direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Middelweg 12 Moordrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpMiddelweg12Mrd-Va01

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de breedte van een bouwwerk:

van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een

gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat indien de

zijgevels niet evenwijdig lopen dan wel verspringen, het gemiddelde

geldt van de kleinste en grootste breedte;

2.3 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 de diepte van een bouwwerk:

buitenwerks tussen de voorgevel en de achtergevel, met dien verstande

dat, indien een gevel niet evenwijdig loopt of verspringt, het gemiddelde

geldt van de kleinste en grootste diepte;

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.6 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 peil:
  • a. voor gebouwen:

de hoogte van de afgewerkte begane grondvloer ter plaatse van de

hoofdtoegang. De hoogte is 20 mm gelegen boven de aan de

hoofdtoegang aansluitende definitieve verharding;

  • b. voor bouwwerken, geen gebouw zijnde:

de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein;

  • c. voor alle andere gevallen:

de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.

2.9 de vloeroppervlakte van een bouwwerk binnenwerks:

het totaal van alle horizontale oppervlaktes van alle ruimtes binnen dat

gebouw met inbegrip van eventuele binnenwanden, maar met

uitzondering van de onderbouw en van oppervlaktes waarboven geen

vrije hoogte van tenminste 1,5 meter aanwezig is;

2.10 uitzondering ondergeschikte bouwdelen:

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen

bebouwings- en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte

bouwdelen van gebouwen, zoals plinten, pilasters, kozijnen,

gevelversieringen, balkons, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en

kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de

bebouwings- en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1 m wordt

overschreden.