Plan:
grensmaas deelgebied sittard-geleen
Status:
vastgesteld
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 23. Verkeersdoeleinden
23.1. Doeleindenomschrijving

De op de plankaart A als “verkeersdoeleinden” aangegeven gronden zijn bestemd voor:

- verkeersdoeleinden en parkeervoorzieningen;

- doeleinden van openbaar nut;

- groenvoorzieningen zoals tussenbermen;

- zover de gronden daartoe nader zijn begrensd op de plankaart A tevens voor uitsluitend vaste delfstof verwerkende inrichting als bedoeld in bijlage 1 categorie II juncto artikel 2.4. van het inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer;

- waterstaatkundige kunstwerken in de op de plankaart A als zodanig aangegeven zones;

- tijdelijke voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lied 77a.

en met dien verstande dat motorbrandstofverkooppunten niet zijn toegestaan.

23.2. Beschrijving in hoofdlijnen

Terzake van de voorkeursaanpak voor realisering van het Grensmaasproject geldt als uitgangspunt dat verwerking, opslag en transport van de gewonnen delfstoffen binnen het plangebied plaatsvindt. Essentieel daarbij is dat in het agrarisch cultuurlandschap bij Meers (gemeente Stein) ruimte wordt gevonden voor een (vaste) verwerkingsinrichting.

Tijdelijke voorzieningen met (aanzienlijke) ruimtelijke effecten zijn met een specifieke aanduiding op plankaart A aangegeven. Zij mogen uitsluitend op de als zodanig aangegeven gronden worden gerealiseerd.

Bij de concrete begrenzing van de verwerkingsinrichting, zal rekening moeten worden gehouden met de milieuaspecten zodanig dat de geluidbelasting bij geluidgevoelig functie de 60 dB(A) niet overschrijdt, in landschappelijk en ruimtelijk opzicht een zorgvuldige invulling plaatsvindt en het aantal gehinderden zo gering mogelijk is.

23.3. Gebruik van de grond voor bebouwing

Op of in de voor “verkeersdoeleinden” bestemde gronden mag geen bebouwing worden opgericht met uitzondering van:

1. de nader op de plankaart A voor een vaste verwerkingsinrichting aangegeven gronden met dien verstande dat het totale bebouwingsoppervlak van de verwerkingsinrichting niet meer dan 7 ha. bedraagt en de gronden daarvoor een gesloten geheel vormen.

2. andere bouwwerken worden gebouwd die qua aard en afmetingen bij de bestemming passen met een hoogte van maximaal 10,00 m.

3. tijdelijke voorzieningen tot een maximale hoogte van 10,00 m.

23.4. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van de tijdelijke werkwegen binnen de op plankaart A aangegeven zone, indien dit noodzakelijk is:

- ten behoeve van de bescherming van het woonmilieu, onder andere voor wat betreft geluid en luchtkwaliteit;

- ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende natuurlijke waarden.

Paragraaf C Bepalingen met betrekking tot de dubbele bestemmingen