Type plan: wijzigingsplan
Naam van het plan: Sânpaad 5A De Westereen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1891.WpWeSanpaad5a-VA01
1 Inleidende regels
 
Artikel 1 Begrippen
 
In de regels wordt verstaan onder:
 
1.1 Plan
het bestemmingsplan Plancontourenplan De Westereen-east van de gemeente Dantumadiel, vastgesteld door de gemeenteraad van Dantumadiel op 1 juli 2009;
 
1.2 Bestemmingsplan
het wijzigingsplan 'Sânpaad 5A De Westereen' van de gemeente Dantumadiel, zoals vervat in de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1891.WpWeSanpaad5a-VA01met de bijbehorende regels.
 
1.3 Relatiebepaling
Op het bestemmingsplan zijn de regels en bijlagen behorende bij het plan zoals genoemd onder artikel 1 onder 1.1 (voor zover relevant) van toepassing.
 
Artikel 2 Wijze van meten
 
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten conform de regels in van het plan zoals genoemd in artikel 1 onder 1.1.
 
2 Bestemmingsregels
 
Artikel 3 Tuin
 
Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanregels uit artikel 6 behorende bij het plan zoals genoemd onder artikel 1 onder 1.1 van toepassing.
 
Artikel 4 Wonen
 
Op deze bestemming zijn de bestemmingsplanregels uit artikel 3 behorende bij het plan zoals genoemd onder artikel 1 onder 1.1 van toepassing.
 
Artikel 5 Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3
 
5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3 ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de (verwachte) archeologische waarden, waarbij geldt dat deze bestemming ten opzichte van:
  1. andere daar voorkomende bestemmingen van primaire betekenis is.
5.2 Bouwregels
 
Op de voor ' Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van en conform een andere daar voorkomende bestemming:
  1. met een oppervlakte van niet meer dan 2.500 m2;
  2. met een oppervlakte van meer dan 2.500 m2, mits de aanvrager een onderzoeksrapport heeft overgelegd van een daartoe bevoegd archeologisch bureau dat werkt volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de resultaten zijn neergelegd van een waarderend onderzoek dan wel van een karterend onderzoek met minimaal 6 boringen per hectare en minimaal 6 boringen per bouwplanlocatie en burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de archeologische waarden voldoende zijn vastgesteld, op basis van welk onderzoeksrapport aan de omgevingsvergunning een of meerdere van de volgende voorwaarden kunnen worden verbonden:
    1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 
    2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. de verplichting de activiteit die tot de bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.
3 Algemene regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
 
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
 
Artikel 7 Overige regels
 
Op het wijzigingsplan zijn de overige bepalingen zoals opgenomen in de artikelen 22 tot en met 27 behorende bij het plan zoals genoemd onder artikel 1 onder 1.1 van toepassing.
 
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
 
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 10%.
  3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
 
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het wijzigingsplan "Sânpaad 5A De Westereen" van de gemeente Dantumadiel.