Nijverheidscentrum 2013

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Veiligheidszone - leiding

21.1.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten toegestaan.

21.1.2 Afwijken van de bouwregels

• a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.1.1 voor de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone - leiding' indien op grond van technische, planologische en economische belangen de vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de in 21.1.1 bedoelde zone gewenst of noodzakelijk is.
• b. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld onder a dient door burgemeester en wethouders advies te worden ingewonnen bij (onder meer) de leidingbeheerder.

21.1.3 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) het plan te wijzigen, door:

• a. de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone - leiding’ te verkleinen of te verwijderen;

en/of

• b. de bepalingen in dit artikel aan te passen;

indien:

• 1. dit gewenst is in verband met een gewijzigde situering van de bijbehorende leiding en/of andere fysieke maatregelen die een aanpassing/bijstelling van de veiligheidszone rechtvaardigt;
• 2. nieuwe (landelijke) regelgeving inzake veiligheidsaspecten in zones ter weerszijden van de leidingen hiertoe aanleiding geven.

Alvorens toepassing te geven aan deze bepaling winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij onder meer de leidingbeheerder en de Omgevingsdienst Midden Holland.