Plan: | Nijverheidscentrum 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpNijverheidscentr-On01 |
In het bestemmingsplangebied is aan de noordoostzijde van het bedrijventerrein een watergang gelegen. Daarnaast bevindt zich een kleine waterpartij bij de bestaande woningen aan de Zuidplasweg. Dit bestaande oppervlaktewater wordt behouden.
De uitbreiding van het bedrijventerrein zal leiden tot een toename van verhard oppervlak. Hemelwater zal daardoor versneld afstromen. Ter compensatie dient extra open water te worden toegevoegd. Hierin wordt voorzien door middel van de brede singel die aan de zuidzijde van het plangebied wordt gerealiseerd, door middel van een waterpartij achter de woningen Zuidplasweg 5 en 7 en door middel van een brede watergang aan de oostzijde van het plangebied, die doorloopt in de nieuwe woonwijk Zevenhuizen Zuid.
De waterstructuur wordt in goed overleg met het Hoogheemraadschap in samenhang met de ontwikkeling van Zevenhuizen Zuid beschouwd. In en rond het plangebied wordt in ruime mate voorzien in oppervlaktewater, waarmee de waterkwantiteit in voldoende mate is geborgd.
Gezien het feit dat grotendeels de bestaande situatie wordt vastgelegd, wordt in het bestemmingsplan niet voorzien in maatregelen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de waterkwaliteit. De oevers in het plangebied worden voorzien van beschoeiing.
Het algemeen beleid is dat schoon- en vuilwaterstromen worden gescheiden en gescheiden blijven tot aan het overnamepunt op de perceelsgrens. Schoon regenwater van gevels en daken dient bij voorkeur te worden benut (toiletspoeling, daktuinen e.d.) of te worden afgevoerd naar de bodem (infiltratie) Indien dit niet mogelijk of gewenst is, dient het water rechtstreeks afgevoerd te worden naar het oppervlaktewater via een regenwaterriool. Doordat de uitbreiding omringd wordt met water, is er altijd oppervlaktewater in de buurt. De overige verharding (wegen, parkeerplaatsen, terreinen met opslag e.d.) worden aangesloten op een verbeterd geschieden rioolstelsel.
Een eigenaar van een erf mag geen hinder aan eigenaren van andere erven toebrengen in de loop, hoeveelheid of hoedanigheid van over het erf stromend water of van het grondwater en dergelijke. In geval van bouwactiviteiten dient er rekening mee gehouden te worden dat het niet is toegestaan om grondwateroverlast te veroorzaken door het aanbrengen van ondergrondse constructies en dat het verboden is om grondwater te onttrekken met als gevolg dat er sprake is van een grondwaterstandverlaging in de omgeving. Ook het ophopen van percelen is, gezien de mogelijk negatieve effecten voor aangrenzende percelen, niet zonder meer toegestaan.
Belangrijk is dat ruimtelijke ontwikkelingen geen verslechtering van de oorspronkelijke grondwaterstand en -stroming mogen veroorzaken (bodemdaling, grondwateroverlast en - onderlast, paalrot, zettingen). Daarom is versnelde afvoer van grondwater naar oppervlakte (permanente drainage) in principe niet toelaatbaar. De sponswerking van de bodem dient zoveel als mogelijk te worden benut. Onderhavig plan maakt geen nieuwe ondergrondse bebouwing, anders dan kleinschalige afvalinzamelpunten en randvoorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding mogelijk.
In het voortraject voor deze ontwikkeling is er reeds in 2006 overleg geweest met het Hoogheemraadschap van Schieland. Geconcludeerd is dat de ontwikkeling bijdraagt aan een robuust watersysteem. Het Hoogheemraadschap heeft ingestemd met deze ontwikkeling.