direct naar inhoud van Artikel 7 Beschermingszone a
Plan: Hof van Limburg
Status: vastgesteld
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.18830000Hofvanlimburg-

Artikel 7 Beschermingszone a

7.1 Doeleindenomschrijving
  • A. De gronden die op de verbeelding zijn aangewezen voor beschermingszone a, zijn tevens bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van de hoogspanningslijnen, waarbij aan de op de verbeelding onderscheiden beschermingszone a de volgende functies zijn toegekend:

bovengronds:

  • hoogspanningslijnen Urmond-Lutterade met een strook van 25 m. ter weerzijden van de op de verbeelding aangeduide leiding;
  • hoogspanningslijnen Lutterade-Born-Maasbracht met een strook van 20 m. ter weerzijden van de op de verbeelding aangeduide leiding.

  • B. Voor zover blijkens de verbeelding nog één of meer andere dubbel bestemmingen met beschermingszone a geheel of gedeeltelijk samenvallen, geldt het bepaalde in artikel 7 lid 2.
7.2 Bouwregels
  • A. Op en in de tot beschermingszone a bestemde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht die zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de hoogspanningslijnen. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan behoudens vrijstelling ingevolge lid 4 van dit artikel, gehoord de leidingbeheerder/directeur van het energiebedrijf.

  • B. Op of in deze dubbelbestemming begrepen grond voor zover aangeduid als beschermingszone a mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van deze bestemming, zoals hoogspanningsmasten, worden gebouwd. Voor de hoogspanningsmasten geldt dat de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 40 m.
7.3 Aanlegvergunning
  • A. Het is verboden op de tot beschermingszone a bestemde grond zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
    voor zover het bovengrondse leidingen betreft:
  • a. het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen of bomen;
  • b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m;
  • c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
  • d. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

  • A. Het onder sub A. van dit lid vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen gebouwen zijnde, of werkzaamheden:
  • a. welke betreffen het normale onderhoud en beheer van de hoogspanningslijnen;
  • b. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.

  • B. De werken of werkzaamheden als bedoeld onder A. van dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de hoogspanningslijnen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.
  • a. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld onder sub A. van dit lid wordt het advies ingewonnen van de leidingbeheerder.
  • b. Het verlenen van de vergunning als bedoeld onder sub A. van dit lid in afwijking van het advies van de leidingbeheerder vindt uitsluitend plaats indien vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring is ontvangen dat zij geen bezwaar hebben tegen verlening van de vergunning.
7.4 Ontheffing

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde onder lid 2 ten aanzien van de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de energievoorziening, daartoe wordt vooraf advies ingewonnen bij de leidingbeheerder;
  • b. vooraf een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten is verkregen, indien Burgemeester en Wethouders voornemens zijn te besluiten, in afwijking van het advies van de leidingbeheerder.