De op de plankaart A als “doeleinden van openbaar nut” aangegeven gronden zijn bestemd voor elektriciteitsvoorzieningen, gasregelstations, pompinstallaties en rioolgemalen en tevens voor -tijdelijke voorzieningen als bedoeld in artikel 1 lid 77a met dien verstande dat tijdelijke voorzieningen met (aanzienlijke) ruimtelijke effecten met een specifieke aanduiding op de plankaart A zijn aangegeven. Zij mogen uitsluitend op de als zodanig aangegeven gronden worden gerealiseerd.

Op of in de voor “doeleinden van openbaar nut” bestemde gronden mogen slechts die gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht welke qua aard en afmeting bij deze bestemming passen met dien verstande dat:

a. het bebouwingsoppervlak geheel mag worden bebouwd;

b. de goothoogte maximaal 3,50 m. mag bedragen;

c. de dakhelling maximaal 55° mag bedragen;

d. de hoogte van andere bouwwerken maximaal 3,00 m. mag bedragen met uitzondering van erfafscheidingen die maximaal 2,00 m. en met uitzondering van tijdelijke voorzieningen die 10,00 m. hoog mogen zijn.