Veestraat 72

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. wonen;
   
   alsmede voor:
2. erven;
3. nutsvoorzieningen;
4. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
   
   met bijbehorende:
5. hoofdgebouw;
6. bijgebouwen;
7. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 3 lid 1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:

1. hoofdgebouw en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
2. de voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend in de voorste bouwgrens worden gebouwd;
3. de goot- en/of bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 realisatie erfafscheidingen

Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 2 sub c  voor de realisatie van erfafscheidingen voor de voorste bouwgrens met een hoogte van maximaal 2 m.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt tevens verstaan het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.5.1 Uitoefening aan huis gebonden beroep

Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, mits:

1. de uitoefening van het aan huis gebonden beroep plaatsvindt in de eengezinswoning of een tot deze woning behorend bijgebouw;
2. het ten behoeve van het aan huis gebonden beroep in gebruik te nemen vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m², met dien verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft.
3. het gebruik geen onevenredige afbreuk doet aan de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans.
4. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep.
5. de aard en activiteiten van het beroep niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.

3.5.2 Uitoefening aan huis gebonden bedrijf

Burgemeester en Wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3 lid 1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:

1. de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf plaatsvindt in de eengezinswoning of een tot deze woning behorend bijgebouw;
2. het ten behoeve van het aan huis gebonden bedrijf in gebruik te nemen bedrijfsvloeroppervlak niet meer bedraagt dan 30 m², met dien verstande dat de woonfunctie primair en in ruimtelijke zin gehandhaafd blijft.
3. het aan huis gebonden bedrijf voorkomt in milieucategorie 1 of 2 in de staat van bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën.
4. het gebruik geen onevenredige afbreuk doet aan de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans.
5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf.
6. de aard en activiteiten van het bedrijf niet leiden tot een onevenredige hinder voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefklimaat in de omgeving.