In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
Een inventariserend veldonderzoek en archeologisch bureauonderzoek zijn uitgevoerd binnen het plangebied in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Leidseweg 36 in Oud Ade, gemeente Kaag en Braassem. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau IDDS, zie bijlage
1.
Er geldt een lage verwachting voor archeologische resten van vóór de ontginning in de Late Middeleeuwen. Na de ontginning van het gebied werden de oevers van het Vennemeer bewoond. Voor resten hiervan geldt echter ook een lage verwachting vanwege de omgewerkte bovengrond en top van het veen. Bij het veldonderzoek is langs het Vennemeer wel een antropogene kade aangetroffen. De ouderdom en de archeologische (verwachting)waarde van de kade zijn onbekend, maar de kade bestaat voornamelijk uit opgebracht materiaal en ter plaatse van de kade zullen geen ontwikkelingen plaatsvinden. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren.