4.11 Verkeer en parkeren
In het kader van de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de tijdelijke uitbreiding is in opdracht van de gemeente Kaag en Braassem door het verkeerskundig bureau Goudappel Coffeng in 2008 een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd. In het kader van voorliggend bestemmingsplan heeft Goudappel Coffeng wederom een verkeerskundig onderzoek uitgevoerd. Tijdens het onderzoek uit 2011 is zowel een parkeerdruk- als een parkeermotiefmeting uitgevoerd.
Reden voor dit laatste onderzoek is het voornemen om de parkeervoorziening Noordeinde 57 te laten vervallen. Deze parkeervoorziening is gerealiseerd ten behoeve van de tijdelijke uitbreiding. In verband met ontwikkelingen van het ontwikkelgebied ‘Braassemerland’ is het gewenst het perceel Noordeinde 57 alternatief aan te wenden. Met het vervallen van deze parkeervoorziening dient een goede parkeeroplossing op een andere manier geborgd te zijn. De onderzoeken uit 2008 en uit 2011 maken inzichtelijk wat voor invloed de uitbreiding heeft op de parkeerbehoefte en het aantal verkeersbewegingen.
Verkeer
Het gemeentehuis en de naastgelegen parkeervoorzieningen worden direct ontsloten op het Westeinde. Het uitgangspunt is dat de uitbreiding geen negatieve effecten mag hebben op de bestaande verkeersafwikkeling in de directe omgeving van het plangebied. Uit de resultaten van de verkeerskundige toets (bijlage
1) blijkt dat de totale extra verkeersproductie van het nieuwe gemeentehuis neer zal komen op circa 300 ritten per etmaal. Deze toename is naar verwachting niet noemenswaardig en heeft geen invloed op de bestaand verkeersafwikkeling rondom het gemeentehuis.
Momenteel wordt een deel van de parkeerbehoefte van het gemeentehuis opgevangen op het perceel Noordeinde 57. Omdat deze parkeervoorziening binnenkort vervalt heeft de gemeente onderzoeksbureau Goudappel Coffeng gevraagd een parkeerdruk- en een parkeermotiefmeting (bijlage
2) uit te voeren in het gebied rondom het gemeentehuis. In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat het huidige aantal geparkeerde auto's op het perceel Noordeinde 57 elders in de directe omgeving kan worden opgevangen. Zelfs wanneer onverhoopt het gebruik van het perceel Noordeinde 57 is onderschat en doorgaans het gebruik van dit perceel twee tot drie keer groter is, kan dit opgevangen worden binnen het centrumgebied van Roelofardensveen. Zowel in het weekend als op doordeweekse dagen worden dan ook geen problemen verwacht.
Hiermee is aangetoond dat parkeren geen belemmering vormt voor het permanent bestemmen van de tijdelijke uitbreiding. Wanneer de parkeerondersteunende voorziening voor deze uitbreiding (Noordeinde 57) vervalt ontstaan geen parkeerproblemen.
Conclusie
De uitbereiding van het gemeentehuis heeft, ook na de sluiting van het perceel Noordeinde 57, geen negatieve effecten op de verkeersafwikkeling. In de omgeving van het plangebied zijn voldoende parkeervoorzieningen aanwezig die kunnen voorzien in de vraag van zowel de medewerkers als de bezoekers. Vanuit het aspect verkeer en parkeren bestaat er geen bezwaar tegen het permanent vastleggen van de uitbreiding van gemeentehuis.
De herbestemming van 'detailhandel' op wonen heeft geen effect op het aspect verkeer en parkeren.