direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Nijverheidscentrum 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpNijverheidscentr-On01

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  • b. (ondergrondse) afvalinzamelpunten;

alsmede voor:

  • c. een weegbrug, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - weegbrug';

met de daarbij behorende:

  • d. in- en uitritten;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
  • g. water en waterstaatkundige voorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. voorzieningen van openbaar nut;
  • j. brandgangen, in ieder geval ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - brandweerstraat';
  • k. speelvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 3 meter;
  • b. de oppervlakte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 25 m² per gebouw;
  • c. de bouwhoogte van overige gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de oppervlakte van overige gebouwen bedraagt maximaal 10 m2;
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 12 meter;
  • b. de hoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 5 meter;
  • c. de hoogte van straatmeubilair bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 6 meter.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 20 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. reclameuitingen.