direct naar inhoud van Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Esse-Kleinpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpEsseKleinpolder-Va01

Artikel 12 Verkeer - Verblijfsgebied

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;

    en de daarbij behorende:
  • b. voet- en fietspaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. tuinen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. voorzieningen van openbaar nut;
  • h. straatmeubilair;
  • i. (ondergrondse) afvalinzamelpunten;
  • j. terrassen;
  • k. standplaatsen ten behoeve van ambulante handel;
  • l. waterlopen en waterpartijen;
  • m. objecten van beeldende kunst;
  • n. kunstwerken.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

12.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 3 m¹;
  • b. het oppervlakte van een gebouw voor een voorziening van openbaar nut bedraagt maximaal 25 m² per gebouw;
  • c. de bouwhoogte van overige gebouwen bedraagt maximaal 3 meter.
12.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. bijbehorende bouwwerken mogen enkel gerealiseerd worden ter plaatse van de bouwaanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de minimale afstand tot de voorgevellijn bedraagt 1 m¹;
  • c. de goothoogte van uit- en aanbouwen bedraagt de eerste volledige bouwlaag vermeerderd met 0,25 m¹, met een maximum van 4 m1;
  • d. de bouwhoogte van uit- en aanbouwen bedraagt maximaal 6 m1, in geval van een doorgetrokken dakvlak van het hoofdgebouw. In alle andere gevallen is de maximale bouwhoogte gelijk aan de maximale goothoogte;
  • e. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 3 m¹;
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 5 m¹.
12.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van speelvoorzieningen bedraagt maximaal 150 m2, indien de bestaande situatie voorziet in een grotere oppervlakte wordt deze gerespecteerd;
  • b. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 10 m¹;
  • c. de hoogte van kunstwerken bedraagt maximaal 5 m¹;
  • d. de hoogte van speelvoorzieningen bedraagt maximaal 3 m¹;
  • e. de hoogte van straatmeubilair bedraagt maximaal 3 m¹;
  • f. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 m¹.
12.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12 lid 2.2 sub b voor het vergroten van de maximale oppervlakte.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 20, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.