Plan: | Veegplan 2022 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.bpVeegplan2022-VA01 |
het bestemmingsplan Veegplan 2022 met identificatienummer NL.IMRO.1883.bpVeegplan2022-VA01 van de gemeente Sittard-Geleen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen.
de verbeelding van het bestemmingsplan Veegplan 2022, bestaande uit een digitale en analoge verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.1883.bpVeegplan2022-VA01.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bouwwerk dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grond van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt.
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, ontwerptechnisch of kunstzinnig of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bouwwerk dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grond van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, een kapsalon hieronder begrepen.
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
de waarden die rechtstreeks verband houden met de mogelijkheden voor de uitoefening van een doelmatige, agrarische bodem- en/of bedrijfsexploitatie.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
terrein dat van algemeen belang is wegens daar aanwezige zaken als hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde en die daarom op grond van de Monumentenwet worden beschermd.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische relicten (resten uit het verleden).
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden.
onderzoek verricht door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 45 van de Monumentenwet (of voor de betreffende werkzaamheden een vergunning heeft van de Minister van OCW) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, dan wel binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel, bestemmingsvlak respectievelijk bouwvlak.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een inpandige en overdekte ruimte die wordt benut in verband met de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond, noodzakelijk moet worden geacht;
gebouw of onderdeel van een gebouw dat kenmerkend is voor het cultuurhistorische beeld en van cultuurhistorische waarde is vanwege de historische verschijningsvorm, de historische ruimtelijke samenhang en/of historische betekenis, zoals die is aangegeven op de verbeelding en wordt beschermd via deze regels.
het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing met de karakteristieken van de locatie en omgeving door middel van aandacht voor stedenbouwkundige aspecten, architectuur, cultuurhistorie en landschap.
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau, dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,50 meter boven peil is gelegen.
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
een gemeentelijk stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1, sub 1 onder d. van Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012.
bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
gebruik: het gebruik van gronden en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen.
de grens van een bestemmingsvlak.
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door zijn constructie en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel staand hoofdgebouw.
installatie voor het opwekken van energie uit biomassa.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
de hoogte van een bouwwerk.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een bouwwerk, niet zijnde een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte.
een woning, die zich geheel of nagenoeg geheel bevindt boven de begane grond van een gebouw.
vaste, vloeibare of gasvormige stof die brandbaar of brandbevorderend is, of bij brand gevaar oplevert, in de zin van de ADR-klassen twee tot en met vijf.
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals muziek, feesten, en kermis, tevens daaronder begrepen de volgende functies:
de beschavingsgeschiedenis: de overblijfselen van de geschiedenis van de door de mens gemaakte en beïnvloede leefomgeving. Het betreft het onroerende deel van het cultureel erfgoed, waarin archeologie (bodemarchief), historische geografie (cultuurlandschap), historische stedenbouw, historisch groen, architectuur- en bouwhistorie (gebouwen en complexen) worden betrokken.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat ondermeer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur, waaronder monumenten.
recreatieve activiteit die plaatsvindt binnen een periode van een uur voor zonsopgang tot een uur na zonsondergang.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van archeologie. Deze dient in ieder geval te voldoen aan de in de KNA gestelde kwalificaties van senior archeoloog.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings-, advies-, reis- en uitzendbureau, een makelaars- en of verzekeringskantoor of bank.
het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 30 cm (gemeten vanaf het peil) ten behoeve van agrarisch gebruik. Ploegen minder dan 30 cm diep wordt beschouwd als normaal onderhoud en beheer.
een al dan niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, waarop ingevolge de regels van het plan geen hoofdbebouwing is toegestaan en dat in beginsel behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst, zoals dat blijkt uit kadastrale gegevens.
bouwwerk, geen gebouw zijnde of groenvoorziening bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf, de weg of openbaar groen.
een uitbreiding van het hoofdgebouw op de begane grond, geen afzonderlijke ruimte zijnde, waarvan de bestemming overeenkomt met de bestemming van het hoofdgebouw.
het proces van slijtage van een vast oppervlak waarbij materiaal wordt verplaatst of geheel verdwijnt. Erosie gebeurt vooral door de werking van wind, stromend water en ijs.
alle vormen van recreatief medegebruik die wat betreft hun lage intensiteit, beperkte omvang en frequentie inpasbaar zijn en gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en vissen.
vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd.
een bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
objecten of bouwwerken met cultuurhistorische waarde, zoals muren, kapellen, kruisen, straatmeubilair, kunstwerken e.d., zoals die zijn aangewezen op de verbeelding en worden beschermd via deze regels.
het doen gebruiken, laten gebruiken en gebruik geven.
een inrichting, waarbij op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
onroerend monument als bedoeld in het eerste lid onder c. van de Erfgoedverordening Sittard-Geleen 2012.
het gedeelte dat vanaf de straat zichtbaar is, van plint tot kap; indien de kap vanaf de straatzijde zichtbaar is en bijdraagt aan het totale historisch waardevolle gevelbeeld, valt deze ook onder het begrip gevel; als er sprake is van een zijgevel en deze aan de straat ligt, valt deze ook onder begrip gevel; met gevel wordt ook aangeduid een gedeelte van de gevel van een bouwvlak dat toegerekend kan worden aan de eigenaar van een pand.
een denkbeeldige lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd.
de wijze waarop de gevel van een gebouw is opgebouwd, onderverdeeld en geleed en waardoor gevels zich van elkaar onderscheiden in verschillende typen.
straatwand bestaande uit een aantal gevels van panden.
een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende open grond, waaronder ook begrepen grond met tijdelijke tunnels of andere teeltvoorzieningen, zoals bijvoorbeeld een melkveehouderij.
overwegend halfvrijstaande en/of geschakelde hoofdgebouwen, en vrijstaande en aangebouwde (maximaal 3 aaneen) hoofdgebouwen.
het midden van de leiding.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van een zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij de openingstijden van de winkelvoorzieningen en waar, naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren, in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van spijzen en/of kleinere maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse dienen of kunnen worden genuttigd. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met live muziek en al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren. Daaronder worden begrepen:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van nachtverblijf. Daaronder worden begrepen:
de bewoning van een woning door:
de bedrijfsmatige verhuur van onzelfstandige woonruimten binnen een bestaand (woon)gebouw, niet bestemd voor recreatieve bewoning.
een tent, tentwagen, een kampeerauto, toercaravan, vouwwagen, camper of huifkar;
enig ander onderkomen of ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge artikel 2.1, lid 1a van de Wabo een omgevingsvergunning voor het bouwen vereist is, een en ander voor zover genoemde onderkomens of voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtgebruik.
een ruimte of een complex van ruimten welke is bestemd om te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden.
een civieltechnische constructie of installatie in de infrastructuur die één of meer functies vervult zoals onderdoorgangen, duikers en overkluizingen.
object zoals omschreven in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi).
bijzondere landschappelijke kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
voorzieningen bestemd voor medische en verzorgende, sociaal-culturele, religieuze, militaire, educatieve en openbare dienstverlenende instellingen.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een gebouw dat dient voor de huisvesting van meerdere huishoudens in afzonderlijke woonruimten.
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub c. van de Wet ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan.
een waarde die wordt toegekend aan karakteristieke elementen en patronen in het landschap alsmede sporen die de natuur en de mens in het landschap hebben achtergelaten, met cultuurhistorische waarde, zoals bomen, struiken, hagen, holle wegen, grafheuvels, poelen, grachten en vijvers.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige biotopen, bijzondere flora en fauna, ecologische samenhangen en structuren.
activiteiten waarvoor een gedeelte van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen als zodanig mag worden gebruikt en die uitgevoerd worden naast het eigenlijke beroep of de hoofdactiviteit. Deze activiteiten zijn ondergeschikt aan de primair toegekende functie.
gebouwen en overkappingen ten behoeve van de waterhuishouding, de energievoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
omgevingsvergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, lid 1 onder c. j.o. artikel 2.12, lid 1, sub a. onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, lid 1 onder a. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van artikel 2.1, lid 1, onder b. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven het peil is gelegen.
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden en andere ondergeschikte dakopbouwen.
een functie die qua omvang en uitstraling ten dienste staat van een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie.
een horecabedrijf dat in overwegende mate is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van kleine etenswaren, voedingsmiddelen en maaltijden die ter plaatse kunnen worden genuttigd. Verder, maar niet uitsluitend, worden ook niet-alcoholische en licht-alcoholische dranken verstrekt die ter plaatse worden genuttigd. De horecafunctie is onlosmakelijk verbonden met de hoofdactiviteit en heeft een ondergeschikte betekenis binnen het bedrijf of de voorziening. In ieder geval bedraagt de oppervlakte van deze functie maximaal 20% van de aanwezige bedrijfsvloeroppervlakte. Onder dit begrip vallen bijvoorbeeld de volgende voorzieningen:
beneden het peil.
woonruimte in een pand met één hoofdingang, één huisnummer en meerdere verhuurbare kamers, waarin bewoners wezenlijke voorzieningen zoals douche/badkamer/toilet en/of (woon)keuken delen.
niet-zelfstandig decoratief element, dat is aangebracht op een voorwerp of gebouw om dit te versieren.
een bijbehorend bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
de gemiddelde hoogte van een aansluitend, afgewerkt terrein ter plaatse van het bouwperceel.
een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.
voorbehandeling plantaardige (organische) (afval)stoffen voor productie biomassa.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
een bepaald in de loop van de geschiedenis ontstaan beeld van verscheidenheid, samenhang en afwisseling in het ruimtegebruik in een gebied als totaliteit.
de mate waarin de gebruiker het verblijf of het gebruik van een gebied als historisch kwalitatief ervaart.
een bepaald in de loop van de geschiedenis ontstaan patroon van verscheidenheid, samenhang en afwisseling in het ruimtegebruik in een gebied als totaliteit.
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan, al dan niet in combinatie met elkaar:
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
detailhandelsvestiging waar voedsel en dagelijkse goederen ten verkoop aan de consument worden aangeboden.
een voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om de volgende doelen na te streven:
In de vorm van:
de gronden van een bouwperceel behorende bij een woning, die feitelijk zijn ingericht ten dienste van het gebruik van de woning.
het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
vormen van recreatie die hoofdzakelijk gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf.
het aanbrengen van een dichte deklaag in de vorm van bijvoorbeeld klinkers, asfalt of beton.
gevel aan de voorzijde van een gebouw gerelateerd aan de grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
deel van het erf dat geen deel uitmaakt van het achtererfgebied, gelegen aan de voorkant en naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant dan wel op minder dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw.
de naar het verkeers- of verblijfsgebied gekeerde bouwgrens.
Wet geluidhinder.
het oppervlak van een (winkel)unit dat voor het publiek vrij toegankelijk is, dan wel zichtbaar is, inclusief de ruimten die direct met de verkoop samenhangen. Het wvo wordt ingemeten op een hoogte van 1,50 meter. Lagere ruimtes zoals onder schuine daken worden dus niet meegerekend.
wonen in een woning, zijnde een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
kwaliteit van de woonomgeving, gelet op omgevingsfactoren als geur, stof, geluid en gevaar.
een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
een kantoor of een bedrijf met een publieksgerichte functie dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van bedrijven/personen, zoals een voorlichtings/, advies-, reis- en uitzendbureau, een makelaars- en/of verzekeringskantoor of bank.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van een bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren en op het peil, zulks met inbegrip van erkers.
tussen het voorste en het achterste punt van het bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren dan wel scheidingslijnen en op het peil.
vanaf het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De voor ‘Agrarisch - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder d voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximaal 2 m.
De voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de voor 'Agrarisch - 2' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen/ oprichten van hagelnetten, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht of natuurstudie, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van schuilgelegenheden voor het hobbymatig houden van dieren, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor het bouwen van een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden of bouwerken voor en of als:
Het realiseren/aanleggen van tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen is toegestaan. Voor het gebruik van afdekfolie voor het afdekken van producten die tijdelijk in het open veld worden opgeslagen alsmede voor het gebruik van wandelkappen zijn hieraan geen voorwaarden verbonden. Overige tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 4.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van:
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaal in 5.2 voor het bouwen/ oprichten van hagelnetten, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor het bouwen van een hoogzit ten behoeve van de uitoefening van de jacht of natuurstudie, mits de bouwhoogte niet meer dan 6 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor het bouwen van schuilgelegenheden voor het hobbymatig houden van dieren, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor het bouwen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2 voor het bouwen van een voederberging of voederruif voor de instandhouding van het wild, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het realiseren/aanleggen van tijdelijke lage teeltondersteunende voorzieningen zoals het gebruik van landbouwplastic is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 5.5.1 geldt niet voor:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van 6.2.1 onder b. voor het vergroten van de bebouwde oppervlakte binnen het bouwvlak, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.5.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, die zijn opgenomen in een hogere categorie dan categorie 1 en 2 volgens de bij deze regels behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 6), met dien verstande dat:
De voor 'Bedrijventerrein - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwen is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 sub b en een bouwhoogte van minimaal 3,00 meter en/of een bouwhoogte van maximaal 20,00 meter toestaan mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2 sub h en een hogere bouwhoogte voor andere bouwwerken, toestaan tot maximaal 30,00 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De onderstaande specifieke gebruiksregels zijn van toepassing;
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 sub a:
De voor ' Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Op de voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder b en toestaan dat de goot- en/of de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw wordt vergroot met maximaal 25%, mits:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2.1 onder b en kan worden toegestaan dat het bebouwingspercentage per bouwperceel met 10% worden verhoogd, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder c en toestaan dat de afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt verminderd tot (niet minder dan) 1 m, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder d en toestaan dat de onderlinge afstand tussen bedrijfsgebouwen wordt verminderd tot (niet minder dan) 2 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de brandveiligheid;
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder e en toestaan dat de oppervlakte van een nutsgebouw wordt vergroot tot niet meer dan 25 m2, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Ten aanzien van de in lid 8.1 genoemde functies gelden de volgende beperkingen:
5.6.1 Afwijken ten behoeve van vergelijkbare bedrijven
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.1 en
kan worden toegestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.1 voor de vestiging van detailhandel, geen ondergeschikte detailhandel zijnde, in de branches:
mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.5 voor het vergroten van het bruto vloeroppervlak van niet zelfstandige kantoren, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na ingewonnen advies van een onafhankelijke terzake deskundige, de van deze regels deel uitmakende Bijlage 4 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' als volgt te wijzigen:
Het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven, en mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na ingewonnen advies van een onafhankelijke terzake deskundige, de in lid 8.1 in samenhang met de verbeelding aangegeven milieuzonering te wijzigen, voor zover veranderingen in de omgeving met betrekking tot milieugevoelige functies, zoals woningen, hiertoe aanleiding geven, en mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen 'Bedrijfswoning' en 'Aantal wooneenheden' alsmede de bijbehorende maatvoering(en) van de verbeelding te schrappen, mits de woonfunctie ter plaatse is komen te vervallen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsbevoegdheid landtong' het plan zodanig aan te passen dat op deze gronden of een deel daarvan een bouwvlak wordt ingetekend waarbinnen uitsluitend bedrijfsgebouwen ten behoeve van aan railverkeer gerelateerde bedrijfsactiviteiten worden toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 9.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor:
De voor 'Detailhandel - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
De volgende bouwregels zijn van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels ten aanzien van:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-electronica zaak' is een electronicawinkel toegestaan onder voorwaarde dat:
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 10.5.1 is niet van toepassing indien:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in lid 10.5.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
De op de plankaart voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 11.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 11.1 bedoelde gronden met de aanduiding “te beschermen groenstructuur” de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de waarden van de te beschermen groenstructuur.
Een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.3.1 is niet vereist voor:
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 12.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het het bepaalde in lid 12.2 onder c voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 12.1 voor:
De voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor :
met bijbehorende terrassen, erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, groenvoorzieningen, gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en overige bijbehorende voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
Op de voor 'Horeca - 2' aangewezen gronden mogen bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:
met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel minimaal 5 m bedraagt;
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.2, onder a ten behoeve van erkers, afdaken, balkons, entreeportalen en veranda's, met dien verstande dat:
Onder gebruik en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 13.4.1 voor het gebruik van een (vrijstaand)bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, met dien verstand dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Aardolieproducten' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een brandstoftransportleiding van vloeibare koolwaterstoffen.
Op de voor 'Leiding - Aardolieproducten' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Aardolieproducten' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 14.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Gas 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor:
Op de voor 'Leiding - Gas 1' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 15.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Gas 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor
alsmede voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor ' Leiding - Gas 2' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 2,5 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 14.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de overige voor deze gronden geldende bestemming(en), mits uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten.
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 16.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning horen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s). Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Leiding - Gas Etheen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een etheentransportleiding.
Op de voor 'Leiding - Gas Etheen' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Gas Etheen' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 17.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 17.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en hieromtrent schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Binnen deze bestemming is een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 18.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De binnen het besluitvlak Leiding - Hoogspanningsverding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende besluitvlakken, mede bestemd voor:
met bijbehorende erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, groenvoorzieningen, gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en overige bijbehorende voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
De in artikel 19.1.1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in hoofdstuk 3 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de daarin opgenomen afwijkings- en / of wijzigingsbevoegdheden en / of omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende besluitvlakken mag:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 19.2.1 voor het toestaan van de in artikel 19.1.2 genoemde functies en het bouwen van bouwwerken ten behoeve van die functies, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 19.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen gebouw zijnde, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.4.1 is niet vereist voor:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding bovengronds' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor een hoogspanningsleiding.
Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
Het in 20.4 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 20.4 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen het behoud, de veilige ligging en de continuïteit van de hoogspanningsverbinding wordt gewaarborgd. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding bovengronds' voor de bovengrondse verbinding te laten vervallen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de reservering van gronden voor de ongestoorde doorgang van nieuw aan te leggen buisleidingen en voor de instandhouding van bestaande ondergrondse leidingen.
Op de voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden mogen geen nieuwe gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht en mogen geen bestaande gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden uitgebreid, met uitzondering van het bouwen van bouwwerken die ten dienste staan van de bestemming als omschreven in 21.1.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 21.2 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, met dien verstande dat
Het is verboden op of in de voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
Het in 21.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de realisering van buisleidingen. Hierbij kan de bestemming ter plaatse van de voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden, ten behoeve van één of meerdere van de volgende bestemmingen worden gewijzigd:
onder de voorwaarde dat de bijbehorende directe beschermingszones niet buiten de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' mogen vallen.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de rioolwatertransportleiding.
Op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.2, ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone van de rioolwatertransportleiding mits:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3 wint het schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder i.c. het waterschapsbedrijf Limburg.
Onder het verboden gebruik als bedoeld in artikel 22.1 wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond voor:
De genoemde verbodsbepalingen gelden niet voor normale onderhoudswerkzaamheden en werken die plaatsvinden binnen het kader van een normaal bodemgebruik.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 22.4.
mits:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.5 wint het schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder i.c. het Waterschapsbedrijf Limburg.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen ten dienste van dagrecreatief medegebruik en nutsvoorzieningen waarvan de maximale hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Onder gebruik en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik vna gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Natuur' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 23.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2 sub a onder 2 voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum 2 m.
De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor;
met bijbehorende:
Op de voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 26.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen,
bakens en andere spoorverkeersvoorzieningen 15 m;
de elektrotechnische systemen 7 m;
De voor 'Verkeer - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 27.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen bestemmingen, dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 53.2.
Op de tot Waarde-Archeologie aangewezen gronden mag op bouwpercelen, die op de desbetreffende kaartuitsneden of na gebruik van een wijzigingsbevoegdheid een uitbreidingsmogelijkheid voor bebouwing hebben van meer dan 0,25 ha dan wel in gevallen waarbij de uitbreidingsmogelijkheid gelegen is binnen een afstand van 50 m tot archeologisch waardevolle terreinen of anderszins archeologische waarden in het geding zijn, uitsluitend gebouwd worden, nadat door middel van archeologisch vooronderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden veilig zijn gesteld. Een rapportage van de resultaten van het onderzoek moet worden overhandigd, voorafgaand aan het toekennen van de bouwmogelijkheden.
Het is verboden, op of in de tot Waarde-Archeologie aangewezen gronden, ter plaatse van de op de plankaart aangeduide ‘terreinen van zeer hoge archeologische waarde’ en ‘terreinen van hoge archeologische waarde’, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 29.3.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 29.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien de in bedoelde gronden aanwezige oudheidkundige sporen niet dan in geringe mate worden of kunnen worden aangetast of als de mogelijkheid bestaat tot het doen van voor afgaand wetenschappelijk onderzoek of het doen van oudheidkundige waarnemingen.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in artikel 30.4.1 , is niet van toepassing indien:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in artikel 30.4 sub a genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde in artikel 3 tot en met 15 van deze regels, mogen op de in lid 31.1 genoemde gronden geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in lid 31.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen van deze andere-werken en werkzaamheden zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden.
Voor zover de in lid 31.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 31.4.1 is niet vereist indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' te wijzigen door:
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in artikel 32.4.1 is niet van toepassing indien:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in artikel 32.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kunnen aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door:
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken,geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld onder a, is niet van toepassing:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de onder a genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het beschermen van de archeologische waarden.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
Het verbod, als bedoeld in 38.4.1 , is niet van toepassing indien:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in 38.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het beschermen van de archeologische waarden.
Op de voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van: :
Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden te verrichten:
Het verbod, als bedoeld in 35.4.1, is niet van toepassing indien:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaald is dat de in 35.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' te wijzigen door:
Er mag alleen worden gebouwd ten behoeve van aanvullend of definitief archeologisch onderzoek.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36.2 ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende besluitvlakken, mits is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
Ontheffing als bedoeld in artikel 36.3.1 is niet vereist, indien:
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over het afwijken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.3.1, winnen zij advies in bij de stadsarcheoloog omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in artikel 36.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Het in artikel 36.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 36.4.1 wordt slechts verleend, indien door de werken en/of werkzaamheden, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden, meer in het bijzonder voor:
Bouwwerken dienen binnen deze dubbelbestemming te voldoen aan de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de afmeting en de plaats van de bebouwing, alsmede de opbouw en indeling van bestaande gevels ten behoeve van behoud en versterking van de cultuur- en bouwhistorische waardevolle karakteristieke verschijningsvorm van de cultuurhistorische waardevolle bebouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan een pand of gronden te gebruiken of laten te gebruiken op een dusdanige wijze dat de cultuurhistorische waarden worden ontsiert of in gevaar worden gebracht.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
De verbodsbepaling van artikel 37.6.1 geldt niet voor normale onderhoudswerkzaamheden noodzakelijk in verband met het beheer of de voltooiing van werken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen, alsmede werken en/of werkzaamheden die worden of mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende of nog te verlenen vergunning; hieronder wordt mede verstaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in artikel 37.1 bedoelde gebouwen aangeduid als geheel of gedeeltelijk te slopen anders dan ter vernieuwing van onderdelen, welke uit oogpunt van onderhoud noodzakelijk is.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.7.1 mag alleen worden verleend, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.7.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen bij de door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen commissie van ter zake deskundigen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.7.1 kan slechts worden verleend nadat:
De verbodsbepaling van artikel 37.7.1 geldt niet voor werken en werkzaamheden die:
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de natuur- en landschapswaarden in het gebied.
Op of in deze gronden mag niet worden gebouwd.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 38.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 38.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een vergunning vragen burgemeester en wethouders de betreffende leidingbeheerder(s) schriftelijk om advies. Het advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd behoudens bouwwerken, geen gebouwen zijnde, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of waterkering;
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het grebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 53.2.
Boven of op de tot Water-Primair water aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.
Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 41.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken mits:
Een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouwregels wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
Het is verboden op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone primair water' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen gebouw zijnde, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 41.5.1 niet vereist voor:
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone, met dien verstande dat:
Op deze gronden is de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
De voor 'Waterstraat - Beschermingszone waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming, beheer en onderhoud van
Op de voor 'Waterstraat - Beschermingszone waterlopen' aangegeven gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de doeleinden als aangegeven in 43.1 worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
Op de gronden met de bestemming 'Waterstraat - Beschermingszone waterlopen' is het bepaalde in de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 44.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
goothoogte | bouwhoogte | |
Hoofdgebouwen | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
aangebouwde bijbehorende bouwwerken | hoogte eerste bouwlaag + 0,25 cm | goothoogte + afstand tot perceelgrens, tot een maximum van 5m |
vrijstaande bijbehorende bouwwerken | 3m | goothoogte + afstand tot perceelsgrens, tot een maximum van 5 m |
erfscheidingen voor de voorste bouwgrens | - | 1m |
erfscheidingen in of achter de voorste bouwgrens | - | 2m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3m |
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 44.2 sub g voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een bouwhoogte van maximum van 2m.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 50.1 wordt tevens verstaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 44.4 sub a voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 44.4 sub a voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel minimaal 5 m bedraagt;
Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat nadere eisen slechts mogen worden gesteld:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.2.2 voor de bouw van een aanleunwoning bij een bestaande woning, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.2.3 onder b voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.
Onder gebruiken en of laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen voor en of als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.1, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 45.5.1 voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
De op de verbeelding voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 46.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
met dien verstande dat de afstand van de achtergevel tot de achterste grens van het bouwperceel minimaal 5 m bedraagt;
Goothoogte | Bouwhoogte | |
van hoofdgebouwen | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' | zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' |
van aangebouwde bijgebouwen | hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw + 0,25 | goothoogte + afstand tot perceelsgrens tot maximum van 5 m |
van vrijstande gebouwen | 3 m | goothoogte + afstand tot perceelsgrens tot maximum van 5 m |
van erfafscheiding in of achter de voorste bouwgrens | - | 2 m |
van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | - | 3m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 46.2 onder f voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 50 wordt tevens verstaan het gebruik van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 46.4.1 voor het gebruik van een (vrijstaand)bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 46.1 sub a t/m h, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep mits:
Voor percelen waar op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan reeds een vergund aan huis gebonden beroep wordt uitgeoefend, geldt dat de omgevingsvergunning als bedoeld onder a. geacht wordt te zijn verleend.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 46.1 sub a t/m h, voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:
Voor percelen waar op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan reeds een vergund aan huis gebonden bedrijf wordt uitgeoefend, geldt dat de omgevingsvergunning als bedoeld onder a. geacht wordt te zijn verleend.
De voor 'Wonen - 4'aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 47.1 omschreven doeleinden en met inachtname van de volgende bepalingen:
Goothoogte | Bouwhoogte | |
van aangebouwde bijgebouwen | hoogte eerste bouwlaag hoofdgebouw + 0,25 | goothoogte + afstand tot perceelgrens, tot maximum van 5 m; |
van vrijstaande bijgebouwen | 3 m | goothoogte + afstand tot perceelgrens, tot maximum van 5 m; |
van erfafscheidingen in of achter de gevellijn | - | 2 m; |
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m. |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van de opstallen voor:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 47.5 onder a, mits:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 47.5 sub b voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits;
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 47.5 sub b, voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen waarin de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In de gevallen waarin het bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 meter mag bedragen.
Het bepaalde in artikel 49.3.1 is niet van toepassing op gronden gelegen binnen de dubbelbestemmingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 49.3.2 voor ondergronds bouwen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 49.3.1.
Een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 49.3.3 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen bij de stadsarcheoloog.
Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding geluidzone - industrie zijn de gronden primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van industrielawaai.
In afwijking van het bepaalde bij andere bestemmingen, mag geen nieuw geluidgevoelig object worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 51.1.2 voor het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor gelden voorkeursgrenswaarde of een door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg' mag, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II' geldt dat de gronden tevens bestemd zijn voor de bescherming van de bodem en het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone Roerdalslenk, zone II' is het niet toegestaan om:
De in 51.3.2 onder a. en b. gestelde verboden gelden niet voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51.3.2 onder a. en b. als gewaarborgd is dat geen sprake is van nadelige gevolgen voor de grondwaterwinning en met dien verstande dat de omgevingsvergunning alleen kan worden verleend wanneer Gedeputeerde Staten vooraf gehoord is.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor:
Indien er bij de werkzaamheden als bedoeld in dit artikel sprake is van een boorput, zijn de werkzaamheden slechts toelaatbaar indien de doorboorde weerstandbiedende lagen en het boorgat, van 0 tot 3 meter beneden het maaiveld, worden afgedicht met klei of bentoniet.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - gezoneerd industrieterrein' zijn de gronden mede bestemd voor het gezoneerde industrieterrein zoals bedoeld in art 1 van de Wgh. De geluidbelasting van de inrichtingen (zowel zoneplichtige als niet zone-plichtige) die gelegen zijn binnen deze aanduiding worden toegerekend aan de geluidzone door deze mee te nemen in de geluidsboekhouding van het ter plaatse gezoneerde industrieterrein.
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone grondwaterbeschermingsgebied” mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan en voorzover niet opgenomen in de bijlage ‘Verboden inrichtingen in grondwaterbeschermingsgebieden’ die behoort bij artikel 2.10 van de Omgevingsverordening Limburg en die is bijgevoegd als Bijlage 2 bij deze regels. Het aanbrengen van bodemenergiesystemen is eveneens niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone grondwaterbeschermingsgebied” wordt bij het verlenen van een omgevingsvergunning artikel 2.11 en bijbehorende bijlage ‘instructiebepalingen omgevingsvergunning’ van de Omgevingsverordening Limburg in acht genomen.
Ter plaatse van de aanduiding “milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied” wordt een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op een diepte van beneden 3 meter niet worden verleend voordat overleg is gepleegd met de beheerder van het grondwaterbeschermingsgebied i.c. provincie Limburg.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding overige zone - antennemasten zijn de gronden mede bestemd als zoekgebied voor het bouwen/plaatsen van antennemasten voor mobiel telefoon- en dataverkeer.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde bij de andere bestemmingen voor het bouwen van antennemasten voor mobiel telefoon- en dataverkeer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - beekdal' zijn de gronden primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de natuurlijke waterhuishouding van zowel het oppervlaktewater als het grondwater, en de daarvan afhankelijke landschappelijke en natuurlijke waarden.
Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld onder a geldt niet voor het uitvoeren van:
a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Ecologische Hoofdstructuur (EHS)' zijn de gronden primair bestemd voor de instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) kenmerken van de gronden.
Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van een watergang of regenwaterbuffer, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - erosiegebied' zijn de gronden primair bestemd voor het bestrijden en voorkomen van:
Op deze gronden mag, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, niet worden gebouwd.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien wordt aangetoond dat door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 51 lid 3.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen te wijzigen ten behoeve van de aanleg van waterremmende landschapselementen op gronden met een hellingspercentage van meer dan 2%.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'provinciale ontwikkelingszone groen (pog)' zijn de gronden mede bestemd voor:
Op deze gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, die noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de aanwezige natuur- en landschapswaarden, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 51.10.1 voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende
werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in a geldt niet voor het uitvoeren van:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, mits:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'recreatief netwerk' zijn de gronden tevens bestemd voor het ontwikkelen en versterken van de betekenig van de gronden voor het extensief recreatief medegebruik in de vorm van:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde bij de andere bestemmingen voor het bouwen van de volgende bouwwerken:
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
er plaatse van de aanduiding ‘veiligheidzone - leiding’ zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van een brandstofleiding.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 zijn ter plaatse van de aanduiding ‘veiligheidszone - leiding’ nieuwe kwetsbare objecten niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen zijn de gronden bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een transportroute van gevaarlijke stoffen over het spoor en over de weg.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen gebouwen ten behoeve van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 42 lid 5.2 voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overeenstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' is het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van scholen, woonzorgcentra, kinderdagverblijven en ziekenhuizen, voor zover die mee brengen dat niet-zelfredzame personen zich in de gebouwen en op de gronden ophouden, niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' mag, conform het bepaalde in artikelen 19 tot en met 23 van de Spoorwegwet, niet worden gebouwd en mogen geen werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in strijd met de Spoorwegwet, zonder ontheffing door of vanwege de Minister van Verkeer en Waterstaat.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringzone - weg' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51.15.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - weg 1” mag:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51.16.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' mogen geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van bouwwerken gerelateerd aan of ten behoeve van de verkeersbestemming c.q. het wegverkeer.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 51.17.1, met dien verstande dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'recreatief netwerk' zijn de gronden tevens bestemd voor het ontwikkelen en versterken van de betekening van de gronden voor het extensief recreatief medegebruik in de vorm van:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde bij de andere bestemmingen voor het bouwen van de volgende bouwwerken:
mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone- wijzigingsgebied 1' de geldende bestemmingen te wijzigen in een bestemming ten behoeve van de natuurontwikkeling van de gronden, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Bos' ten behoeve van de aanleg van multifunctioneel bos in het kader van Landschapspark De Graven, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan van het plan afwijken door een omgevingsvergunning te verlenen voor:
De in het plangebied aanwezige gronden mogen slechts worden bebouwd en/of in gebruik worden genomen en/of het gebruik van deze gronden mag enkel worden gewijzigd onder de voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd en/of in stand gehouden.
Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien voldaan wordt aan het parkeer(normen)beleid van de Raad, getiteld 'Nota Parkeernormen Sittard-Geleen Parkeernormensystematiek', zoals vastgesteld op 15 maart 2012 en in werking getreden d.d. 9 mei 2012, met inbegrip van de daarin opgenomen ontheffingsmogelijkheden. Indien het parkeer(normen)beleid gedurende de planperiode wordt gewijzigd, is sprake van voldoende parkeergelegenheid wanneer aan dit gewijzigde beleid wordt voldaan.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor één of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan burgemeester en wethouders ten behoeve van die personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan Veegplan 2022 van de gemeente Sittard-Geleen.