direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Reparatieplan Herziening Zuidplaspolder 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpReparatieZPP2Zpl-Va01

Toelichting

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 16 oktober 2018 is het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zuidplas. Tegen dit vastgestelde bestemmingsplan is beroep aangetekend. Op 28 oktober 2020 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna RvS) uitspraak gedaan (nr 201809559/1/R3) over de ingestelde beroepen en is het bestemmingsplan deels vernietigd, zie Bijlage 1 Uitspraak Raad van State. Naar aanleiding van de uitspraak is het voorliggende reparatiebestemmingsplan opgesteld. Hierin zijn, waar nodig, de wijzigingen van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' opgenomen, die naar aanleiding van de uitspraak van de RvS noodzakelijk zijn.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is deels gelijk aan het plangebied van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' met dien verstande dat alleen de te repareren locaties zijn opgenomen in het voorliggende reparatieplan. Het betreft alleen de percelen met de bestemming Agrarisch – Glastuinbouw uit het bestemmingsplan ‘ Herziening Zuidplaspolder 2’. Het reparatieplan heeft betrekking op de volgende locaties:

  • a. Teeltgebieden Provinciale Verordening
  • b. Zaaipad te Zevenhuizen
  • c. Perceel behorende bij Noordelijke Dwarsweg 63a te Zevenhuizen

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BpReparatieZPP2Zpl-Va01_0001.jpg"

Afbeelding: Ligging plangebied

Voor één perceel met de bestemming Agrarisch – Glastuinbouw uit het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' welke onder dezelfde uitspraak van de Raad van State viel, wordt inmiddels een separaat bestemmingsplantraject doorlopen. Daarmee wordt voldaan aan de wensen van de ondernemer en de uitspraak van de Raad van State. De andere onderdelen van de uitspraak zijn reeds in het vigerende bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' ingevoegd conform de uitspraak van de Raad van State.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de uitspraak en de daar uit voortvloeiende aanpassingen ten opzichte van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' nader toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het reparatieplan en in hoofdstuk wordt ingegaan op de juridische planbeschrijving. In Bijlage 1 is de uitspraak van de Raad van State opgenomen.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

De opdracht van de Raad van State (RvS) tot het nemen van een hernieuwd vaststellingsbesluit geldt voor de hieronder opgenomen locaties:

  • a. Teeltgebieden Provinciale Verordening
  • b. Zaaipad teZevenhuizen
  • c. Perceel behorende bij Noordelijke Dwarsweg 63a te Zevenhuizen

Per locatie waarop het voorliggende reparatieplan van toepassing is zal allereerst kort de context worden geschetst, vervolgens wordt er een korte samenvatting van de uitspraak van de RvS gegeven en als laatst zal worden ingegaan op de gevolgen voor het bestemmingsplan. Het reparatieplan heeft zowel een aanpassing van de verbeelding als van de regels van bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2’ tot gevolg.

2.1 Teeltgebieden Provinciale Verordening

Context

In het beroep is aangegeven dat het bestemmingsplan in strijd is met de Verordening Ruimte 2014 van de provincie Zuid-Holland omdat de gronden deels zijn aangewezen als 'teeltgebied' binnen het 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland'. Op grond van de Verordening Ruimte is binnen de teeltgebieden bestendiging glastuinbouwfunctie aan de orde. Betoogd wordt dat binnen zo'n gebied ontwikkelingsmogelijkheden geboden moeten worden aan Glastuinbouwbedrijven. Dat is in het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' ten onrechte niet gebeurd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BpReparatieZPP2Zpl-Va01_0002.png"

Afbeelding: uitsnede Verordening Ruimte Provincie Zuid-Holland incl. plangebied

Uitspraak
De Afdeling stelt vast dat een deel van het plangebied in het gebied ligt dat op kaart 3 'Teeltgebieden' van de Verordening Ruimte is aangewezen als 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland'. In dit gebied zijn in beginsel alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toegelaten. De raad heeft ten onrechte gesteld dat het plangebied niet behoort tot zo'n door de provincie aangewezen gebied. Voor zover het plangebied op kaart 3 'Teeltgebieden' is aangewezen als 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland' heeft de raad glastuinbouwbedrijven ten onrechte conserverend bestemd.

Bovendien heeft de raad planologische mogelijkheden uit de oude bestemmingsplannen 'Buitengebied' uit 1988 en 'Landelijk Gebied' uit 1990 overgenomen zonder dat op perceelsniveau is onderzocht of die oude planologische mogelijkheden nog toereikend zijn in relatie tot het bestaande gebruik en eventuele uitbreidingswensen van de betrokken glastuinbouwers. Met deze wijze van bestemmen heeft de raad naar het oordeel van de Afdeling onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de glastuinbouwers, gezien de ligging van de betreffende gronden in het 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland'. Het bestreden besluit is op dit punt niet deugdelijk gemotiveerd en in strijd met de bij het voorbereiden van een besluit te betrachten zorgvuldigheid en artikel 2.1.5, eerste lid, van de Verordening Ruimte genomen. Het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2’ moet worden vernietigd, voor zover daarin niet is voorzien in ontwikkelingsmogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven binnen het als 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland' aangewezen gebied, zoals met artikel 2.1.5, eerste lid, van de Verordening Ruimte is bedoeld. Het beroep is op dit punt gegrond verklaard.

Vanuit de uitspraak van de Raad van State (nr 201809544/1/R3) over de wijzigingsbevoegdheden uit het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 1' stelt de Afdeling vast dat de gronden met de gebiedsaanduiding 'wetgevingzone-wijzigingsgebied 1' gedeeltelijk in het op kaart 3 'Teeltgebieden' van de Verordening Ruimte aangewezen 'Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland' liggen. Zoals reeds overwogen zijn op die gronden in beginsel alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toegelaten. Artikel 2.1.5, eerste lid, van de Verordening Ruimte staat er dan ook aan in de weg dat de bestemming van deze gronden door middel van een daartoe in het plan (Herziening Zuidplaspolder 1) opgenomen wijzigingsbevoegdheid zou kunnen worden gewijzigd en waarbij andere fuincties dan glastuinbouw mogelijk zouden kunnen worden gemaakt.

Zie r.o. 7.2.1. van RVS uitspraak ECLI:NL:RVS:2020:2506 over herziening zuidplaspolder 1.

Dit beroep is gegrond verklaard. Wij hebben hierbij eveneens overwogen dat ter hoogte van het Zaaipad deze wijzigingsbevoegdheid niet houdbaar kan zijn: het glastuinbouwperceel is ter plaatse circa 140 meter diep. Behoud danwel toepassing van de wijzigingsbevoegdheid (met een diepte van 50 meter vanaf de Noordelijke Dwarsweg) zou een te grote inbreuk plegen op de glastuinbouwmogelijkheden en is daarmee niet in overeenstemming met de uitgangspunten van voorliggend bestemmingsplan.

Reparatie

De uitspraak van de Raad van State vormt een directe aanleiding om na te denken over glastuinbouwbedrijven binnen de zone 'Teeltgebied' en de bijbehorende kaart 'Greenports' ('glastuinbouwgebied Westland - Oostland' en 'glastuinbouwgebied') van de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Het gebied wordt nog steeds gezien als een toekomstbestendig glastuinbouwgebied. De ligging en grootte van de percelen ten opzichte van het grotere glastuinbouwgebied en de aanwezigheid van de Intratuin maken wel dat er in hectares geen uitbreidingsmogelijkheden zijn. De percelen tezamen bieden nog wel ruimte voor een volwaardig en duurzaam glastuinbouwbedrijf.

Dit wordt tevens onderstreept in het 'Werkboek Oostland' (vastgesteld op 14 juli 2020). Het Werkboek Oostland is een gezamenlijk product van de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas en Waddinxveen en de provincie Zuid-Holland. Hierbinnen is de locatie aangeduid als deelgebied 15.

afbeelding "i_NL.IMRO.1892.BpReparatieZPP2Zpl-Va01_0003.png"

Kansenkaart herstructureringen functieverandering, locatie betreft deelgebied 15 (bron: Werkboek Oostland, d.d. 3 februari 2020)

Als laatst wordt in de Omgevingsvisie Zuidplas (vastgesteld op 13 juli 2021) als doel gesteld om plaats te bieden aan geconcentreerde, innovatieve en toekomstbestendige glastuinbouw. De bereikbaarheid vormt hierbij een aandachtspunt. Hierbij wordt ervoor gekozen glastuinbouw te concentreren in het gebied Moerkapelle/Zevenhuizen. De percelen maken onderdeel uit van dit glastuinbouwconcentratiegebied. De beperking in maximale grootte wordt uit de planregels geschrapt. Ook wordt de eerder in dit reparatieplan genoemde verruiming van de bouwhoogte (tot 10 m) opgenomen.

2.2 Zaaipad te Zevenhuizen

Context

Eigenaren van de percelen aan het Zaaipad te Zevenhuizen betogen dat aan hun percelen ten onrechte de bestemming 'Agrarisch-Glastuinbouw' met de daarbij behorende bouwmogelijkheden is toegekend. Zij wensen op hun percelen bedrijvigheid in maximaal milieucategorie 2 te gaan exploiteren. Nu de provincie en de gemeente samen hebben besloten dat de eerder op hun percelen voorziene weg (de Rottelaan) niet doorgaat, had de raad een passende bestemming moeten kiezen in plaats van enkel de bestemming uit een dertig jaar oud plan over te nemen. Zij kunnen op hun percelen mede door de vestiging van een Intratuin in de nabijheid - die overigens ontsloten zou worden via de Rottelaan - geen rendabel glastuinbouwbedrijf meer exploiteren, omdat zij geen uitbreidingsmogelijkheden hebben. Schaalvergroting is in de glastuinbouw van groot belang. Ditzelfde wordt door Glastuinbouw Nederland betoogd. Zij betogen dat de aangegeven hoogte (8 meter) onvoldoende is om een rendabel glastuinbouwbedrijf te exploiteren.

De raad van de gemeente Zuidplas stelt in haar verweerschrift dat in het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2’ de gronden aaneengesloten liggen, waardoor van solitair gelegen glastuinbouw geen sprake is. Er is volgens de raad bestemmingsplantechnisch ruimte voor clustering en schaalvergroting.

Uitspraak
Beide percelen liggen in het door de provincie aangewezen Teeltgebied. Hier zijn op grond van artikel 2.1.5, eerste lid, van de Verordening Ruimte in beginsel alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toegestaan. Afwijking daarvan is alleen mogelijk voor bedrijven die behoren tot de keten glastuinbouw (artikel 2.1.5, tweede lid) of voor een zwaarwegend algemeen belang (artikel 2.1.5, derde lid). Gesteld noch gebleken is dat op een van de genoemde afwijkingsmogelijkheden van artikel 2.1.5 van de Verordening Ruimte een beroep kan worden gedaan. Alleen al daarom heeft de raad zich terecht op het standpunt gesteld dat geen medewerking kon worden verleend aan de verzoeken om andere bedrijfsactiviteiten op het perceel toe te staan dan glastuinbouw of openlucht tuinbouw.

In wat Glastuinbouw Nederland en de eigenaren van de percelen aan het Zaaipad hebben aangevoerd ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit, voor zover daarin niet is voorzien in ontwikkelingsmogelijkheden voor glastuinbouwbedrijven binnen het op grond van de Verordening Ruimte op kaart 3 "Teeltgebieden" behorende bij de Verordening als "Glastuinbouwgebied in Westland-Oostland" aangewezen gebied, is genomen in strijd met artikel 3:2 en 3:46 van de Awb en artikel 2.1.5, eerste lid, van de Verordening Ruimte. De beroepen zijn gegrond, zodat het bestreden besluit in zoverre moet worden vernietigd.

Dit betekent dat de gemeenteraad van Zuidplas een nieuw bestemmingsplan moet vaststellen waarin ontwikkelingsmogelijkheden geboden worden. Ofwel gebruik te maken van een van de in de Verordening Ruimte geboden afwijkings- of aanpassingsmogelijkheden, als de raad meent dat dat mogelijk is.

Uitgangssituatie
De twee locaties aan het Zaaipad te Zevenhuizen hebben binnen het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' met een bouwvlak van ongeveer 1,5 ha per perceel. De hiervoor bestemde gronden zijn onder meer bestemd voor glastuinbouwbedrijven. De bouwregels voor kassen zijn vastgelegd in artikel 4 van het vigerende bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2', lid 4.2.2, van de planregels, waarin onder andere bepaald is dat de oppervlakte aan kassen per bouwvlak maximaal 2 hectare mag bedragen, of de bestaande oppervlakte indien deze méér bedraagt. Verder bevat het plan in lid 4.3.1 een afwijkingsbevoegdheid voor het vergroten van de oppervlakte van kassen tot maximaal 3 ha. De twee tuinbouwbedrijven van appelanten bestaan op dit moment elk uit ca. 1,5 hectare kassen. In totaal is dit circa 3 hectare.

Overwegingen
De uitspraak van de Raad van State vormt een directe aanleiding om na te denken over glastuinbouwbedrijven binnen de zone 'Teeltgebied' en de bijbehorende kaart 'Greenports' ('glastuinbouwgebied Westland - Oostland' en 'glastuinbouwgebied') van de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Dat moet evenwel bezien worden in samenhang met de ligging binnen het gebied en met het werkboek Oostland.

De locaties aan het Zaaipad liggen binnen het Teeltgebied en worden daarmee gezien als duurzame, toekomstbestendig glastuinbouwgebied. Ook het werkboek Oostland onderschrijft dit toekomstperspectief. De gemeente ziet vooralsnog dus geen ruimte om vanuit zwaarwegend algemeen belang andere bestemmingen toe te voegen aan de percelen.

Uit verkennende gesprekken met de provincie over de percelen aan het Zaaipad en de ligging naast de Intratuin is wel gebleken dat hier mogelijk agrogerelateerde bedrijvigheid uit de keten glastuinbouw mogelijk is. Deze gesprekken zijn echter nog niet afgerond terwijl de gemeenteraad wel opgedragen is om een nieuw bestemmingsplan voor dit gebied vast te stellen.

De gemeente kan hiermee dan alleen een bestemmingsplan vaststellen wat meer ontwikkelingsmogelijkheden geeft op de locatie zelf in de vorm van een aangepaste bouwhoogte en het schrappen van de regeling voor de maximale grootte van de glastuinbouwbedrijven. Hiermee voldoet ze aan het provinciaal beleid.

Voor de bouwrechten wordt aangesloten bij de regeling uit het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' (vastgesteld 16 juni 2009); geen maximum aantal hectares per bedrijf en een bouwhoogte van maximaal 10 meter. Dat laatste houdt verband met de huidige eisen die aan de bouwhoogte van kassen worden gesteld, waar de nu ter plaatse geldende maximum bouwhoogte van 8 meter niet goed bij aansluit.

Reparatie
Middels het voorliggende reparatieplan wordt alsnog voorzien in een uitbreidingsmogelijkheid voor de glastuinbouwbedrijven aan het Zaaipad in Zevenhuizen. Hiertoe worden in voorliggend reparatieplan de bestaande bestemmingen bekrachtigd, maar zal de maximering qua bebouwd oppervlak ten behoeve van kassen binnen het bouwvlak niet beperkt worden. Tevens wordt de bouwhoogte verruimd tot 10 m. De huidige afwijkingsregeling die voorziet in de mogelijkheid om het bouwvlak te vergroten tot 3 ha aan kassen is in deze opzet niet meer nodig en is dan ook niet opgenomen in voorliggend reparatieplan.

Ook wordt de wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan 'Zuidplas Noord' opgenomen om de bestemming van de percelen eventueel uit te kunnen breiden met agrogerelateerde bedrijvigheid. Hiermee creëren we binnen het gehele glastuinbouwgebied uniformiteit.

2.3 Perceel behorende bij Noordelijke Dwarsweg 63a te Zevenhuizen

Context
Het perceel aan de Noordelijke Dwarsweg was onderdeel van het algemene beroep van Glastuinbouw Nederland dat er onvoldoende ontwikkelingsmogelijkheden geboden werden binnen de percelen met de bestemming Agrarisch – Glastuinbouw. Zij voerden aan dat de bouwhoogte onvoldoende was en dat oppervlakte aan kassen per bouwvlak onnodig werd beperkt door het maximum van 2 hectare. Dit betoog slaagde.

Uitgangssituatie
De locatie aan de Noordelijke Dwarsweg te Zevenhuizen heeft binnen het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' met een bouwvlak. Het betreft slechts een klein gedeelte van een groter glastuinbouwbedrijf. De hiervoor bestemde gronden zijn onder meer bestemd voor glastuinbouwbedrijven. De bouwregels voor kassen zijn vastgelegd in artikel 4 van het vigerende bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2', lid 4.2.2, van de planregels, waarin onder andere bepaald is dat de oppervlakte aan kassen per bouwvlak maximaal 2 hectare mag bedragen, of de bestaande oppervlakte indien deze méér bedraagt. Verder bevat het plan in lid 4.3.1 een afwijkingsbevoegdheid voor het vergroten van de oppervlakte van kassen tot maximaal 3 ha.

Reparatie
Middels het voorliggende reparatieplan wordt alsnog voorzien in een uitbreidingsmogelijkheid voor het perceel aan de Noordelijke Dwarsweg te Zevenhuizen. Hiertoe worden in voorliggend reparatieplan de bestaande bestemmingen bekrachtigd en zal het bebouwd oppervlak ten behoeve van kassen binnen het bouwvlak niet beperkt worden. Tevens wordt de bouwhoogte verruimd tot 10 m. De huidige afwijkingsregeling die voorziet in de mogelijkheid om het bouwvlak te vergroten tot 3 ha aan kassen is in deze opzet niet meer nodig en is dan ook niet opgenomen in voorliggend reparatieplan.

Door aan te sluiten bij de bestemmingsregeling van het bestemmingsplan Zuidplas Noord waaronder naastgelegen percelen van het glastuinbouwbedrijf vallen ontstaat er 1 doorlopende, gelijkluidende regeling voor het gehele glastuinbouwbedrijf.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Nationaal beleid

3.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in werking getreden. Deze visie bevat de hoofdzaken van het strategisch rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving. Dit is een combinatie van beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, en nieuw strategisch beleid. De grote en complexe opgaven zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland gaan veranderen. De NOVI schrijft een toekomstperspectief met de ambities van het Rijk. In de NOVI zijn 21 nationale belangen met bijbehorende opgaven geformuleerd. Deze nationale belangen komen samen in vier prioriteiten:

1. ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
2. duurzaam economisch groeipotentieel;
3. sterke en gezonde steden en regio's;
4. toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Voor de vier NOVI-prioriteiten geldt steeds dat zowel voor de lange als de korte termijn maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen dienen in de praktijk voortdurend op elkaar in te spelen. Bij de afweging van de belangen staat een evenwichtig gebruik van de fysieke leefomgeving centraal voor zowel de boven- als de ondergrond.

Planspecifiek
Gezien de aard en omvang is de NOVI verder niet specifiek van belang. Wel wordt er aangesloten op de ambities en belangen van het Rijk zoals het realiseren van een duurzaam economisch groeipotentieel (moderne productietuinbouw).

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De wetgever heeft in de Wro, ter waarborging van de nationale of provinciale belangen, de besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens provinciale verordening respectievelijk bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn 13 nationale belangen opgenomen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.

Planspecifiek
Het plan valt niet binnen één van de projecten aangewezen in het Barro. Vanuit het Barro zijn er dan ook geen specifieke randvoorwaarden voor dit plan.

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie Zuid-Holland

Op 20 februari 2019 heeft de provincie Zuid-Holland het Omgevingsbeleid vastgesteld. Het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland omvat al het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving. Het bestaat uit twee kaderstellende instrumenten: de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening. Daarnaast zijn in het Omgevingsbeleid operationele doelstellingen opgenomen, die deel uit maken van verschillende uitvoeringsprogramma’s en –plannen, zoals het programma Ruimte en het programma Mobiliteit. De ruimtelijke hoofdstructuur maakt met een integraal kaartbeeld inzichtelijk hoe de strategische beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie ruimtelijk samenkomen.

Met het Omgevingsbeleid streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Onder ‘omgevingskwaliteit’ wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. In de gehele provincie, zowel in het stedelijk gebied als in het landelijk gebied, beoogt het kwaliteitsbeleid een ‘ja, mits-beleid’: ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit. De ambitie van de provincie is een slim, schoon en sterk Zuid-Holland. De Provincie gaat uit van zes richtinggevende ambities, waarbinnen een aantal opgaven zijn geformuleerd:

1. naar een klimaatbestendige delta;
2. naar een nieuwe economie: the next level;
3. naar een levendige meerkernige metropool;
4. energievernieuwing;
5. best bereikbare provincie;
6. gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

De provincie heeft 12 provinciale opgaven gedefinieerd, die elk bestaan uit samenhangende beleidskeuzes. Deze beleidskeuzes werken door naar uitvoeringsprogramma’s en regels in de verordening. De relevante beleidskeuzes worden hieronder beknopt toegelicht.

Planspecifiek
Met de beoogde ontwikkeling zijn er geen belemmeringen vanuit de Omgevingsvisie. De beoogde ontwikkeling past binnen de Omgevingsvisie en is in lijn met de provinciale ambities.

3.2.2 Omgevingsverordening Zuid-Holland

Tegelijk met de Omgevingsvisie is de Omgevingsverordening op 1 augustus 2020 in werking getreden. De Omgevingsverordening omvat in aanvulling op de Omgevingsvisie toetsbare criteria waaraan planvorming moet voldoen.

Criteria algemeen: omgevingsverordening Zuid-Holland:

De omgevingsverordening Zuid-Holland stelt ter plaatste van de planlocaties het volgende:

Artikel 6.15 Glastuinbouwgebied

1. Een bestemmingsplan voor gronden binnen het glastuinbouwgebied, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 11 in bijlage II, laat alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen en voorzieningen voor energieopwekking.

2. Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, kan bij uitzondering een bedrijf toelaten dat behoort tot de keten glastuinbouw en dat een bijdrage levert aan de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied als internationaal centrum voor teelt, kennis en handel van glastuinbouwproducten, voor zover:
a. de gronden zijn gelegen binnen het glastuinbouwgebied Westland-Oostland, waarvan de plaats geometrisch is bepaald en verbeeld op kaart 11 in bijlage II; en
b. aangetoond is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied.

3. Het bestemmingsplan, bedoeld in het eerste lid, kan bij uitzondering een andere ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maken indien sprake is van een zwaarwegend algemeen belang en er geen reële andere mogelijkheid is.

4. In het bestemmingsplan kan de begrenzing van het glastuinbouwgebied, bedoeld in het eerste lid, in beperkte mate worden aangepast aansluitend aan de randen van het glastuinbouwgebied, alsmede langs de linten waar reeds afwijkende functies aanwezig zijn, rekening houdend met de lokale omstandigheden en bestaande bedrijven en functies, anders dan glastuinbouwbedrijven en openlucht tuinbouwbedrijven, mits aangetoond is dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied.

Natuurnetwerk Nederland

Daarnaast valt over een deel van het perceel de aanduiding Natuurnetwerk Nederland. Deze zone is gereserveerd voor onder andere nieuwe natuur en ecologische verbinding. Deze zone ligt voornamelijk over de sloot die langs het plangebied loopt. De ontwikkeling en of uitbreiding van deze ecologische verbindingszone is voorlopig niet voorzien.

Planspecifiek
Het voorliggende reparatieplan heeft betrekking op enkele locaties binnen de gemeente Zuidplas. Het reparatieplan is in lijn met de Omgevingsverordening Zuid-Holland. Het aanpassen van de begrenzing van het glastuinbouwgebied voor de percelen aan het Zaaipad wordt niet gezien als een aanpassing in beperkte mate. Het toelaten van een bedrijf dat behoort tot de keten glastuinbouw valt onder artikel 6.15 lid 2. De gronden voor de percelen vallen niet onder de gronden binnen het glastuinbouwgebied Westland-Oostland. Daarmee is het toevoegen van een bedrijf dat behoord tot de keten glastuinbouw niet zondermeer toegestaan. Ten aanzien van de ecologische verbindingszone worden er geen veranderingen aangebracht in de huidige situatie. De aanleg van deze verbindingszone wordt voorlopig nog niet voorzien.

3.3 Regionaal beleid

3.3.1 Werkboek Oostland

Het ‘Werkboek Oostland, kansen voor de glastuinbouw voor de glastuinbouw in de gemeenten Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Zuidplas en Waddinxveen’ (hierna: het werkboek Oostland) bevat een thematische inventarisatie van het glastuinbouwcluster Oostland. Daarnaast geeft het werkboek Oostland, vanuit de sector geredeneerd, de kansen weer betreffende de toekomstbestendigheid en doorontwikkeling van de glastuinbouw in de gemeenten Lansingerland, Pijnacker-Nootdorp, Waddinxveen en Zuidplas. Het gaat hierbij om een samenspel van kansen op het gebied van onder andere innovatie, energie, water, en mobiliteit.

De toekomst van het glastuinbouwcluster Oostland is gedefinieerd in een aantal ambities en daaruit voortvloeiende kansen. Dit is concreet uitgewerkt langs de thema’s innovatie, verstening, bereikbaarheid, water en energie. Vervolgens zijn, gericht op de ruimtelijk-economische structuur, per deelgebied de kansen voor modernisering, herstructurering of functieverandering beschreven. Hier is met speciale aandacht naar gekeken, vanuit de verwachting dat veel glastuinbouwlocaties vernieuwing of doorontwikkeling nodig hebben om aan de toekomstige eisen te voldoen. Ook zijn er enkele glastuinbouwgebieden die (op termijn) de functie van glastuinbouw niet zullen houden, vanwege gebrek aan perspectief en druk van andere gebruiksfuncties.

In het werkboek zijn diverse kaarten opgenomen die de huidige situatie op alle thema’s in beeld brengt, daarnaast zijn er kaarten die kansen per deelgebied visualiseren, zowel per thema, als gecombineerd.

Planspecifiek
Het werkboek Oostland heeft betrekking op enkele locaties binnen het voorliggende reparatieplan. Voor de betreffende locaties is in een afweging gemaakt in hoeverre de reparaties passend is binnen het werkboek Oostland.

Geconcludeerd kan worden dat het voorliggende reparatieplan in lijn is met het werkboek Oostland.

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Omgevingsvisie Zuidplas 2040

De gemeenteraad van de gemeente Zuidplas heeft op 13 juli 2021 de 'Omgevingsvisie Zuidplas 2040' vastgesteld voor een groot deel van de gemeente Zuidplas, met uitzondering van het Middengebied. In de omgevingsvisie staan de ambities voor de lange termijn, tot 2040. Met de omgevingsvisie wordt richting gegeven aan toekomstige ontwikkelingen die plaatsvinden in een veilige en gezonde fysieke leefomgeving met een goede omgevingskwaliteit voor inwoners. De fysieke leefomgeving gaat over bijna alles buiten, dus: gebouwen, bodem, water, natuur, lucht, maar ook wegen en duurzame opwek van energie.

In de omgevingsvisie staan de volgende ambities centraal:

  • Aantrekkelijk Zuidplas: Ingezet wordt op het bouwen van inbreidingslocaties binnen de dorpen. Daarnaast wordt ingezet op aanpassingen van de bestaande woningvoorraad. Als dorpen in Zuidplas uit willen breiden kan dat, maar alleen als een bijdrage wordt geleverd aan hogere doelen.
  • Duurzaam Zuidplas: Nieuwe ontwikkelingen zijn zoveel mogelijk energieneutraal. Voor bestaande gebouwen wordt ook hierop ingezet, hoewel dit niet overal haalbaar zal zijn. Naast de energiedoelstellingen wordt gewerkt aan een klimaatbestendige omgeving. Klimaatadaptatie, onder andere het tegengaan van hittestress, verdroging en wateroverlast, heeft daarbij nadrukkelijk aandacht.
  • Ondernemend Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een aantrekkelijk gemeente zijn voor ondernemers en ervoor zorgen dat er voldoende eigen werkgelegenheid is. Een gemeente met een aantrekkelijk vestigingsklimaat en belangrijke speler in de regio.
  • Gezond Zuidplas: Zuidplas wil in 2040 een sociale en vitale gemeente zijn. Een gemeente met een gezonde en veilige leefomgeving én met aandacht voor de gezondheid van onze inwoners.

De omgevingsvisie is uitgewerkt in een visie per dorp. Hierin is aangegeven hoe een aantrekkelijk, duurzaam, ondernemend en gezond Zuidplas eruitziet per dorp. De omgevingsvisie geeft per thema, voor heel Zuidplas en per deelgebied en per dorp ambities, opgaven, kansen en te maken keuzes weer.

Planspecifiek
Geconcludeerd kan worden dat het voorliggende reparatieplan in lijn is met de 'Omgevingsvisie Zuidplas'. In toelichting hoofdstuk 2 heeft per locatie, indien relevant een nadere toetsing aan de omgevingsvisie plaatsgevonden.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet aangetoond worden. Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) indien dit aan de orde is als ook de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

Omdat het reparatieplan ingaat op de uniformering van de planologisch-juridische regeling is er geen onderzoeksverplichting naar de verschillende ruimtelijk relevante aspecten noodzakelijk.

4.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:

het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is; het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is; het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.

Planspecifiek
De reparatie heeft betrekking op ondergeschikte onderdelen van het plangebied en voorziet niet in nieuw ontwikkelingen. Het bestemmingsplan legt de nadruk op het uniformering van de planologische-juridische regeling voor de tuinbouwpercelen gelegen in dit deel van het teeltgebied Oostland. Er worden geen extra bouwmogelijkheden gecreëerd voor onbebouwde percelen, waardoor kostenverhaal niet aan de orde is. Het bestemmingsplan Reparatie herziening Zuidplaspolder 2 maakt geen nieuwe bouwplannen mogelijk als bedoeld in 6.2.1. Bro. Er is dus geen plicht tot het vaststellen van een exploitatieplan. De uitvoerbaarheid van het reparatieplan is niet in het geding.

4.1.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor eenieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De procedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

4.1.2 Zienswijzeprocedure en vooroverleg

Conform artikel 3.1.1 van het Bro moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan of aanverwant ruimtelijk plan overleg plegen met de wettelijke overlegpartners. In dat kader zal hen het ontwerpbestemmingsplan voor advies worden toegezonden. De eventuele ontvangen overlegreacties worden betrokken bij de verdere procedure. Hiervan zal in deze paragraaf te zijner tijd verslag worden gedaan. Belanghebbenden zijn geïnformeerd over het plan.

Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 3.8 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet worden geplaatst in een huis-aanhuis-blad (i.c. Hart van Holland). Tevens dient de kennisgeving langs elektronische weg te geschieden.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er 2 zienswijzen en 1 overleg reactie binnen gekomen. Deze hebben geleid tot aanpassing van de regels van het plan. De beantwoording is te vinden in bijlage 2: nota van beantwoording en wijziging.  

Na de ter inzagelegging wordt het plan door de gemeenteraad vastgesteld. Na vaststelling start de beroepstermijn van zes weken. Gedurende de ter inzagelegging kan beroep tegen het plan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Na de beroepstermijn treedt het bestemmingsplan in werking.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Algemeen

Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.

5.2 Toelichting op de planregels

De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de geldende bestemmingsplannen. In onderstaande paragrafen zullen de regels nader worden uiteengezet.

5.3 Bestemmingen

Middels voorliggend reparatieplan worden de bestaande bestemmingen van het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2' bekrachtigd, waar nodig aangevuld of gecorrigeerd naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. De regels van deze bestemming zijn, voor zover van toepassing, gebaseerd op het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2'.

Agrarisch - Glastuinbouw
In afwijking van de geldende regeling wordt het bebouwd oppervlak ten behoeve van kassen binnen het bouwvlak niet beperkt worden. Tevens wordt de bouwhoogte van kassen verruimd tot 10 m.

Leiding - Gas
De dubbelbestemming 'Leiding - Gas' is overgenomen uit het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2'.

Waarde - Archeologie - 3
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' is overgenomen uit het bestemmingsplan 'Herziening Zuidplaspolder 2'.