direct naar inhoud van Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Esse-Kleinpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpEsseKleinpolder-Va01

Artikel 18 Waarde - Cultuurhistorie

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

18.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 18 lid 1, met daarop beschermde rijksmonumenten, aangewezen ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988, en gemeentelijke monumenten, aangewezen ingevolge de gemeentelijke monumenten verordening, mag uitsluitend worden gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande dat:

  • a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd;
  • b. geen wezelijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels, en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in de aanwijzing tot beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet 1988.
18.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18 lid 2, mits dit noodzakelijk is voor het herstel of de verbetering van de architectonische en cultuurhistorische waarden van het monument.

18.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
18.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de artikel 18 lid 1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

18.4.2 Uitzondering

Het bepaaldin in artikel 18 lid 4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bouwwerken, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
18.4.3 Voorwaarde

De in artikel 18 lid 4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijziging aan het pand kan worden hersteld;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde in redelijkheid niet is te handhaven;
  • c. het delen van panden of bijbehorende bouwwerken betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek dan wel cultuurhistorisch waardevol vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde plaatsvindt;
  • d. advies wordt ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.