawaai sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
 
Externe veiligheid
Uit raadpleging van de risicokaart Nederland blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle (Bevi)-inrichtingen, transportroutes voor gevaarlijke stoffen door buisleidingen en/ of transportroutes over weg, water en spoor aanwezig zijn, die nader beschouwd moeten worden.
Wel ligt op een afstand van ca. 220 m ten zuidwesten van het plangebied, een tankstation met lpg. Dit tankstation heeft een vergunde jaardoorzet van meer dan 1.000 m³ lpg. Daarbij hoort milieucategorie 4.1 en een richtafstand van 200 m. Het plangebied ligt niet binnen deze richtafstand. De herbestemming heeft daarnaast geen gevolgen voor het aantal aanwezige personen, omdat er reeds een bedrijfswoning aanwezig is.
 
Milieuzonering
Wonen wordt in het kader van bedrijven en milieuzonering gezien als een milieugevoelige bestemming. Derhalve moet gekeken worden of in de omgeving van het plangebied bedrijven aanwezig zijn met een milieucontour die over het plangebied ligt. Omdat de voormalige bedrijfswoning als plattelandswoning wordt bestemd, is de milieuhinder van het bedrijf waar het vanaf gesplitst wordt niet relevant. Daarnaast moet nog wel worden gekeken naar de eventuele milieugevolgen van bedrijven van derden. In de omgeving van het plangebied zijn voornamelijk glastuinbouwbedrijven aanwezig.
 
In de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (editie 2009) wordt onderscheid gemaakt in niet-bindende richtafstanden voor de omgevingstypen 'gemengd gebied' en 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied'. Lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. In de omgeving van het plangebied, het (glas)tuinbouwgebied, komt relatief veel agrarische bedrijvigheid voor, waardoor deze wordt aangemerkt als een gemengd gebied. Dit betekent dat de richtafstanden met één afstandsstap kunnen worden verminderd, met uitzondering van het aspect gevaar.
 
Voor een glastuinbouwbedrijf geldt een richtafstand van 10 m binnen gemengd gebied. De afstand tot de dichtstbijzijnde kas van derden is meer dan 10 m. Hiermee wordt voldaan aan de richtafstand van 10 m.
 
Tevens ligt tegenover de woning een goederenwegvervoerbedrijf met milieucategorie 3.1. Gezien de ligging in gemengd gebied kan de richtafstand verlaagd worden naar 30 m. De afstand tot de woning bedraagt 48 m, waarmee voldaan wordt aan de richtafstand.
 
Gezien het voorgaande vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de bestemmingswijziging.
 
2.1.7 Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen
2.1.7.1 Planomschrijving
De initiatiefnemer is voornemens om op de planlocatie aan het Zuideinde 12 en 13 in Zevenhuizen twee aaneengebouwde woningen te vervangen door twee vrijstaande woningen, waarbij ook een deel van het perceel Zuideinde 10b wordt betrokken. De planlocatie is gelegen ten zuiden van de kern Zevenhuizen in de nabijheid van het recreatiegebied Rottemeren en het Ringvaartpark. De verdere omgeving van het plangebied bestaat voornamelijk uit agrarische landbouwgronden. De onderlinge kavels worden gescheiden door kavelsloten en/of lijnen in het landschap. Het plangebied is gelegen in een bebouwingslint vanuit de kern Zevenhuizen. In de nabije omgeving van de locatie zijn enkele agrarische bedrijven en burgerwoningen gelegen.
 
De navolgende afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Op de planlocatie aan het Zuideinde 12 en 13 in Zevenhuizen was voorheen een pand gesitueerd bestaande uit één bouwlaag met een kap met daarin twee burgerwoningen. Het pand verkeerde in een bouwkundig vervallen staat en is inmiddels gesloopt. Verder waren diverse bijgebouwen aanwezig die de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse niet ten goede kwamen. Aan de noordzijde is een watergang gelegen.
 
De navolgende afbeelding toont een impressie van de huidige situatie.
 
Impressie situatie medio 2022 vanaf het zuidoosten in de richting van de planlocatie
 
De beoogde ontwikkeling op de planlocatie aan het Zuideinde 12 en 13 betreft de sloop van de bestaande opstallen en de realisatie van twee vrijstaande woningen. Qua maatvoering wordt aangesloten bij de mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan, met een goot- en bouwhoogte van respectievelijk 4 en 7 m en een maximale inhoud van 750 m³. Ten behoeve van het voorgenomen plan zal de watergang aan de noordzijde gedempt worden, dit oppervlakte dient vervolgens gecompenseerd te worden. Het voornemen is de gedempte sloop te compenseren op het perceel aan het Zuideinde 10b, dit wordt nader toegelicht in toelichting paragraaf 2.1.7.3 onder het kopje 'Water'.
 
Ruimtelijke inpassing
Door de ligging aan het lint aan het Zuideinde, in de bocht van het Zuideinde en de Van Oudheusdenweg en in de omgeving van het agrarisch landschap is het van belang dat de beoogde woningen ruimtelijk goed worden ingepast. Er dient rekening te worden gehouden met de toegang tot het achtergelegen recreatiegebied Rottemeren en het Ringvaartpark. De beoogde woningen zullen geplaatst worden in een vorm die meegaat met de bocht van het Zuideinde en de Van Oudheusdenweg. De rooilijnen van de beoogde woningen zijn afgestemd op de woningen in de omgeving van de planlocatie.
 
Initiatiefnemers hebben reeds een vooroverleg ingediend bij de gemeente Zuidplas. Op 17 september 2020 is middels een principebesluit (kenmerk: B20.000392) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat ze positief staan tegenover het plan.
 
Onderstaande afbeelding toont de toekomstige inrichting van het plangebied.
 
 
Situatietekening beoogde situatie (bron: Stedenbouwkundig tekenbureau Frans van Kleef d.d. 27 september 2022)
 
Verkeer en parkeren
Het voornemen is om in de toekomstige situatie gebruik te maken van de bestaande ontsluitingsweg op het Zuideinde. In de huidige situatie zijn reeds twee woningen aanwezig, dus is er geen sprake van een verandering in het aantal verkeersbewegingen. De bestaande infrastructuur aan het Zuideinde is in staat om deze verkeersgeneratie te verwerken.
 
In de 'Nota Parkeernormen 2019' wordt de parkeerbehoefte bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen bepaald. De parkeernorm bedraagt, uitgaande van de parkeernormen horende bij 'koop, vrijstaand' 2,6 parkeerplaatsen per woning, afgerond 6 parkeerplaatsen. De benodigde parkeerplaatsen worden binnen het plangebied op eigen terrein gerealiseerd.
 
2.1.7.2 Geldend bestemmingsplan
De gemeente Zuidplas heeft op 16 februari 2022 de beheersverordening 'Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas' vastgesteld. Hierin wordt verwezen naar de beheersverordening 'Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas' (6 maart 2018). Vervolgens wordt hierin verwezen naar het bestemmingsplan 'Eendragtspolder' (vastgesteld 13 december 2005). Ter plaatse gelden de bestemmingen 'Woondoeleinden' en 'Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden'. Binnen de bestemming 'Woondoeleinden' is een bouwvlak opgenomen. Verder geldt de aanduiding 'cultuurhistorische waardevolle bebouwing' en aan de oostkant de dubbelbestemming 'Leidingen'.
 
Ten slotte geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie', waarbinnen het plangebied is voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2'.
 
De volgende afbeelding toont een fragment van de verbeelding ter plaatse van het plangebied.
 
Fragment bestemmingsplan 'Eendragtspolder' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Het voorgenomen plan betreft de realisatie van twee vrijstaande woningen. De beoogde woningen zijn grotendeels binnen de bestemming 'Woondoeleinden' gelegen, echter zal een deel van de beoogde woningen buiten het bouwvlak worden gesitueerd. Daarnaast is een deel van de beoogde woning aan het Zuideinde 13 gelegen binnen de bestemming 'Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden'. Hierdoor is de beoogde ontwikkeling in strijd met het geldende bestemmingsplan.
 
Onderhavig bestemmingsplan maakt het initiatief planologisch mogelijk door de beoogde woonpercelen te voorzien van de bestemming 'Wonen'. Ter plaatse van de beoogde woningen zal de planlocatie worden voorzien van een bouwvlak. Binnen het bouwvlak zal de bouwaanduiding 'vrijstaand' en maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 2' worden overgenomen. Verder wordt geregeld dat de goot- en bouwhoogte maximaal resp. 4 en 10 m mogen bedragen. Voorts wordt geregeld dat de afgesproken maximum inhoudsmaat van 820 en 970 m³ is toegelaten. Om het bestemmingsplan in lijn te brengen met recente bestemmingsplannen binnen de gemeente Zuidplas, wordt niet langer een tuinbestemming gehanteerd.
Het zuidelijke deel van het perceel behoudt de agrarische bestemming; hiervoor wordt in het voorliggende verzamelplan de bestemming 'Agrarisch' gehanteerd. Hier zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten.
In navolging van het geldende bestemmingsplan wordt de watergang op de rand van het plangebied niet als zodanig bestemd. De dubbelbestemmingen 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waarde - Archeologie - 2' zullen gehandhaafd blijven.
 
2.1.7.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Ten behoeve van het onderhavige initiatief zijn diverse milieuonderzoeken uitgevoerd, namelijk voor de aspecten bodem, geluid, ecologie en archeologie. Voor de volgende onderdelen is geen nader onderzoek nodig: milieuzonering, externe veiligheid en luchtkwaliteit, deze aspecten worden derhalve globaal onderbouwd.
 
Geluid
Door Goudappel Coffeng is op 7 november 2022 een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting op de beoogde woningen uitgevoerd, zie bijlagen bij toelichting bijlage 8. De woningen zijn gelegen binnen de wettelijke geluidzones van de provincialeweg N219, Zuideinde, Van Oudheusdenweg en de Zuidplasweg.
De geluidsbelastingen zijn getoetst voor de afzonderlijke geluidsbronnen. Er zijn hierbij geen overschrijdingen berekend van de voorkeursgrenswaarde. De maximaal berekende geluidsbelasting bedraagt 48 dB ten gevolge van de N219. Omdat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden, is nader onderzoek naar geluidsreducerende maatregelen niet noodzakelijk.
 
Ecologie
Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling is door GROENTEAM een ecologisch onderzoek uitgevoerd (Groenteam, 29 september 2020, zie bijlagen bij toelichting bijlage 9).
 
Soortenbescherming
De situatie vergt nader veldonderzoek van de woonbebouwing naar gebruik door vleermuizen en huismus. Hiertoe is een nader ecologisch onderzoek uitgevoerd (GROENTEAM, 29 september 2021, zie bijlagen bij toelichting bijlage 10). Uit dit nader onderzoek blijkt dat er geen verblijfplaatsen of vaste vliegroutes zijn aangetroffen in het werkgebied. Er zijn in totaal 8 huismusnesten aan het te slopen pand vastgesteld. Deze nesten vergen vóór de sloop, aanvraag van ontheffing waarbij zowel ter overbrugging als permanent in vervangende nestelplaatsen moet worden voorzien, te weten voor elke nestelplaats twee vervangende plaatsen. Overige broedvogels kunnen op diverse plekken in het werkgebied worden verwacht, zoals aan de woonbebouwing, in de schuurtjes, langs de oevers en in de begroeiing. Sloop, kap en/of terrein opschonen dienen buiten het broedseizoen plaats te vinden, dus tussen augustus en eind maart.
 
Gebiedsbescherming
Het plangebied vormt geen onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland'. Natura 2000-gebied of van ‘bijzondere weidevogelgebieden. Op de planlocatie zijn geen condities aanwezig welke gebruik door aangewezen soorten uit Natura 2000-gebied mogelijk maken: de regelgeving van de ‘externe werking Natura 2000’ is dus niet van toepassing. Het betreft Natura 2000-gebied ‘Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein’ dat zich op een afstand van ca. 11 km bevindt en Natura 2000-gebied ‘Boezems Kinderdijk’ op ca. 12,5 km afstand. De voorgenomen ontwikkeling gaat gepaard met de uitstoot van stikstof in de gebruiks- en aanlegfase. Derhalve is er een AERIUS-berekening uitgevoerd (Buro SRO, d.d. 24 juli 2023, zie bijlagen bij toelichting, bijlage 29).
 
Uit de AERIUS-berekening volgt dat er in de gebruiks- en de aanlegfase geen rekenresultaten hoger dan 0,00 mol/ha/j op de nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn. Er kan geconcludeerd worden dat de stikstofdepositie vanwege de beoogde ontwikkeling geen significante gevolgen heeft voor Natura 2000-gebieden. Daarmee is er geen vergunning nodig in het kader van de Wet natuurbescherming.
 
Conclusie
De benodigde ontheffing voor de huismus is verleend (15 maart 2022, kenmerk: ODH258002). Daarmee kan geconcludeerd worden dat het aspect ecologie geen belemmering vormt.
 
Bodem
Bij een woningbouwontwikkeling dient in beginsel een bodemonderzoek te worden uitgevoerd. In verband hiermede heeft Arnicon B.V. een verkennend bodem en -asbestonderzoek uitgevoerd, rapport C20-343-O8, september 2020: zie bijlagen bij toelichting bijlage 11. Het doel van het verkennend bodemonderzoek is inzicht te verkrijgen of en in hoeverre het voormalige, dan wel het huidige gebruik van de locatie geleid kan hebben tot verontreiniging van de bodem. Het onderzoek wordt zodanig uitgevoerd, dat een milieuhygiënische beoordeling kan worden gegeven ten aanzien van het (toekomstige) gebruik van de locatie. Het doel van het verkennend asbestonderzoek in de bodem is om vast te stellen of de verdenking van bodemverontreiniging met asbest terecht is. Het bepalen van de omvang van een eventueel aan te treffen verontreiniging valt buiten het kader van het verkennend onderzoek.
 
Conclusie
Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd, dat de hypothese "onverdacht" voor bodemverontreiniging boven het in de bodemkwaliteitskaart vastgelegde achtergrondniveau (klasse industrie) dient te worden verworpen. Dit naar aanleiding van de aangetroffen matig tot sterke verontreinigingen met lood en zink in de bovengrond. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Deze verontreinigingen geven formeel aanleiding tot het verrichten van een nader onderzoek of het nemen van saneringsmaatregelen. Op basis van Nader bodemonderzoek conform NTA 5755 (Arnicon B.V., Rapport C20-480-N, d.d. 28 december 2020, zie bijlagen bij toelichting, bijlage 12), wordt gesteld dat de verontreiniging waarschijnlijk geheel of grotendeels is ontstaan voor 1987 en wordt derhalve beschouwd als ‘historisch’. De hoeveelheid sterk verontreinigde grond in de laag van 0,0-0,5 m-mv bedraagt naar schatting 230 m³. Op basis van deze inschatting is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van het erf achter het woonhuis.
 
Voor werkzaamheden in de verontreinigde grond is conform CROW 400 vastgesteld dat geen veiligheidsklasse van toepassing is.
 
Aanbevelingen
Het wettelijke criterium voor een ernstig geval van bodemverontreiniging wordt op deze locatie overschreden omdat circa 230 m³ grond sterk verontreinigd is met zink. Dat betekent dat voor de herontwikkeling, sanerende maatregelen moeten worden uitgevoerd. Deze kunnen bestaan uit:
  • (gedeeltelijke) Ontgraving van de verontreiniging;
  • Isolatie van de verontreiniging door middel van een leeflaag of afdeklaag;
  • In-situ sanering van de verontreiniging;
  • Een combinatie van de bovengenoemde werkwijzen.
De opdrachtgever zal - conform de BUS-melding - een leeflaag aanbrengen t.p.v. de verontreiniging. Dit geschiedt op korte termijn. Het is derhalve niet zinvol om de verontreiniging nog gedetailleerder in kaart te brengen.
 
Voorafgaand aan de voorgenomen werkzaamheden kan er met behulp van een BUSmelding (gestandaardiseerd saneringsplan) het voornemen tot saneren worden ingediend bij het bevoegd gezag (Omgevingsdienst Midden-Holland).
 
De saneringsmaatregel en/of het grondwerk zal uitgevoerd dienen te worden door een voor de BRL 7000 erkende aannemer en begeleid dienen te worden door een voor de BRL 6000 erkende milieukundig begeleider. Op 15 juni 2022 is hiervoor een BUS-melding ingediend bij Omgevingsdienst Midden-Holland.
 
Daarnaast dienen sloopwerkzaamheden waarbij in de grond gewerkt wordt, waarbij onder het maaiveld werkzaamheden plaatsvinden, tevens uitgevoerd te worden door een BRL 7000 erkende aannemer.
 
Archeologie
Het plangebied bevindt zich, gebaseerd op het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' in archeologisch waardevol gebied. Daarom is een archeologisch onderzoek uitgevoerd (Transect, 9 maart 2021, zie bijlagen bij toelichting, bijlage 13). Uit dit onderzoek blijkt dat er sprake is van een lage verwachting. Daarom wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkelingen. Wel geldt dat wanneer tijdens de grondwerkzaamheden in het plangebied onverhoopt toch archeologisch relevante zaken tevoorschijn komen, deze conform de Erfgoedwet 2016, artikel 5.10 moeten worden gemeld bij het bevoegd gezag (in deze de gemeente Zuidplas).  Geconcludeerd kan worden dat het aspect archeologie geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling. Om die reden is voor deze locatie geen archeologische dubbelbestemming opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan.
 
Water
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Echter zal de bestaande watergang aan de noordzijde worden gedempt. Hierdoor ontstaat een compensatieplicht van 374 m² open water. Het voornemen is de compensatie te realiseren op het perceel aan het Zuideinde 10b. Op 1 oktober 2020 is hiervan melding gedaan bij Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard (HHSK). Het HHSK heeft goedkeuring gegeven aan het voorgenomen plan.
 
2.2 Snippergroen
 
2.2.1 Goudmos 68 in Nieuwerkerk aan den IJssel
  
2.2.1.1 Planomschrijving
Op het perceel aan de Goudmos 68 in Nieuwerkerk aan den IJssel bevindt zich een woning met aangrenzende tuin. Het voornemen is om de tuin richting de zuidzijde uit te breiden met ca. 28 m², door de grond van de gemeente Zuidplas aan te kopen. Tevens wordt een 2 m hoge schutting doorgetrokken.
Op dit moment is de grond ingericht als voetpad ter ontsluiting van de tuin, schuur en achterdeur van de woning en deels als groenstrook. De betreffende deur is niet de voordeur van de woning, dus gaat het hier om de achterzijde van de woning. Onderstaande afbeeldingen tonen de globale begrenzing van het plangebied en de huidige situatie.
    
Globale begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: Google Maps)
Huidige situatie plangebied vanaf de Goudmos (bron: initiatiefnemer)
 
2.2.1.2 Geldend bestemmingsplan
De planlocatie is gelegen binnen de begrenzing van de Partiële herziening beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel (vastgesteld d.d. 16 februari 2022), waarin voor wat betreft het onderhavige perceel verwezen wordt naar het bestemmingsplan 'Zuidplaspolder 2008'. De gronden hebben de bestemming 'Verkeer-Verblijf', waarbinnen de planlocatie niet is voorzien van een bouwvlak of een functieaanduiding.  
  
De volgende afbeelding toont een fragment van de verbeelding ter plaatse van het plangebied.
 
Uitsnede bestemmingsplan 'Zuidplaspolder 2008' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Omdat de gronden bestemd zijn voor 'Verkeer - Verblijf' is het gebruik als tuin strijdig met het geldende bestemmingsplan. Derhalve is het voornemen de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Wonen', waarbij de plangrens is afgebakend langs het nieuwe kadastrale perceel. Het perceelsgedeelte wordt niet voorzien van een bouwvlak. Er zijn bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan. Het gaat hier om een achtererfsituatie, wat betekent dat ook de beoogde schutting van 2 m hoog vergunningvrij mogelijk is, conform Bijlage II bij het Bor Hoofdstuk II artikel 2, lid 12.a onder 3, wanneer hier geen redelijke eisen van welstand van toepassing zijn. Uit de Welstandsnota Zuidplas 2015 blijkt dat de planlocatie in welstandsvrij gebied ligt. Daarmee is het dus toegestaan de beoogde schutting op de voorgestelde locatie te realiseren en hoeft daar geen specifieke regeling voor te worden opgenomen.
 
2.2.1.3 Milieu- en omgevingsaspecten
Gezien de aard van de ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt vormen de milieu- en omgevingsaspecten geen belemmering voor het voorgenomen plan.
 
2.3 Reparatie
 
2.3.1 Zevenhuizerplas
Een deel van de Zevenhuizerplas maakt onderdeel uit van 'Beheersverordening Eendragtspolder, Oud Verlaat en Zevenhuizerplas' (vastgesteld d.d. 16 februari 2022), maar daarin ontbreekt een planologisch regime voor het onderhavige deel. Om die reden wordt nu, in het kader van dit Verzamelplan, een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied vervaardigd, uitgaande van de bestaande situatie. Om die reden wordt uitgegaan van de bestemmingen 'Water' en 'Recreatie'. Het bestaande parkeerterrein ('Parkeerplaats Zevenhuizerplas') aan de Middelweg en een kleinschalige parkeervoorziening nabij de Wollefoppenweg zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer'. Tevens is de dubbelbestemming 'Leiding-Rivierwatertransport' opgenomen.
 
2.3.2 Westringdijk 18 in Nieuwerkerk aan den IJssel
De bewoners van Westringdijk 18 in Nieuwerkerk aan den IJssel willen graag de bestemming die op hun woning ligt, repareren. Op dit moment geldt ter plaatse het bestemmingsplan 'Zuidplas West', waarin het deel waar zich de bestaande woning bevindt, sprake is van de bestemming 'Verkeer - Uit te werken'. Er is een principeverzoek ingediend om medewerking te verlenen aan de gevraagde reparatie. Op 11 januari 2022 is in een principebesluit (kenmerk: B21.000486) door het college van burgemeester en wethouders aangegeven in principe medewerking te willen verlenen aan het wijzigingen van de uit te werken verkeersbestemming naar een reguliere woonbestemming.
 
De onderstaande afbeeldingen tonen een aanzicht en de begrenzing van de planlocatie.
 
Aanzicht bestaande situatie met de woning Westringdijk 18 centraal in het beeld ( bron: google streetview, september 2021)
Globale begrenzing planlocatie - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Geldend bestemmingsplan
Het bestemmingsplan 'Zuidplas West' beoogt in dit deel van Nieuwerkerk aan den IJssel een toekomstige grootschalige woningbouwontwikkeling. In dat verband is ook een wegenstructuur opgenomen middels de bestemming 'Verkeer - Uit te werken'. Er is echter geen overeenkomst of uitkoopregeling getroffen met betrekking tot de grond waar de verkeersbestemming op zou moeten komen. Het is hierdoor niet met zekerheid te stellen dat de toekomstige verkeersbestemming ook daadwerkelijk op deze locatie zal komen.
De uitwerking van het bestemmingsplan dient in een later stadium middels een uitwerkingsplan concreet gemaakt te worden. Een bestemmingswijziging voor de woning aan de Westringdijk 18 zorgt er niet voor dat de uitwerking van het bestemmingsplan in gevaar komt. De woning is immers al aanwezig en bij de uitwerking van het bestemmingsplan dient daar rekening mee gehouden te worden.
 
Uitsnede geldend bestemmingsplan 'Zuidplas West' - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Vertaling naar het bestemmingsplan
Onderhavig bestemmingsplan voorziet het onderhavige perceel van de bestemming 'Wonen'. Ter plaatse van de bestaande woning zal de planlocatie worden voorzien van een bouwvlak. Binnen het bouwvlak zal de bouwaanduiding 'vrijstaand' en maatvoeringsaanduiding 'maximaal aantal wooneenheden: 1' worden overgenomen. Verder wordt geregeld dat de goot- en bouwhoogte maximaal resp. 7 en 10 m mogen bedragen, overeenkomstig de gangbare mogelijkheden. Voor wat betreft de maximum inhoudsmaat wordt uitgegaan van een maximum volume van 750 m³.
 
Milieu- en omgevingsaspecten
Gelet op de aard van het voorliggende initiatief, de herbestemming van een bestaande woonfunctie zonder bouw-of gebruikswijzigingen, is voor de milieu- en omgevingsaspecten zoals archeologie, ecologie, bodem, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, bedrijf- en milieuzonering geen nader onderzoek nodig en vormen deze geen belemmering voor het voorgenomen plan.
 
2.3.3 Beeldkwaliteitplan Gouwe Park
Het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013' is als bijlage 2 bij de regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o.' (vastgesteld op 11 juni 2013) gevoegd. Maar er wordt slechts bij het stellen van nadere eisen naar dit beeldkwaliteitplan verwezen. De behoefte is er om het beeldkwaliteitsplan in sterkere mate te verankeren in het bestemmingsplan.
Voor deze locatie is nadien het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o., eerste herziening' (vastgesteld op 11 oktober 2016) vastgesteld, maar op het onderhavige onderdeel blijft het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Gouwe Park e.o.' van toepassing.
In het jaar 2023 wordt de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas (NOZ) vastgesteld. Het BKP Gouwepark wordt opgenomen in de nota.
  
Vertaling naar het bestemmingsplan  
Beoogd wordt dat bij het bouwen van gebouwen en van bouwwerken geen gebouwen zijnde voldaan wordt aan de beeldkwaliteitscriteria uit het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013'. Naast bouwregels wordt hiervoor een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Voorts worden mogelijkheden geboden om af te wijken. Dit gebeurt in de vorm van een administratieve bepaling (zie onder Overige regels'), met een verwijzing naar de gebiedsaanduiding 'Overige zone - Beeldkwaliteit Gouwe Park'.
Aan de bouwregels van Artikel 4 Bedrijventerrein van het geldende bestemmingsplan wordt voor gebouwen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde een regeling toegevoegd: Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend, indien is aangetoond dat wordt voldaan aan de beeldkwaliteitscriteria zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013 in bijlage 2 bij de regels van het geldende bestemmingsplan 'Gouwe Park e.o.' Indien het beeldkwaliteitsplan gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
 
Tevens wordt een voorwaardelijke verplichting beeldkwaliteitsplan toegevoegd:
Het gebruiken van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in artikel 4.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, is slechts toegestaan indien deze gronden en bouwwerken worden ingericht en ingericht blijven in overeenstemming met algemene beeldkwaliteitscriteria en aanvullende beeldkwaliteitscriteria per zone zoals opgenomen in het Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013 in bijlage 2 bij de regels van het geldende bestemmingsplan 'Gouwe Park e.o.' Indien het beeldkwaliteitsplan gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.
 
Voorts wordt voorzien in een afwijkingsmogelijkheid, om af te wijken van de criteria uit het 'Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Gouwe Park update 2013', waarbij de volgende voorwaarden worden opgenomen:
  1. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de beeldkwaliteitscriteria;
  2. het afwijkingen betreft van ondergeschikte aard;
  3. er sprake is van een ruimtelijke kwaliteitsverbetering.
  
2.3.4 Rottekade 10a in Zevenhuizen
Ter plaatse van de Rottekade 10a te Zevenhuizen bevindt zich een voormalige agrarische bedrijfswoning. Deze bedrijfswoning zou destijds in de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan omgezet worden in een burgerwoning. Tevens wenste de initiatiefnemer een deel van de bedrijfsbebouwing te handhaven en te vernieuwen. Destijds is aangegeven dat deze wijziging geregeld zou worden in de eerstkomende herziening van het bestemmingsplan.
 
Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
   
Vertaling in bestemmingsplan
Onderhavig plan herstelt de omissie en voorziet in de bestemmingswijziging van de bestemming 'Agrarische doeleinden met landschappelijke waarden' in de bestemming 'Wonen'. De woning wordt voorzien van een bouwvlak. Het bouwvlak krijgt de aanduidingen maximum aantal wooneenheden 1, de bouwaanduiding 'vrijstaand' en de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte' van respectievelijk 4 en 8 m.
  
2.3.5 Noordeinde 27 in Zevenhuizen
Voor de locatie aan Noordeinde 27 te Zevenhuizen is door middel van het 'Wijzigingsplan Noordeinde 27 te Zevenhuizen' (vastgesteld 12 april 2012) een bouwvlak toegevoegd ten behoeve van het bouwen van een nieuwe schuur. In het daarna vastgestelde bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' is dit bouwvlak per abuis wegbestemd. Daarnaast klopt de locatie van het bouwvlak niet met de werkelijke situatie. Met voorliggend bestemmingsplan wordt het bouwvlak alsnog toegevoegd.
   
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Vertaling in bestemmingsplan
Ter plaatse van de planlocatie geldt op dit moment het bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' zonder bouwvlak. Dit wordt hersteld door het bouwvlak opnieuw toe te voegen. Het bouwvlak wordt om de feitelijke locatie van de schuur gelegd en aan de zuidkant wordt letterlijk aangesloten bij het bestaande bouwvlak. Op de verbeelding is de maximum goot- en bouwhoogte opgenomen (resp. maximaal 6 en 10 meter). Daarnaast wordt de locatie deels voorzien van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' uit het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'.
 
2.3.6 's-Gravenweg 121 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 121/123' (vastgesteld op 6 maart 2013) is kort na vaststelling vervangen door het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' (vastgesteld op 11 juni 2013). Echter is daarbij de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' per abuis niet overgenomen. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de aanduiding alsnog opgenomen in het bestemmingsplan.
 
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Vertaling in bestemmingsplan
Middels voorliggend bestemmingsplan zal de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' alsnog in het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' opgenomen worden. Hierbij wordt aangesloten op het bestemmingsplan ''s-Gravenweg 121/123'. Tevens wordt de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' overgenomen uit het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie'.
 
2.3.7 Kortenoord naast 100 in Nieuwerkerk aan den IJssel
In het bestemmingsplan 'Kortenoord 2013' (vastgesteld op 14 mei 2013) is de locatie aan het Kortenoord, naast nr. 100, voorzien van de bestemming 'Groen' zonder bouwvlak. De schuur maakt van oudsher onderdeel uit van het complex van de (voormalige) sluizen en het gemaal. Om het complex als geheel te behouden zou de schuur voorzien moeten worden van een bouwvlak. Met voorliggend bestemmingsplan wordt de locatie alsnog voorzien van een bouwvlak.
 
Onderstaande afbeelding toont de begrenzing van de planlocatie.
 
Begrenzing plangebied - plangebied rood omlijnd (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
 
Vertaling in bestemmingsplan
Middels voorliggend bestemmingsplan zal de locatie van een aanduidingsvlak voorzien worden met de aanduiding 'bijgebouwen'. Hierbij wordt qua bestemming aangesloten op het bestemmingsplan 'Kortenoord 2013', waarbinnen voor het aangrenzende perceel een groenbestemming geldt. In betreffende bijgebouw is uitsluitend opslag toegelaten. Er wordt een maatvoering opgenomen voor de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen van respectievelijk maximaal 3 en 5 m. De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' wordt ook in het voorliggende bestemmingsplan voor deze locatie opgenomen.
 
2.4 Omgevingsvergunningen
2.4.1 2e Tochtweg 51 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 4 april 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 2e Tochtweg 51 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft een aanvraag voor de bouw van een woning met bijgebouwen. De bestaande bebouwing zal worden gesloopt. Het bouwen van een nieuwe woning met bijgebouwen is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Om de woning mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 14. De vergunning is op 27 januari 2015 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 2e Tochtweg 51 wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen. Ter plaatse van de nieuwe woning worden de gronden voorzien van een bouwvlak. De maximale goot- en bouwhoogten voor de woning bedragen resp. 5,7 en 8 m. De inhoud van de nieuwe woning mag ten hoogste 1.490 m³ zijn.
 
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen. 
2.4.2 Vierde Tochtweg 3 in Moordrecht
Op 21 december 2012 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Vierde Tochtweg 3 te Moordrecht. Het initiatief betreft het oprichten van een schuur en de aanleg van een paardenbak. Het bouwen van een nieuwe schuur en de aanleg van een paardenbak is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Er is gebruik gemaakt van de saneringsregeling uit het geldende bestemmingsplan. De sloop van 300 m² wordt ingebracht en daarvoor in de plaats wordt een schuur opgericht van 150 m² en wordt een paardenbak aangelegd. Het nieuw te bebouwen oppervlak blijft ruimschoots onder de 250 m² als bedoeld in de saneringsregeling.
 
Uitsnede geldend bestemmingsplan, plangebied rood omlijnd (Bron: Ruimtelijke onderbouwing, Adviesbureau IntROview, 11 maart 2014)
  
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 15. De vergunning is op 11 maart 2014 definitief verleend.
 
Nieuwe situatie (Bron: Ruimtelijke onderbouwing, Adviesbureau IntROview, 11 maart 2014)
 
Vertaling in bestemmingsplan
In navolging van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' is voor het perceel de bestemming 'Wonen' opgenomen. Ter plaatse van de nieuwe schuur worden de gronden voorzien van de aanduiding 'bijgebouwen', waarbij de bebouwing qua omvang is geregeld. Dat geldt ook voor de maximale goot- en bouwhoogte van resp. 3 en 5,5 m. De paardenbak. met een afmeting van 40 x 20 m, wordt eveneens aangeduid op de verbeelding, waarbij tevens een hekwerk met een hoogte van 1,5 m.
De bestaande woning is voorzien van een bouwvlak. De opgenomen maximale goot- en bouwhoogten van resp. 4,5 en 8 m zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Daarin was tevens een maximale inhoudsmaat van 750 m³ opgenomen; dat is nu eveneens van toepassing.
 
Op basis van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
2.4.3 Rottedijk 4 in Moerkapelle
Op 18 september 2017 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Rottedijk 4 te Moerkapelle. Het initiatief betreft het realiseren van een bed & breakfast en bergruimte. Het realiseren van een bed & breakfast en een nieuwe bergruimte buiten het bouwvlak is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 16. De vergunning is op 9 april 2019 definitief verleend.
 
Begrenzing plangebied (rood omlijnd)
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de Rottedijk 4 worden de bestemmingen 'Wonen' en 'Agrarisch' opgenomen, conform het geldende bestemmingsplan. De hooischuur is binnen de bestemming 'Agrarisch' voorzien van de aanduiding ’bijgebouwen’. De maximum goot- en bouwhoogten (resp. 5 en 8 m) worden in de regels geregeld.
 
Tevens is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' opgenomen.
 
2.4.4 Raadhuisplein 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 24 mei 2018 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het uitbreiden van de fietsenberging nabij Raadhuisplein 1 in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het betreft het bouwen van een fietsenberging. Hiermee vindt een ontwikkeling plaats die destijds in strijd was met de 'Beheersverordening Nieuwerkerk aan den IJssel' en het bestemmingsplan 'Zuidplaspolder 2008'. De betreffende gronden zijn niet voorzien van een bouwvlak en het beoogde gebruik is niet ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Verblijf' maar betreft een fietsenstalling voor het naastgelegen gemeentehuis (maatschappelijke bestemming). Om de ontwikkeling mogelijk te maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlagen bij toelichting bijlage 17. De vergunning is op 30 november 2018 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Met voorliggend bestemmingsplan wordt voor de fietsenberging en voor een noodaggregaat nabij Raadhuisplein 1 de bestemming 'Maatschappelijk' opgenomen. De gronden worden voorzien van een bouwvlak, met een maximum bouwhoogte van 3 m.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
 
2.4.5 's-Gravenweg 32a in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 31 juli 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 's-Gravenweg 32a te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft een aanvraag voor het vergroten van het parkeerterrein van Autobedrijf Neleman. Het vergroten van het parkeerterrein is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom 2012' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Er is geen sprake van een uitbreiding van de huidige bedrijfsvoering.
 
Het realiseren van de extra parkeerruimte op een deel van perceel E 787 resulteert in een efficiëntere bedrijfsvoering. De rijbaan ligt aan de oostkant, de kant van het Autobedrijf Neleman om zo de afstand naar de
aangrenzende percelen zo groot mogelijk te houden. Daarbij wil aanvrager op het betreffende perceel een lage aarden wal aanbrengen op de grens met het buurperceel (racketcentrum Gravenhout) met daarop extra bomen en ander groen om enige vorm van overlast richting de recreatieve functie van dat perceel te vermijden. Deze inrichting zal de uitstraling van het gehele terrein verbeteren en beter laten inpassen in het gewenste landschap van de ’s-Gravenweg.
Ten behoeve van deze ontwikkeling is tevens het 'Aanvullend akoestisch onderzoek Autobedrijf Neleman te Nieuwerkerk aan den IJssel' (rapport 20121875-02) opgesteld.  
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 18. De vergunning is op 7 juli 2015 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 's-Gravenweg 32a wordt de bestemming 'Bedrijf' opgenomen, zonder bouwmogelijkheden.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 4' opgenomen.
 
2.4.6 's-Gravenweg 114 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 14 december 2015 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie 's-Gravenweg 114 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft het plaatsen van een geluidsscherm om de condensors op het dak van het betreffende kalfsvleesproductiebedrijf. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan ''s-Gravenweg 2013' planologisch niet mogelijk. De bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt overschreden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 19. De vergunning is op 15 september 2016 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de 's-Gravenweg 114 dient geregeld te worden dat binnen de bestemming 'Bedrijf' een grotere maximale bouwhoogte voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogelijk is van 11 m. Dit gebeurt in de vorm van een administratieve bepaling (zie onder Overige regels), met een verwijzing naar de gebiedsaanduiding 'Overige zone - bouwhoogte geluidscherm' waar een geluidscherm met een hoogte van 11 meter wordt toegestaan.
 
2.4.7 Hennipgaarde Eendragtspolder in Zevenhuizen
Op 3 januari 2017 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie in de Eendragtspolder te Zevenhuizen. Het betreft en gebied van negen hectare van Recreatieschap Rottemeren. Gebleken was dat als er op de nabijgelegen roeibaan grote evenementen plaatsvinden, er een tekort is aan parkeervoorziening op het terrein. Het doel van de herinrichting van de negen hectare grond is om de twee hectare die dicht bij de Slingerkade gelegen is, te gebruiken als groene parkeervoorziening. De overige zeven hectare worden ingericht als extensief recreatiegebied voor de inwoners van Zevenhuizen en de andere dorpen in Zuidplas. Deze ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Eendragtspolder' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Inrichting Hennipgaarde Eendragtspolder (bron: Ruimtelijke onderbouwing, gemeente Zuidplas d.d. 19 december 2016)
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 20. De vergunning is op 16 mei 2017 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel wordt de bestemming 'Recreatie' opgenomen. Tevens wordt de functieaanduiding 'parkeerterrein' gehanteerd. Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' opgenomen. Tevens zijn de dubbelbestemming 'Leiding-Rivierwatertransport' en de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' opgenomen.
 
2.4.8 Herenweg 56 in Moerkapelle
Op 23 maart 2016 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Herenweg 56 te Moerkapelle. Het initiatief betreft het uitbreiden van de bedrijfsruimte op het perceel. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Tweemanspolder en polder De Wilde Veenen (herziening)' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 21. De vergunning is op 13 maart 2017 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de Herenweg 56 wordt de bestemming 'Bedrijf' opgenomen. Een deel wordt voorzien van een bouwvlak, waarbij een maximale bouwhoogte van 7 m is toegestaan. Hierbij is de aanduiding 'hovenier' opgenomen waarmee geregeld is dat ter plaatse uitsluitend een hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf is toegelaten.
 
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 2' opgenomen.
 
2.4.9 Hoofdweg-Noord 47 in Nieuwerkerk aan den IJssel
Op 28 februari 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Hoofdweg-Noord 47 te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft het realiseren van een schuur ten behoeve van hobbymatig gebruik. Deze schuur met een oppervlakte van 83 m² zal bestaande bijgebouwen met een oppervlakte van 84 m² vervangen. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom' planologisch niet mogelijk. De maximum oppervlakte aan bijgebouwen bij een woning wordt overschreden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 22. De vergunning is op 24 juni 2014 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het onderhavige perceel aan de Hoofdweg-Noord 47 wordt grotendeels de bestemming 'Wonen' opgenomen met een bouwvlak. Conform het geldende bestemmingsplan 'Groene Zoom'  is per bouwvlak niet meer dan één woning toegestaan. Verder worden de maximum goot- en bouwhoogten overgenomen: maximaal resp. 4 en 8 meter, uitgaande van één bouwlaag met een kap. De onderhavige schuur valt binnen de mogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken. De grotere oppervlakte is toegestaan, middels de (standaard-)bepaling dat een afwijkende oppervlaktemaat is toegestaan voor legale aanwezige bijbehorende bouwwerken. Daarvan is hier immers sprake.
Tevens is, conform afspraken in het kader van het bestemmingsplan 'Groene Zoom', een bouwvlak voor een vrijstaande woning op perceel A 5529 opgenomen.
Het meest noordwestelijke deel van het onderhavige perceel behoudt de agrarische bestemming, zonder bouwmogelijkheden.
 
2.4.10 Knibbelweg 9c Zevenhuizen
Op 14 mei 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Knibbelweg 9c (uiteindelijk voorzien van het adres Knibbelweg 9b) te Zevenhuizen. Het initiatief betreft het realiseren van een bedrijfswoning ten behoeve van het naastgelegen bedrijf. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' planologisch niet mogelijk. Er is geen aanduiding 'bedrijfswoning' met bijbehorend bouwvlak aanwezig. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 23. De vergunning is op 21 januari 2014 definitief verleend. De betreffende woning is gebouwd en heeft het adres Knibbelweg 9b.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel wordt de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' opgenomen met een bouwvlak. Er is aangesloten bij de regels voor bedrijfswoningen uit het geldende bestemmingsplan, maar wel met een maximale goot- en bouwhoogte van resp. 4 en 8 m. Het bouwvlak wordt voorzien van de functieaanduiding 'bedrijfswoning'. Verder wordt voor een deel van het plangebied de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg' overgenomen.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is geen archeologische dubbelbestemming opgenomen.
  
2.4.11 Noordelijke Dwarsweg 3/5 Zevenhuizen
Op 21 november 2011 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de Noordelijke Dwarsweg 3/5 te Zevenhuizen. Het initiatief betreft het realiseren van een twee-onder-een-kapwoning. De destijds bestaande leegstaande en enigszins vervallen woning zal worden gesloopt om de nieuwe woning te kunnen realiseren. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Zevenhuizen Dorp' planologisch niet mogelijk. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 24. De vergunning is op 28 mei 2013 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel Noordelijke Dwarsweg 3 en 5 wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen met een bouwvlak voor de beide woningen. Daarnaast wordt een maximale goot- en bouwhoogte van 4 en 10 m opgenomen. Verder wordt de bouwaanduiding 'twee-aaneen' en de maatvoering 'maximum aantal wooneenheden: 2' opgenomen.
             
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' opgenomen.
 
2.4.12 West Ringdijk 43b in Moordrecht
Op 29 september 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie aan de West Ringdijk 43b in Moordrecht. Het initiatief betreft het realiseren van een schuur. De bestaande schuren en bouwwerken op het perceel worden gesloopt waarvoor in de plaats één schuur wordt gerealiseerd. De schuur heeft een oppervlakte van 90 m². Daarnaast is sprake van een maximale goot- en bouwhoogte van 3 en 7,5 m. De ontwikkeling is op basis van het geldende bestemmingsplan 'Restveen en Groene Waterparel' planologisch niet mogelijk. Er is op het betreffende perceel geen sprake van een hoofdgebouw waar deze schuur bij wordt gebouwd en er is op de beoogde locatie geen bouwvlak aanwezig. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 25. De vergunning is op 15 juli 2014 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Voor het perceel aan de West Ringdijk 43b wordt de bestemming 'Wonen' opgenomen met een aanduiding 'bijgebouwen' voor de nieuwe schuur. Standaard wordt geregeld dat de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 5,5 meter mag bedragen, maar hier is een grotere bouwhoogte (7,5 m) afgesproken; dit wordt als zodanig tekstueel geregeld.
Conform het bestemmingsplan 'Parapluherziening Archeologie' is de archeologische dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3' opgenomen, alsmede de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
2.4.13 Vergunningsaanvraag N219a
Op 9 januari 2012 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de reconstructie van de N219a te Nieuwerkerk aan den IJssel. Het initiatief betreft grootschalig onderhoud aan de N219a met onder andere fysieke wijzigingen aan de rijbaan en rotonde. De ontwikkeling is op basis van de geldende bestemmingsplannen 'Groene Zoom, 's-Gravenweg 1995, Esse Zoom, uitwerkingsplan Esse Zoom hoog, Kleinpolder Hoog en Esse/Kleinpolder' planologisch niet mogelijk. Door middel van een projectbesluit, als bedoeld in artikel 3.10 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening kan de beoogde ontwikkeling mogelijk gemaakt worden. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken is met een ruimtelijke onderbouwing aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
 
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 26. De vergunning is op 18 december 2012 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
Het betreffende gebied is voorzien van de bestemming 'Verkeer', wat recht doet aan de vergunde situatie. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen toegestaan.
Tevens zijn de van toepassing zijnde dubbelbestemmingen voor archeologie opgenomen, conform de 'Parapluherziening Archeologie' en zijn de dubbelbestemmingen  'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en 'Leiding - Hoogspanning' opgenomen.
               
2.4.14 Westeinde-Weteringstraat in Moordrecht
Op 6 mei 2010 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om af te wijken van het bestemmingsplan voor de locatie Westeinde-Weteringstraat in Moordrecht. Het initiatief betreft het realiseren van 16 woningen en een Zorggebouw met 25 appartementen. Na toetsing aan dat bestemmingsplan bleek dat voor wat betreft het gebouw Burgemeester Snelplein 10-33 sprake is van een tegenstrijdigheid. Opgenomen is dat de maximum bouwhoogte 12 m mag bedragen, terwijl de afspraak was dat dit 13 mocht bedragen. Abusievelijk was geen 10% afwijking opgenomen, dus het was ook niet via een binnenplanse afwijking te regelen. Middels een projectbesluit is overeengekomen de bouwhoogte aan te passen van 12 naar 13 m.
Het college van burgemeester en wethouders heeft positief beslist op de aanvraag, zie bijlagen bij toelichting bijlage 27. De vergunning is op 1 november 2010 definitief verleend.
 
Vertaling in bestemmingsplan
In het voorliggende verzamelplan wordt het bestemmingsvlak van 'Maatschappelijk' voor de locatie Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht opnieuw geregeld, maar nu met een hoogtebepaling van 13 m. Tevens worden de geldende mogelijkheden uit het bestemmingsplan 'Westeinde-Weteringstraat' voor begeleid wonen, met bijbehorende ondersteunende voorzieningen zoals ondergeschikte gemeenschapsruimten, gerespecteerd.
 
hoofdstuk 3 Beleidskader
Het bestemmingsplan omvat verschillende nieuwe ontwikkelingen en een reparatie van verschillende geldende bestemmingsplannen. Wat betreft de reparatie gaat het om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gegeven. Voor de nieuwe ontwikkelingen wordt, waar nodig, ingegaan op de relevante beleidskaders.
 
3.1 Nationaal beleid
 
3.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in werking getreden. Deze visie bevat de hoofdzaken van het strategisch rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving. Dit is een combinatie van beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, en nieuw strategisch beleid. De grote en complexe opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland gaan veranderen. De NOVI schrijft een toekomstperspectief met de ambities van het rijk. In de NOVI zijn 21 nationale belangen met bijbehorende opgaven geformuleerd. Deze nationale belangen komen samen in vier prioriteiten:
  1. ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
  2. duurzaam economisch groeipotentieel;
  3. sterke en gezonde steden en regio's;
  4. toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. 
 
Voor de vier NOVI-prioriteiten geldt steeds dat zowel voor de lange als de korte termijn maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen dienen in de praktijk voortdurend op elkaar in te spelen. Bij de afweging van de belangen staat een evenwichtig gebruik van de fysieke leefomgeving centraal voor zowel de boven- als de ondergrond.
    
Planspecifiek
Het voorliggende bestemmingsplan heeft geen directe raakvlakken met de NOVI.
 
3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
 Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Voortaan heeft de wetgever in de Wro, ter waarborging van de nationale of provinciale belangen, de besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien nationale of provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur respectievelijk bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn 14 nationale belangen opgenomen die in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) zijn herbevestigd. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Een en ander is nader uitgewerkt in de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro).
 
Planspecifiek
In de Rarro zijn op het grondgebied van de gemeente twee voorkeurstracés buisleidingen aangegeven. Enkele van de planonderdelen liggen in het zoekgebied van deze tracés. Het gaat om Hennipgaarde Eendrachtspolder, Rottedijk 4 in Moerkapelle, Vierde Tochtweg 3 in Moordrecht en een deel van de Zevenhuizerplas. Aangezien het om het zoekgebied gaat wordt verwacht dat dit geen belemmering vormt. De planonderdelen vallen niet binnen één van de andere projecten uit het Barro/Rarro. Derhalve vormt het geen belemmering voor het onderhavige initiatief.
 
3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.
 
De 'stappen van de ladder' worden in artikel 3.1.6, leden 2 - 4 Bro als volgt omschreven:
  • De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.
  • Indien in een bestemmingsplan, als bedoeld in het tweede lid, toepassing is gegeven aan artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de wet kan bij dat bestemmingsplan worden bepaald dat de beschrijving van de behoefte aan een nieuwe stedelijke ontwikkeling en een motivering als bedoeld in het tweede lid eerst wordt opgenomen in de toelichting bij het wijzigings- of het uitwerkingsplan als bedoeld in dat artikel.
  • Een onderzoek naar de behoefte als bedoeld in het tweede lid, heeft, in het geval dat een bestemmingsplan als bedoeld in het tweede lid, ziet op de vestiging van een dienst als bedoeld in artikel 1 van de Dienstenwet en dit onderzoek betrekking heeft op de economische behoefte, de marktvraag of de beoordeling van de mogelijke of actuele economische gevolgen van die vestiging, slechts tot doel na te gaan of de vestiging van een dienst in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.
 
Planspecifiek
Stedelijke ontwikkeling
Conform artikel 1.1.1, eerste lid onder i van het Bro wordt onder een stedelijke ontwikkeling verstaan:
een 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen.' Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat de ondergrens van wat als nieuwe stedelijke ontwikkeling moet worden gezien, ligt tussen de 9 en 14 nieuwe woningen afhankelijk van de omgeving waarin de ontwikkeling plaatsvindt. Daarnaast geldt voor ontwikkelingen met een ruimtebeslag van minder dan 500 m² of een gebouw met een bruto-vloeroppervlakte kleiner dan 500 m², dat deze ontwikkeling in beginsel niet als een stedelijke ontwikkeling wordt aangemerkt. Aangezien bij onderhavige nieuwe ontwikkelingen steeds niet meer dan drie nieuwe woningen worden gerealiseerd, of een gebouw mogelijk wordt gemaakt met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan 500 m² is er geen sprake van een stedelijke ontwikkeling en is er geen verantwoording noodzakelijk in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking.
De planontwikkeling op de locatie Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel beslaat een grotere oppervlakte dan 500 m². Maar het betreft hier een binnenstedelijke locatie die reeds een bedrijvenbestemming heeft. Het is ook een vorm van intensief ruimtegebruik, wat ook vanuit de provincie bevorderd wordt. Om die redenen past dit initiatief binnen de ladder voor duurzame verstedelijking.
Andere ontwikkelingen, zoals die aan de Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 in Moerkapelle is veeleer een herstructurering die niet aan te merken zijn als nieuwe, stedelijke ontwikkeling/
De Ladder voor duurzame ontwikkeling vormt geen belemmering voor het onderhavige verzamelplan.
 
3.2 Provinciaal beleid
 
3.2.1 Omgevingsvisie Zuid-Holland
De meeste recente versie van de Omgevingsvisie van de provincie Zuid-Holland bestaat uit 4 onderdelen: 
  1. Ruimtelijke hoofdstructuur
De ruimtelijke hoofdstructuur toont de essentie en de samenhang van verschillende ruimtelijke beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie. Het integrale kaartbeeld van de ruimtelijke hoofdstructuur is opgebouwd uit de volgende kaartbeelden:
  • het dagelijks stedelijk systeem, dat bestaat uit de stedelijke agglomeratie en de daarmee via hov(hoogwaardig openbaar vervoer) verbonden regiokernen;
  • de hoogstedelijke zone tussen Leiden en Dordrecht;
  • het logistiek-industriële systeem van mainport, greenports langs vaarwegen en zware infrastructuur
  • de samenhang van grote landschappelijke eenheden met de stedelijke agglomeratie;
  • de groene ruimte en de groenblauwe structuur;
  • het bodem- en watersysteem;
  • energie.
In aanvulling hierop toont de ruimtelijke hoofdstructuur van de ondergrond indicatief de ruimtelijke situatie van de ondergrond.   
  1. Ambities en sturing
De provincie wil meer vertrouwen geven aan maatschappelijke initiatieven. De provincie werkt daarom vanuit een aantal sturingsprincipes: opgavegericht, provinciaal belang en maatwerk.
 
De provincie heeft zes richtinggevende ambities in de fysieke leefomgeving. Deze ambities zijn geworteld in de historie, ligging en economische structuur van Zuid-Holland en zijn gekoppeld aan de strategische uitdagingen waar de regio voor staat. De provincie heeft de volgende ambities:
  • Naar een klimaatbestendige delta
  • Naar een nieuwe economie: the next level
  • Naar een levendig meerkernige metropool
  • Energievernieuwing
  • Best bereikbare provincie
  • Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving   
  1. Omgevingskwaliteit
Onder 'omgevingskwaliteit' wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. De volgende onderdelen vormen de basis van de omgevingskwaliteit:
  • Een beschrijving van de unieke kwaliteiten van Zuid-Holland: de drie deltalandschappen, de Zuid-Hollandse steden en de strategische ligging in internationale netwerken.
  • Een beschrijving van de bestaande omgevingskwaliteit op basis van de leefomgevingstoets, met aandacht voor aspecten van milieukwaliteit. Hiertoe implementeert de provincie de beleidscyclus en monitor Omgevingskwaliteit.
  • Een nadere uitwerking van het provinciale beleid voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, op basis van de 'kwaliteitskaart' en de 'richtpunten ruimtelijke kwaliteit'.
  1. Beleidskeuzes
De provincie heeft in de Omgevingsvisie een overzicht gemaakt van samenhangende beleidskeuzes (zie Omgevingsvisie Zuid Holland).
 
Planspecifiek 
Functiewijziging van bedrijfswoning naar plattelandswoning
De ontwikkelingen aan de Van Hasseltweg en Bredeweg in Moerkapelle (deels) en aan Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel en Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen omvatten het omzetten van voormalige bedrijfswoningen naar plattelandswoningen. Dit bestemmingsplan maakt alleen een functiewijziging van een bestaande bedrijfswoning naar plattelandswoning mogelijk. Deze ontwikkeling is in overeenstemming is met de provinciale belangen.
 
Functiewijziging van bedrijfswoning naar burgerwoning
De ontwikkeling aan de Parallelweg-Noord 14/16 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft het omzetten van twee bedrijfswoningen naar een burgerwoning. Dit bestemmingsplan maakt alleen een functiewijziging van een bestaande bedrijfswoning naar burgerwoning mogelijk. Deze ontwikkeling is in overeenstemming is met de provinciale belangen.
 
Woningbouwontwikkelingen
De ontwikkelingen aan de Prins Bernhardstraat 7a in Nieuwerkerk aan den IJssel en Zuideinde 12/13 in Zevenhuizen sluiten aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Met de betreffende ontwikkelingen vindt respectievelijk de realisatie van twee woningen, de omzetting van een maatschappelijke bestemming naar een woonbestemming en de realisatie van twee nieuwe woningen plaats. De ontwikkelingen spelen zich af op het niveau van een kavel, derhalve is er geen sprake van aantasting van de ruimtelijke kwaliteit.
             
Hoofdweg-Noord 5 realisatie nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen
De ontwikkeling aan de Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel sluit aan bij de beleidskeuze: Behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Op deze locatie is reeds een bedrijf gesitueerd. De beoogde ontwikkeling voorziet in de realisatie van drie bedrijfsverzamelgebouwen. De toekomstige bebouwing wordt goed ingepast in de omgeving en zorgt ten opzichte van de huidige situatie voor een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.
 
Van Hasseltweg 1-3/Bredeweg 55-61 Moerkapelle
De ontwikkeling sluit aan bij de beleidskeuze: behoud en versterking ruimtelijke kwaliteit. Op deze locatie zijn reeds bedrijven gesitueerd. De beoogde ontwikkeling voorziet o.a. in het verplaatsen van de bedrijven. Met de bebouwing wordt aangesloten op de bestaande bebouwing waardoor er geen sprake is van een verslechtering van de ruimtelijke kwaliteit.
 
Conclusie
Met de beoogde ontwikkeling zijn er geen belemmeringen vanuit de Omgevingsvisie Zuid-Holland. De ruimtelijke kwaliteit wordt niet aangetast. De beoogde herontwikkelingen passen binnen de Omgevingsvisie en zijn in lijn met de provinciale ambities.
 
3.2.2 Omgevingsverordening Zuid-Holland
Tegelijk met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening in werking getreden. De Omgevingsverordening omvat in aanvulling op de Omgevingsvisie toetsbare criteria waaraan planvorming moet voldoen. 
 
Ladder voor duurzame verstedelijking
In artikel 6.10 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voldoen aan de volgende eisen:
  1. de toelichting van het bestemmingsplan gaat in op de toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking overeenkomstig artikel 3.1.6, tweede, derde en vierde lid van het Besluit ruimtelijke ordening;
  2. Indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie groter dan 3 hectare nodig is, wordt gebruik gemaakt van grote buitenstedelijke bouwlocaties waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 19 in bijlage II en wordt rekening gehouden met de voor deze locaties opgenomen gegevens en criteria in bijlage X.
Bij het voorgenomen plan is in toelichting paragraaf 3.1.3 ingegaan op de ladder voor duurzame verstelijking. Sub b is niet van toepassing, omdat de ontwikkeling binnen het bestaand stads- en dorpsgebied is voorzien. Daarmee wordt er voldaan aan artikel 6.10 van de Omgevingsverordening.
  
Ruimtelijke kwaliteit
In artikel 6.9 lid 5 van de Omgevingsverordening is opgenomen dat een bestemmingsplan, onder de volgende voorwaarden ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit, kan voorzien in een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling:
  1. de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, voorziet geen wijziging op structuurniveau, past bij de aard en schaal van het gebied en houdt rekening met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit, zodanig dat de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft. In dit geval is er sprake van inpassen;
  2. de ruimtelijke ontwikkeling past binnen de bestaande gebiedsidentiteit, maar veroorzaakt wijziging op structuurniveau. Een dergelijke ontwikkeling wordt alleen toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit per saldo ten minste gelijk blijft door zorgvuldige inbedding van de ontwikkeling in de omgeving, rekening houdend met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit. In dit geval is er sprake van aanpassen;
  3. de ruimtelijke ontwikkeling past niet binnen de bestaande gebiedsidentiteit. Een dergelijke ontwikkeling wordt uitsluitend toegestaan mits de ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkeling is gewaarborgd door een integraal ontwerp. Daarin wordt behalve aan de ruimtelijke kwaliteit van het gehele gebied ook aandacht besteed aan de fysieke en visuele overgang naar de omgeving en de fasering in ruimte en tijd en wordt ook rekening gehouden met de relevante richtpunten ruimtelijke kwaliteit. In dit geval is er sprake van transformeren.
Ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit is sprake van een vorm van inpassen (sub a), omdat de ontwikkeling zich afspeelt op het niveau van een kavel en past bij de aard en de schaal van het gebied. Met de stedenbouwkundige invulling van de beoogde ontwikkelingen is zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande gebiedsidentiteit.
 
Risico's van klimaatverandering
In artikel 6.27a van de Omgevingsverordening is opgenomen dat rekening gehouden moet worden met de gevolgen van de risico’s van klimaatverandering, tenminste voor zover het betreft de risico’s ten aanzien van:
a. wateroverlast door overvloedige neerslag;
b. overstroming;
c. hitte;
d. droogte.
 
Bij de beoogde ontwikkelingen is in een eerder stadium reeds rekening gehouden met dit aspect of wordt nog zoveel als mogelijk rekening gehouden met de risico's van klimaatverandering.
 
Greenports
De Omgevingsverordening stelt regels aan de gebieden die op kaart 11 als Greenport staan aangeduid. Een bestemmingsplan voor deze gebieden laat alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen en voorzieningen voor energieopwekking. De locaties Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle en Zuidplasweg 23 Zevenhuizen en Westringdijk 18 Nieuwerkerk aan den IJssel liggen binnen het Greenportgebied.
Er zijn gevallen mogelijk waarin van dit uitgangspunt afgeweken kan worden (zie artikel 6.15 Omgevingsverordening Provincie Zuid-Holland).
 
Locatie Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle
Voor de locatie Bredeweg 59 wordt voorzien in een herstructurering de glastuinbouwbedrijven met als doel deze bedrijven toekomstbestendiger te maken. Ook de herplaatsing van de bedrijfswoningen heeft tot doel de inrichting van het perceel te optimaliseren, zodat de glastuinbouwfunctie beter kan functioneren. Hierdoor wordt aangesloten op de uitgangspunten van het provinciaal beleid. Tevens maakt een warmtehub onderdeel uit van het initiatief. Dit past binnen het uitgangspunt van de Provincie Zuid-Holland om voorzieningen voor energieopwekking toe te staan.
De mogelijkheden voor agrogerelateerde bedrijvigheid en overslag van agrarische producten zijn overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan “Herziening Zuidplaspolder 2”.
 
Locatie Zuidplasweg 23 in Zevenhuizen
Het betreft een bestaande woning waarvan de bewoningsmogelijkheden worden verruimd: bewoning wordt nu ook door derden mogelijk.
Artikel 6.15 lid 4 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om aan de randen van het glastuinbouwgebied rekening houden met lokale omstandigheden en bestaande bedrijven en functies af te wijken van de begrenzing van het Greenportgebied, mits de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied niet wordt aangetast. In voorliggend geval is hiervan sprake.
 
Locatie Westringdijk 18 Nieuwerkerk aan den IJssel
Het betreft een bestaande woning waarvan de bestemming wordt gerepareerd: de bestaande woning krijgt een woonbestemming.
 
Artikel 6.15 lid 4 van de Omgevingsverordening biedt de mogelijkheid om aan de randen van het glastuinbouwgebied rekening houden met lokale omstandigheden en bestaande bedrijven en functies af te wijken van de begrenzing van het Greenportgebied, mits de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied niet wordt aangetast. In voorliggend geval is hiervan sprake.
 
Conclusie 
Gezien het voorgaande dient er geconcludeerd te worden dat er geen belemmeringen zijn vanuit de Omgevingsverordening Zuid-Holland voor de onderhavige kleinschalige nieuwe ontwikkelingen.
 
3.3 Regionaal beleid
 
3.3.1 Recreatieschap Rottemeren
In 2018 is voor de Rottemeren de notitie 'Ruimte voor een groenblauwe toekomst' opgesteld en voorjaar 2019 vastgesteld door de gemeenteraden van de gemeente Lansingerland, Rotterdam en Zuidplas. Hierin is voor de komende 30 à 40 jaar het kader en de koers aan voor het recreatief landschapspark Rottemeren aangegeven. In de notitie 'Ruimte voor een groenblauwe toekomst' worden de volgende vijf ambities genoemd voor het recreatiegebied Rottemeren:  
  • Centrale schakel in de regionale groenblauwe-structuur.
  • Landschapspark met Rotte en polderkamers als dragers.
  • Duurzaam buiten zijn: sport en actieve vormen van vrijetijdsbesteding.
  • Rondom bereikbaar en optimaal toegankelijk.
  • Samenwerken vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.      
 
Het Ontwikkelplan landschapspark de Rotte is door het algemeen Bestuur van het Recreatieschap Rottemeren vastgesteld op 17 mei 2020. In het ontwikkelplan heeft het recreatieschap de gewenste ontwikkelingen in het gebied voor de komende tien jaar uitgewerkt en op welke manier het recreatieschap dit samen met andere organisaties wil realiseren. Zodat het gebied inspeelt op grote veranderingen zoals toenemende drukte in het gebied door woningbouw in de omgeving en klimaatverandering. Ook het vergroten van natuurwaarden en biodiversiteit en de functie die het gebied vervult voor maatschappelijke programma’s, zoals gezondheid, jeugdeducatie en zinvol werk voor kwetsbare groepen, zijn in het plan uitgewerkt.
 
Planspecifiek
Enkele ontwikkelingen liggen binnen het werkingsgebied van het Recreatieschap Rottemeren, zoals het recreatiegebied Hennipgaarde. Deze initiatieven zijn niet strijdig met de belangen van het Recreatieschap Rottemeren.
 
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat met voorliggend bestemmingsplan er geen belemmeringen optreden voor het Recreatieschap Rottemeren.
 
3.4 Gemeentelijk beleid
 
3.4.1 Omgevingsvisie Zuidplas 2040
De gemeenteraad van de gemeente Zuidplas heeft op 13 juli 2021 de 'Omgevingsvisie Zuidplas 2040' vastgesteld voor een groot deel van het gemeentelijk grondgebied. In de omgevingsvisie staan de ambities voor de lange termijn, tot 2040. Met de omgevingsvisie wordt richting gegeven aan toekomstige ontwikkelingen die plaatsvinden in een veilige en gezonde fysieke leefomgeving met een goede omgevingskwaliteit voor inwoners. De fysieke leefomgeving gaat over bijna alles buiten, dus: gebouwen, bodem, water, natuur, lucht, maar ook wegen en duurzame opwek van energie.
 
In de omgevingsvisie staan de volgende ambities centraal:
  • Aantrekkelijk Zuidplas: Ingezet wordt op het bouwen van inbreidingslocaties binnen de dorpen. Daarnaast wordt ingezet op aanpassingen van de bestaande woningvoorraad. Als dorpen in Zuidplas uit willen breiden kan dat, maar alleen als een bijdrage wordt geleverd aan hogere doelen.
  • Duurzaam Zuidplas: Nieuwe ontwikkelingen zijn zoveel mogelijk energieneutraal. Voor bestaande gebouwen wordt ook hierop ingezet, hoewel dit niet overal haalbaar zal zijn. Naast de energiedoelstellingen wordt gewerkt aan een klimaatbestendige omgeving. Klimaatadaptatie, onder andere het tegengaan van hittestress, verdroging en wateroverlast, heeft daarbij nadrukkelijk aandacht.
  • Ondernemend Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een aantrekkelijk gemeente zijn voor ondernemers en ervoor zorgen dat er voldoende eigen werkgelegenheid is. Een gemeente met een aantrekkelijk vestigingsklimaat en belangrijke speler in de regio.
  • Gezond Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een sociale en vitale gemeente zijn. Een gemeente met een gezonde en veilige leefomgeving én met aandacht voor de gezondheid van onze inwoners.
 
De omgevingsvisie is uitgewerkt in een visie per dorp. Hierin is aangegeven hoe een aantrekkelijk, duurzaam, ondernemend en gezond Zuidplas eruitziet per dorp. De omgevingsvisie geeft per thema, voor heel Zuidplas en per deelgebied en per dorp ambities, opgaven, kansen en te maken keuzes weer.
 
Planspecifiek
De omgevingsvisie heeft een hoog abstractieniveau waarin op perceelsniveau geen uitspraken worden gedaan. Vanuit planologisch oogpunt zijn de nieuwe ontwikkelingen goed inpasbaar. De ontwikkeling aan Verbindingsweg 3 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft het omzetten van bedrijfswoningen naar plattelandswoningen, zonder verdere aanpassingen/werkzaamheden. De overige ontwikkelingen zijn goed inpasbaar omdat het om kleinschalige woningbouwontwikkelingen gaat. De bedrijven zijn goed inpasbaar omdat het gaat om locaties waar al bedrijven gevestigd zijn. Over het algemeen komen de ontwikkelingen de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving ten goede.  
 
Voor de nieuwe woningen wordt aangesloten bij de ambitie 'Duurzaam Zuidplas'. Nieuwe woningen zullen voldoen aan de geldende BENG-eisen. Met de ontwikkelingen gerelateerd aan bedrijven wordt aangesloten bij de ambitie 'ondernemend Zuidplas'. Deze dragen bij aan de werkgelegenheid en het vestigingsklimaat van Zuidplas.
  
Conclusie
Gelet op het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de beoogde initiatieven in lijn zijn met de ambities van de Omgevingsvisie Zuidplas 2040.
 
3.4.2 Woonvisie 2025
De 'Woonvisie 2025 - Dorps wonen in Zuidplas, nu en in de toekomst' is op 23 januari 2019 door de gemeenteraad vastgesteld. In de woonvisie wordt een doorkijk naar het wonen in Zuidplas rond het jaar 2025 gegeven en is richtinggevend van karakter. De woonvisie is tevens het programmatische toetsingskader voor nieuwbouwlocaties. In de woonvisie wordt gekozen voor de volgende strategie:
  • Sociale huursector op peil.
  • Identiteit vasthouden.
  • Langer thuis wonen.
  • Duurzaam wonen en leven.
  • Innovatieve woonvormen.
 
Om de visie te realiseren zijn de stappen verwoord in drie speerpunten:
  1. Een divers en betaalbaar woningaanbod voor alle doelgroepen.
  2. Duurzaam wonen.
  3. Experimenten in wonen en ontmoeten.
Met het eerste speerpunt wordt de visie van een evenwichtige bevolkingsopbouw verwezenlijkt. De andere twee dragen bij aan het realiseren van dat divers en betaalbaar woningaanbod.
 
Woningbouwopgave
Zuidplas bouwt volop nieuwe woningen om bij te dragen aan de woningbouwopgave in de Zuidvleugel. Uit onderzoek blijkt dat de vraag naar diverse woningtypen toeneemt. In de Woonvisie staan uitgangspunten voor de omvang van de diverse woon- en prijssegmenten die in Zuidplas nodig zijn. Deze uitgangspunten voor de woningvoorraad die in de Woonvisie staan, bieden houvast in de onderhandelingen over nieuwbouw met projectontwikkelaars en woningcorporaties.
 
In de woonvisie staat geen woningverdeling per dorp. Nieuwbouwontwikkeling is maatwerk en daarom komen er randvoorwaarden voor elk nieuwbouwproject. Daarin wordt op basis van de locatie (het dorp), de marktomstandigheden en de grootte van het project aangegeven hoeveel woningen van welk type, prijsklasse, eigendomsverhoudingen (huur of koop) en kwaliteitsniveau gewenst zijn. Het toevoegen van één à twee woningen per perceel is in overeenstemming met de uitgangspunten van de Woonvisie. 
 
Planspecifiek
De voorgenomen nieuwe ontwikkelingen passen binnen de kaders gesteld in de Woonvisie 2025.
 
3.4.3 Welstandsnota Zuidplas 2015
De gemeenteraad heeft op 13 mei 2015 de Welstandsnota Zuidplas 2015 vastgesteld. De welstandsnota is, kort gezegd, het beleidsdocument dat moet voorzien in de criteria die burgemeester en wethouders hanteren bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning op welstandsvereisten. Middels de Welstandsnota Zuidplas 2015 geeft de gemeente Zuidplas aan hoe de ruimtelijke kwaliteit wordt gewaarborgd. De gemeente hanteert het principe 'welstandsvrij, tenzij...'. Dat betekent dat de gemeente in principe welstandsvrij is. Uitzondering daarop zijn kwetsbare gebieden.
Met de invoering van de Omgevingswet verdwijnt de term 'welstand'. Daarom heeft de gemeente Zuidplas als opvolger de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas in de maak. Hierin wordt aangegeven hoe de gemeente Zuidplas met omgevingskwaliteit om wil gaan. Er worden vier regieniveaus onderscheiden: minimaal (ca. gelijk aan welstandsvrij), basisregie, maatwerkregie (ca. gelijk aan zwaar regime) en eigen regie (ca. gelijk aan beeldkwaliteitplan).
 
Planspecifiek
De beoogde ontwikkelingen zijn/zullen zonodig getoetst worden aan de redelijke eisen van welstand, zoals die in het welstandsbeleid zijn opgenomen.
 
In 2023 wordt de Nota Omgevingskwaliteit Zuidplas (NOZ) vastgesteld. Deze nota vervangt de Welstandsnota Zuidplas 2015. In de NOZ is op verschillende schaalniveaus aandacht voor erfgoed, natuur(schoon) en landschap, stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten en inrichting van de openbare ruimte.
 
3.4.4 Programma Duurzaamheid en Klimaatadaptatie
De gemeente Zuidplas heeft in het programma Duurzaamheid & Klimaatadaptatie 2019 – 2025 het doel gesteld om in 2050 een duurzame en toekomstbestendige gemeente te zijn. De gemeente Zuidplas wil echter verder kijken dan de energietransitie. Er wordt ook gekeken naar het veranderende klimaat en hoe gemeente Zuidplas een aantrekkelijke leefomgeving kan ontwikkelen en behouden. Het programma Duurzaamheid & Klimaatadaptatie 2019 – 2025 bestaat uit de volgende thema’s:
  • Energie en warmte: het besparen van energie, het opwekken van hernieuwbare energie en de bebouwde omgeving loskoppelen van aardgas.
  • Klimaatadaptatie: inrichten van de openbare ruimte om de gevolgen van klimaatverandering te beperken.
  • Circulaire economie: Het bestaande lineaire systeem omzetten naar een nieuw circulair systeem.
  • Leefomgeving: De leefomgeving wordt vooral vorm gegeven in de inrichting van de fysieke (openbare) buitenruimte door beplanting en gebruik van materialen. Voor een gezonde leefomgeving is een goede kwaliteit van bodem, lucht en water van belang.
 
Planspecifiek
De voorgenomen nieuwe ontwikkelingen passen in algemene zin binnen de kaders gesteld in het Programma Duurzaamheid en Klimaatadaptatie.
 
3.4.5 Snippergroen
De beleidsnota 'Snippergroen' is vastgesteld op 31 mei 2011 vastgesteld door college B&W en naderhand aangepast.
Omdat de gemeente regelmatig verzoeken van burgers ontvangt inzake het aankopen, huren of gebruiken van gemeentelijke percelen die zijn ingericht als openbaar groen, ziet de gemeente het als taak om eenduidig beleid vast te stellen. Hierdoor wordt transparantie en uniformiteit in de wijze van behandeling van soortgelijke situaties gewaarborgd. Het doel van de beleidsnota 'Snippergroen' is:
  • vastleggen van een duidelijk en eenduidig beleid inzake de uitgifte van groenstroken;
  • daar waar mogelijk tot verkoop overgaan (uitsluitend snippergroen onder daarvoor gestelde criteria en voorwaarden);
  • zoveel mogelijk nieuwe verhuur-situaties voorkomen. De oude huurovereenkomsten van de drie gemeenten respecteren en toepassen van een uitsterfconstructie
  • handhaving van ongewenste ingebruiknemingen eenvoudiger maken door middel van eenduidig beleid.
Om een duidelijk en eenduidig beleid inzake de uitgifte van snippergroen te kunnen waarborgen, dient elk verzoek te worden getoetst aan vooraf vastgestelde criteria. Uitgifte snippergroen is alleen mogelijk indien:  
  1. een strook snippergroen direct grenst aan het eigendom van de aanvrager;
  2. de strook snippergroen is gelegen tussen de particuliere erfgrens en de openbare verharding;
  3. de totale oppervlakte van de strook groen niet groter is dan 100 vierkante meter;
  4. er geen verkeerskundige bezwaren zijn;
  5. er geen nutsvoorzieningen in het betreffende perceel aanwezig zijn;
  6. er geen omgevingsbezwaren zijn;
  7. er geen onderhoudsbezwaren zijn;
  8. er geen stedenbouwkundige bezwaren zijn;
  9. er geen bestemmingsplantechnische bezwaren zijn;
  10. er geen milieutechnische bezwaren zijn.  
Planspecifiek
De ontwikkeling aan de Goudmos 68 in Nieuwerkerk aan den IJssel betreft de bestemmingswijziging naar 'Wonen' ten behoeve van een strook snippergroen. De strook snippergroen grenst direct aan het eigendom van de initiatiefnemers. Verder blijkt uit toelichting paragraaf 2.2.1 dat er wordt voldaan aan bovengenoemde criteria.
 
3.4.6 Milieubeleid
Het bestemmingsplan omvat enkele nieuwe ontwikkelingen en reparaties van verschillende geldende bestemmingsplannen. Wat betreft de reparaties gaat het uitsluitend om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden geboden. Hierbij is niet opnieuw een toetsing aan de haalbaarheidsaspecten vereist. Het betreft immers het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen.
Wat betreft de omgevingsvergunningen is in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen getoetst aan de haalbaarheidsaspecten. Deze zijn opgenomen in de bijlage.
Voor de nieuwe ontwikkelingen is, waar nodig, in hoofdstuk 2 op de noodzakelijke uitvoerbaarheidsaspecten ingegaan.
 
Milieu effectrapportage (m.e.r.)
De wet- en regelgeving voor milieueffectrapportage (m.e.r.) is vastgelegd in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer en in de AMvB Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.). In de Wet milieubeheer zijn vooral de procedurele verplichtingen opgenomen. In Besluit m.e.r. is opgenomen wanneer een m.e.r. verplicht is.
 
Een m.e.r.-beoordeling is wettelijk verplicht voor de activiteiten in kolom 1 van Bijlage D van het Besluit m.e.r. Indien de activiteit groter is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient de in de wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure beschreven te worden.
Indien de activiteit kleiner is dan de getalsmatige drempelwaarden in kolom 2 van Bijlage D dient beoordeeld te worden of de in de Wet milieubeheer beschreven m.e.r.-beoordelingsprocedure al dan niet nodig is. Dit noemt men vormvrije m.e.r.-beoordeling.
 
De voorgenomen ontwikkelingen op de verschillende locaties, die in dit verzamelplan worden mogelijk gemaakt vallen niet onder een van de genoemde activiteiten uit de Bijlage D van het Besluit m.e.r. Een vormvrije m.e.r.-beoordeling voor dit verzamelplan is derhalve niet nodig.
 
3.5 Waterparagraaf
3.5.1 Generiek beleid
Op Rijksniveau en Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet en het Nationaal Water Programma.
 
Waterbeleid voor de 21e eeuw
De Commissie Waterbeheer 21ste eeuw heeft in augustus 2000 advies uitgebracht over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De adviezen van de commissie staan in het rapport ‘Anders omgaan met water, Waterbeleid voor de 21e eeuw’ (WB21). De kern van het rapport WB21 is dat water de ruimte moet krijgen, voordat het die ruimte zelf neemt. In het Waterbeleid voor de 21e eeuw worden twee principes (drietrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
  • vasthouden, bergen en afvoeren: dit houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd.
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren: hier gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. 
Waterwet
Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de ‘watersysteembenadering’. Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Denk hierbij aan de relaties tussen waterkwaliteit, -kwantiteit, oppervlakte- en grondwater, maar ook aan de samenhang tussen water, grondgebruik en watergebruikers. Het doel van de Waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water. Via de Waterwet gelden verschillende algemene regels. Niet alles is onder algemene regels te vangen en daarom is er de integrale watervergunning. In deze integrale watervergunning zijn zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) opgegaan in één aparte watervergunning.  
 
Nationaal Water Programma
Op basis van de Waterwet is het Nationaal Water Programma vastgesteld door het kabinet. Het Nationaal Water Programma geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode 2022-2027 voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Water Programma richt zich op bescherming tegen overstromingen, beschikbaarheid van voldoende en schoon water en de diverse vormen van gebruik van water. Het geeft maatregelen die in de periode 2022-2027 genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten.
 
3.5.2 Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Waterbeheerprogramma 2022-2027
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het gebied tussen Zoetermeer, Gouda, Schoonhoven en Rotterdam. Op 26 januari 2022 heeft het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap het Waterbeheerprogramma 2022-2027 vastgesteld. In het Waterbeheerprogramma worden de ambities van het hoogheemraadschap voor de komende jaren weergegeven. Met het waterbeheerprogramma worden allereerst veel van de taken van het waterschap op dezelfde wijze voortgezet. Het waterschap gaat zich de komende jaren richten op ook op de lange termijn te voldoen aan de doelen waarvoor waterschappen zijn opgericht:
  • het voorkomen en waar mogelijk beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste;
  • het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen;
  • vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen;
  • het zuiveren van afvalwater.   
Het waterbeheer staat daarnaast voor een grote veranderopgave als gevolg van tal van grote ontwikkelingen. Om te kunnen blijven werken aan ‘droge voeten en schoon water’, moet het hoogheemraadschap zich nog nadrukkelijker en soms met nog meer inzet richten op deze ontwikkelingen. Het hoogheemraadschap gaat aan de hand van drie thema's voor de toekomst aan de slag met deze veranderopgave:
  • Een veilige en aantrekkelijke leef- en werkomgeving voorbereid op de verandering van het klimaat in 2027
  • Een duurzaam waterschap voor de wereld van morgen in 2027
  • Water en waterschap als onderdeel van de samenleving in 2027   
Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012
De Verenigde Vergadering van het hoogheemraadschap heeft op 27 juni 2012 het Beleid Waterberging bij ruimtelijke ontwikkelingen 2012 vastgesteld. Dit beleid heeft tot doel om ongewenste effecten van verhardingstoename op het watersysteem te voorkomen. Een belangrijk ongewenst effect van verhardingstoenamen is de versnelde afvoer van neerslag. Voor verschillende ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorwaarden beschreven om de te verwachten effecten op het watersysteem te compenseren.
 
Toetsingscriteria
Er wordt onderscheid gemaakt in drie typen plannen: kleine, middelgrote en grote ruimtelijke ontwikkelingen. Onderstaand is per type toegelicht hoe HHSK omgaat met de typen ruimtelijke ontwikkelingen:
  1. Kleine plannen: Plannen met een verhardingstoename tot 500 m².
  2. Middelgrote plannen: Plannen met een verhardingstoename groter dan 500 m² en kleiner dan 10 hectare bruto planoppervlak.
  3. Grote plannen: Een plan groter dan 10 hectare bruto planoppervlak.
Keur en Beleidsregels
Op grond van de Waterwet is Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard als waterschap bevoegd via een eigen verordening, de Keur, regels te stellen aan handelingen die het watersysteem beïnvloeden. Denk hierbij aan handelingen in of nabij:
  • waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden);
  • watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken);
  • andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen);
  • de bodem van kwelgevoelige gebieden; 
Maar ook aan:
  • onttrekken en lozen van grondwater;
  • het aanbrengen van verhard oppervlak. 
De Keur vermeldt expliciet welke handelingen vergunningplichtig zijn en welke aan algemene regels of aan de zorgplicht moeten voldoen. Wie b.v. op een waterkering wil bouwen, moet een watervergunning aanvragen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (én een omgevingsvergunning bij de gemeente). In de uitvoeringsregels die bij de Keur horen is dit nader uitgewerkt.
 
Waterplan Zuidplas
Het waterplan, een gezamenlijk project van de gemeente Zuidplas en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, is opgesteld om maatregelen te nemen die zorgen voor droge voeten en een goede waterkwaliteit in de gemeente Zuidplas. Dat laatste is belangrijk voor de in en om het water levende planten en dieren, de landbouw en het recreatief medegebruik. Het waterplan heeft als resultaat een gezamenlijke visie en de uitwerking van de visie tot een concreet maatregelenprogramma met hierin een tijdsplanning, kostenraming en kostenverdeling. Ook de ruimtelijke consequenties van het waterbeleid worden aangegeven in het waterplan. In het waterplan wordt ingegaan op de bouwstenen: waterkwantiteit, waterveiligheid, waterketen en riolering, grondwater, oppervlaktewater en ecologie, beheer en onderhoud stedelijk water, waterbeleving en recreatie en water en Ruimtelijke Ordening.
 
Planspecifiek
Waterkwantiteit
Voor kleine ruimtelijke ontwikkelingen met een verhardingstoename tot 500 m² is geen compensatie noodzakelijk. Kleine plannen hebben een gering effect op de waterhuishouding. Daarnaast bestaat er een zekere onzekerheid in berekening door de invoergegevens, berekeningsmethode en gevolgen van de klimaatsverandering. Door rekening te houden met de onzekerheid en om onevenredige belasting van de organisatie door dergelijke plannen te voorkomen, wordt compensatie voor een geringe verhardingstoename kwijtgescholden. Deze kwijtschelding, namelijk de aftrek van 500 m² verhardingstoename, geldt in verband met gelijkheid voor alle ruimtelijke ontwikkelingen binnen het beheergebied van HHSK. Bij de onderhavige ontwikkelingen wordt deze grens bij twee ontwikkelingen overschreden. In toelichting paragraaf 2.1 wordt het aspect water voor de desbetreffende nieuwe ontwikkelingen afzonderlijk behandeld.
 
Afvalwaterketen
De nieuwe ontwikkelingen worden waar mogelijk op een gescheiden rioleringsstelsel aangesloten zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. De afvoer van hemelwater vindt bij voorkeur plaats via infiltratie in de bodem. Bij de uitbreidingen bij bedrijven kan een wijziging van het lozingsbesluit voor de afvoer van bedrijfsafvalwater aan de orde zijn. Hiervoor is HHSK bevoegd gezag.
Bij nieuwe initiatieven dient tevens een rioleringsplan te worden opgesteld, waarin wordt toegelicht welk type riolering wordt toegepast en wat de effecten van de ontwikkeling op de riolering zijn. Het opstellen van het rioleringsplan kan in overleg met de afdeling Afvalwaterketen van het hoogheemraadschap.
 
Waterkwaliteit
Om verontreiniging van afstromend hemelwater, oppervlaktewater en grondwater te voorkomen wordt geadviseerd duurzaam te bouwen. Dit houdt in dat het niet wenselijk is uitloogbare materialen te gebruiken, zoals lood, zink, koper, bitumineuze materialen en geïmpregneerd hout, vanwege de invloed op de waterkwaliteit.
Tevens bieden ontwikkelingen kansen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Met de afdeling Watersystemen van het hoogheemraadschap kunnen de mogelijkheden voor een natuurvriendelijke inrichting worden besproken.
 
Waterkering
Op een aantal locaties is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' opgenomen.
    
hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
4.1 Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.   
Planspecifiek
Voor de nieuwe ontwikkelingen sluit de gemeente met alle initiatiefnemers een anterieure overeenkomst af. In deze overeenkomst worden ook de kosten van eventuele planschade, die het nieuwe planologisch regiem kan veroorzaken, geregeld.
Aan de reparatie van een geldend plan en een verankering van reeds vergunde activiteiten zijn geen financiële gevolgen voor de gemeente verbonden.
 
4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Eventueel ingediende zienswijzen zullen betrokken worden bij het besluit omtrent vaststelling van het verzamelplan door de gemeenteraad. Na vaststelling door de gemeenteraad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
 
4.2.1 Vooroverleg en zienswijzeprocedure
In het kader van de vaststellingsprocedure heeft het ontwerpbestemmingsplan 'Verzamelplan Zuidplas 2023' vanaf donderdag 23 februari 2023 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze inzageperiode kon een ieder schriftelijk of mondeling zienswijzen indienen.
 
Tevens is het ontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening aan de wettelijke overlegpartners gezonden met het verzoek om op de inhoud van het ontwerpbestemmingsplan te reageren.
 
Er zijn 8 zienswijzen en 4 overlegreacties binnengekomen. 
In de als bijlagen bij toelichting, bijlage 32 bijgevoegde 'Nota van Beantwoording Zienswijzen (en Wijziging) Bestemmingsplan “Verzamelplan Zuidplas 2023” zijn de samenvattingen van ingediende zienswijzen en vooroverlegreacties en de reactie van de gemeente Zuidplas hierop opgenomen.
 
4.3 Handhaving
Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen. Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Woningwet.
Bij overtreding van deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder vergunning, bouwen in afwijking van een verleende vergunning, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke aanlegvergunning en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een ontheffing.
Handhaving wordt onderscheiden in preventieve en repressieve handhaving. Preventieve handhaving bestaat uit actief toezicht door of namens de gemeente door bijvoorbeeld regelmatige controles op de uitvoering van vergunningen. Voorts bestaat preventieve handhaving uit het opstellen van duidelijke en maatschappelijk geaccepteerde regels en uit communicatie en voorlichting.
Repressieve handhaving bestaat uit de aanwending van publiekrechtelijke middelen bij geconstateerde overtredingen, zoals het opleggen van een dwangsom of het uitoefenen van bestuursdwang. Daarnaast is het mogelijk strafrechtelijke middelen toe te passen en privaatrechtelijke actie te ondernemen bij inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeente. Repressieve handhaving heeft als primaire doel een einde te maken aan een specifieke overtreding van de Wro of de Woningwet.
 
hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving
5.1 Algemeen
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
 
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
 
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
 
Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
 
5.2 Toelichting op de planregels
De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de geldende bestemmingsplannen. In onderstaande paragrafen zullen de regels nader worden uiteengezet.
 
5.3 Bestemmingen
De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn afgestemd op de gemeentelijke standaarden en sluiten aan op recente bestemmingsplannen van de gemeente Zuidplas. Daarnaast wordt uiteraard rekening gehouden met de rechten op basis van de nu geldende bestemmingsplannen. Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende (dubbel-)bestemmingen:
 
Enkelbestemmingen
Agrarisch
Enkele locaties zijn voorzien van de bestemming 'Agrarisch'. Er is op een locatie een plattelandswoning toegestaan, waarvoor de gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden van toepassing zijn. De maximum goot- en bouwhoogten zijn aangegeven op de verbeelding. Tevens is ten behoeve van de situatie aan de Rottedijk in Moerkapelle bebouwing toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', waarbij de maximale goot- en bouwhoogten in de regels zijn weergegeven. Verder zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegelaten.
 
Agrarisch - Glastuinbouw
Hierbij zijn voor wat betreft de locatie Van Hasseltweg 1-3 / Bredeweg 55-61 in Moerkapelle verbijzonderingen opgenomen in de vorm van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten'. Voorts zijn de reguliere bouw- en gebruiksmogelijkheden en afwijkingsmogelijkheden e.d. opgenomen.
Tevens is op een locatie een plattelandswoning toegestaan, waarbij de gebruikelijke bouw- en gebruiksmogelijkheden van toepassing zijn, aangevuld met een bepaling voor die situaties waarin reeds sprake is van meer legaal aanwezige bebouwing.
 
Bedrijf
Een perceel aan de Bredeweg, bedoeld voor de warmtehub, is voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Hierbij is de regeling uit het ter plaatse geldende bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' overgenomen, waarbij een bebouwingspercentage en een bouwhoogte zijn toegekend aan het bouwvlak op de verbeelding. Tevens is het perceel Herenweg 56 in Moerkapelle voorzien van de bestemming 'Bedrijf'. Dit plangebied is voorzien van de functieaanduiding 'hovenier', waarbij geregeld is dat daar uitsluitend een hoveniersbedrijf/aannemingsbedrijf is toegelaten.
Voor de locatie achter Bredeweg 55 in Moerkapelle is door middel van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – warmtehub' aangegeven dat hier uitsluitend een warmtehub is toegelaten. 
 
Bedrijventerrein
Voor de locatie aan Hoofdweg-Noord is de bestemming 'Bedrijventerrein' gehanteerd. Deze is ontleend aan het geldende bestemmingsplan 'Kleine Vink en omgeving', waarbij de regeling is afgestemd op het onderhavige initiatief.
Op basis van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Flitsbezorging' is een generiek verbod op het gebruik van gronden ten behoeve van flitsbezorging en/of het gebruik van panden als zogenaamde 'darkstores' opgenomen, met een afwijkingsregeling. Onder voorwaarden ten aanzien van o.a. ontsluiting, ligging, inrichting, het gebouw en het gebruik van de locatie, wordt ruimte geboden aan flitsbezorgdiensten op het bedrijventerreinen.
  
Groen
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen en extensieve dagrecreatie, met de daarbij behorende wegen en paden, speelvoorzieningen, objecten van beeldende kunst e.d.
Binnen de bestemming mogen slechts gebouwen worden gebouwd ten dienste van de bestemming met een maximale bouwhoogte van 4 m en een oppervlakte van maximaal 25 m². Tevens zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegelaten, waarvan de maximale maatvoeringen in de regels zijn opgenomen.
Daarnaast is voor de locatie naast Kortenoord 100 in Nieuwerkerk aan den IJssel voorzien in een aanduiding 'bijgebouwen', met een passende bebouwingsregel voor de bestaande situatie. In betreffende bijgebouw is uitsluitend opslag toegelaten.
 
Lintzone
De locaties waar de functieaanduiding 'bedrijfswoning' van toepassing was, zijn voorzien van de bestemming 'Lintzone'. Hierbij is, naast de aanduiding 'bedrijfswoning, de nadere aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning' toegevoegd. Tevens zijn delen voorzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - agrogerelateerd bedrijf' en 'specifieke vorm van bedrijf - overslag agrarische producten'.
De bestemmingsregeling is ontleend aan bestemmingsplan 'Zuidplas Noord', waar nodig aangevuld met regelingen uit het recente bestemmingsplan 'Herziening Zuidplas 1' (2018). De maatvoeringen zijn ontleend aan de geldende mogelijkheden.
 
Maatschappelijk
De locatie naast het gemeentehuis aan het Raadhuisplein in Nieuwerkerk aan den IJssel en de locatie Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht worden voorzien van de bestemming 'Maatschappelijk'. Voor wat betreft Raadhuisplein betreft het het gedeelte ter plaatse van de fietsenstalling. Hierbij zijn maatschappelijke voorzieningen en bijbehorende nutsvoorzieningen toegelaten, evenals onder andere parkeer- en stallingsvoorzieningen. Voorts is de maximum bouwhoogte opgenomen op de verbeelding. Specifiek voor perceel Burgemeester Snelplein 10-33 in Moordrecht is tevens de mogelijkheid voor begeleid wonen met bijbehorende ondersteunende voorzieningen zoals ondergeschikte gemeenschapsruimten opgenomen, conform het bestemmingsplan 'Westeinde-Weteringstraat'.
 
Recreatie
Voor de oevers en eilanden in het onderhavige deel van de Zevenhuizerplas en voor 'Hennipgaarde’ in de Eendragtspolder is de bestemming 'Recreatie' opgenomen. Er zijn hier uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan. Tevens is voor Hennipgaarde de functieaanduiding 'parkeerterrein' opgenomen.
 
Verkeer
Ten behoeve van de ontsluiting en parkeerplaatsen wordt de bestemming 'Verkeer' gehanteerd. Binnen deze bestemming zijn bijvoorbeeld ook groenvoorzieningen en straatmeubilair e.d. toegelaten. Er zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten e.d. toegelaten.
 
Water
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor watergangen met natuurlijke oevers of oeverbeschoeiingen en waterpartijen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, bermen en groenvoorzieningen en kunstwerken.
Verder mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
 
Wonen
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, inclusief aan-huis-verbonden beroepen en aan-huis-verbonden bedrijven tot maximaal 30% van het grondvloeroppervlak van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m². Tevens zijn de daarbij behorende tuinen, bijbehorende bouwwerken, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, speeltoestellen, water en kunstwerken toegestaan.
 
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd, waarbij ook de woningtypologie (vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd en gestapeld) is vastgelegd. Ook het maximale aantal wooneenheden en de maximale goot- en bouwhoogten zijn aangeduid. De maten zijn afgestemd op de geldende mogelijkheden danwel de bestaande situatie. 
Verder wordt standaard een inhoudsmaat van 750 m³ toegestaan.  Als op basis van het geldende bestemmingsplan, of afspraken met de gemeente een afwijkende inhoudsmaat van toepassing is, dan is dat aangeduid op de verbeelding. Zoals bepaald in de 'Wijze van Meten' wordt bij het berekenen van de inhoudsmaat een ondergrondse bouwlaag niet meegerekend.  
 
Voorts zijn er bepalingen opgenomen voor bijbehorende bouwwerken (o.a. ook erkers), met een regeling voor die situaties waar afwijkende afstands- en oppervlaktematen legaal aanwezig zijn. Op de locaties aan de Parallelweg-Noord 14/16 bij Nieuwerkerk aan den IJssel en West Ringdijk 43b in Moordrecht zijn ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' eveneens bijgebouwen toegestaan. Voor laatstgenoemde perceel is tevens een afwijkende bouwhoogte van 7,5 m geregeld.
Bovendien is ten behoeve van de locatie 's-Gravenweg 121 in Nieuwerkerk aan den IJssel de 'specifieke bouwaanduiding - carport' toegevoegd.
Tevens zijn er bepalingen opgenomen voor de diverse bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er zijn ook specifieke gebruiksregels opgenomen waarin het strijdige gebruik is vermeld.
 
Dubbelbestemmingen
Leiding - Hoogspanning en Leiding - Hoogspanningsverbinding
Binnen het plangebied bevinden zich een ondergrondse en bovengrondse hoogspanningsverbinding. Aan de ondergrondse hoogspanningsverbinding is de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' toegekend, gericht op de aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende belemmerde strook en voorzieningen.
De bovengrondse hoogspanningsleiding is voorzien van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Deze gronden zijn bestemd voor het bovengronds transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding. De hoogte van de masten van 55 meter is in de regels opgenomen, terwijl een eventuele afwijkende hoogte op de verbeelding is aangeduid.
Deze bestemmingen gelden primair aan de onderliggende bestemmingen: in geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd. Hiervan kan worden afgeweken nadat er advies is ingewonnen is bij de beheerder. Voor het verrichten van bodemwerkzaamheden dient er een omgevingsvergunning verkregen te worden. Deze wordt afgegeven nadat er een positief advies verkregen is van de netbeheerder.
 
Leiding-Rivierwatertransport
Deze dubbelbestemming is opgenomen voor de in de deelgebieden Hennipgaarde Eendragtspolder in Zevenhuizen en Zevenhuizerplas gelegen leiding waardoor rivierwater wordt getransporteerd. De dubbelbestemming beoogt graafschade aan de leiding te voorkómen. Bij werkzaamheden die de bodem verstoren is een omgevingsvergunning nodig.
 
Leiding - Water
Ter plaatse van de ontsluiting van het bedrijfsperceel Hoofdweg-Noord 5 in Nieuwerkerk aan den IJssel is een waterleidingtracé aanwezig. Met de dubbelbestemming 'Leiding - Water' zijn de belangen van die leiding gewaarborgd. Deze wijkt af van het geldende bestemmingsplan, omdat de meest actuele ligging van de leiding gebruikt is.
 
Waarde - Archeologie - 2,Waarde - Archeologie - 3 en Waarde - Archeologie - 4
De belangen vanuit archeologie zijn veiliggesteld middels de dubbelbestemmingen voor Waarde - Archeologie. De regelingen zijn overgenomen uit de Parapluherziening Archeologie (2018).
 
Waterstaat - Waterkering
Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden binnen de beschermingszone van de waterkering. Op deze gronden mogen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen - op enkele uitzonderingen na - uitsluitend met een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag worden gebouwd. Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betreffende waterkering, omtrent de vraag of de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad. Verder is op een vergelijkbare wijze een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
 
Algemeen
Algemene gebruiksregels
Hierin is onder andere een algemeen gebruiksverbod ten aanzien van flitsbezorging opgenomen.
 
Overige regels
In de Overige regels zijn bepalingen opgenomen over het benodigde parkeren. Deze zijn ontleend aan de 'Parapluherziening Parkeren' (2018), waarbij ook ingegaan wordt op laden en lossen. Tevens zijn hier regels opgenomen over ondergronds bouwen en ondergrondse werken.
 
Aanduidingsregels
Tevens zijn hier de regelingen voor de gebiedsaanduidingen 'geluidszone - spoor', 'geluidszone - weg', 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen', ‘veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen – weg’, 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 1' en 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen - weg - risicozone 2', 'veiligheidszone - leiding - gas - risicozone 2', ‘veiligheidszone – lpg 2’ en 'milieuzone'. De regelingen zijn ontleend aan de geldende bestemmingsplannen, vooral het bestemmingsplan 'Zuidplas West' en 'Zuidplas Noord'.
 
Overige zones.
Een tweetal administratieve bepalingen is opgenomen in de Overige regels, waarmee geldende regels worden aangepast/aangevuld. Het betreft 'Overige zone - Beeldkwaliteit Gouwe Park' en 'Overige zone - bouwhoogte geluidscherm'.