Voor de gebieden als zodanig bestemd geldt dat na gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid, als bedoeld in artikel 30 ten behoeve van de bestemmingswijziging, de regels van het vigerende bestemmingsplan, voor zover relevant en met uitzondering van de slotbepaling, van overeenkomstige toepassing zijn. De regels conform artikel 17 'Wonen' van het vigerende bestemmingsplan zijn overeenkomstig van toepassing op de gronden die in de verbeelding bestemd zijn als Wonen, met dien verstande dat de gronden bestemd zijn voor 1 woning.