Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Leidseweg naast 36d
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1884.BPLeidsewegna36d-VAS1

4.6 Bodem

In het kader van een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat de kwaliteit van de bodem en het grondwater in het plangebied in overeenstemming zijn met het beoogde gebruik. Dit is geregeld in de Wet Bodembescherming. De bodemkwaliteit kan namelijk van invloed zijn op de beoogde functie van het plangebied. Indien sprake is van een functiewijziging zal er in veel gevallen een bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd op de planlocatie. Middels dit onderzoek kan in beeld worden gebracht of de bodemkwaliteit en de beoogde functie van het plangebied bij elkaar passen.
 
Planspecifiek
Voor onderhavig plan is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd, zie bijlage 1. In het verkennend bodemonderzoek is geconcludeerd dat door de gemeten waarden t.a.v. lood en koper wettelijk nader onderzoek wordt voorgeschreven. Voorts is in het onderzoek geconcludeerd dat de stoffen zeer lokaal zijn aangetroffen en dat actuele risico's ontbreken. Op basis hiervan wordt geen ander onderzoek voorgeschreven op basis van dit onderzoek. Desalniettemin is een nader bodemonderzoek uitgevoerd, zie bijlage 2. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat er een lichte verontreiniging is in het plangebied. Het gaat hierbij om ongeveer 10 m3 vervuilde grond. In het kader van de Wet bodembescherming worden verdere onderzoeken en saneringen niet noodzakelijk geacht. Conform de Wet bodembescherming is sanering noodzakelijk vanaf een vervuiling van meer dan 25 m3.