Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Mijnweg 1 Geleen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1883.OPMijnweg1Geleen-ON01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op de locatie Mijnweg 1 Geleen en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk [22c] van het omgevingsplan van de gemeente Sittard-Geleen. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk [22c] van het omgevingsplan van de gemeente Sittard-Geleen. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22c.]' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord ‘Bijlage’, na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage ‘[22c.]’ gelezen worden.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit, bijlage I bij de Omgevingsregeling en bijlage I bij het Omgevingsplan gemeente Sittard-Geleen, zijn van overeenkomstige van toepassing op dit plan.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 2 worden voor de toepassing van de regels in dit plan de volgende begrippen gehanteerd:
Het 'TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22c Mijnweg 1 Geleen' met identificatienummer NL.IMRO.1883.OPMijnweg1Geleen-ON01 van de gemeente Sittard-Geleen.
Het omgevingsplan van de gemeente Sittard-Geleen.
Een geometrisch bepaald vlak dat is aangewezen voor een gebruiksdoel.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de grens van een functievlak .
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, dan wel binnen een functievlak of bouwvlak, zoals nader bepaald in deze regels, in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel, functievlak respectievelijk bouwvlak.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen.
de inpandige en overdekte ruimte die wordt benut in verband met de uitoefening van een bedrijf.
situatie ten tijde van inwerkingtreding van het omgevingsplan.
bevoegd gezag als bedoeld in de Omgevingswet (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen voor omgevingsplanactiviteiten).
de grens van een bouwvlak.
de hoogte van een bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of (af)leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
bouwwerk of groenvoorziening bedoeld om het erf af te bakenen van een buurerf, de weg/openbaar groen.
het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een ondergeschikt deel van een hoofdgebouw dat hoger is dan de overige delen van het hoofdgebouw dat tot doel heeft specifieke functies in het hoofdgebouw en of de stedenbouwkundige architectonische context van het hoofdgebouw te benadrukken.
gebouwen en overkappingen ten behoeve van de waterhuishouding, de energievoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen openbare nutsvoorzieningen, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 5.1 van de Omgevingswet.
bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten de hoofdmassa van het hoofdgebouw uitsteken, zoals schoorstenen, installaties, liftkokers, antennemasten, windvanen, vlaggenmasten, wolfseinden en andere ondergeschikte dakopbouwen.
een functie die qua omvang en uitstraling ten dienste staat van een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie.
beneden het peil.
een bijbehorend bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice.
een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of pornoartikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan, al dan niet in combinatie met elkaar:
een sociaal-maatschappelijke voorziening ter ondersteuning bij het vinden van werk, het krijgen van een inkomen, het ontwikkelen van vaardigheden en het ontdekken van talenten, met inbegrip van een ontvangstruimte en entree, een logistiek magazijn, ondersteunende kantoren, een kantine c.q. ondersteunende horeca en bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat activiteiten zijn toegestaan tot maximaal milieucategorie 3.1 zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels.
Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in dit artikel.
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren en op het peil, zulks met inbegrip van erkers.
tussen het voorste en het achterste punt van het bouwwerk, gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren dan wel scheidslijnen en op het peil.
van het peil tot aan de bovenzijde van de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het 'Omgevingsplan gemeente Sittard-Geleen', zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
Met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties is het verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan die locatie toegedeelde functies en activiteiten.
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1883.OPMijnweg1Geleen-ON01 zijn aangewezen voor de functie 'Groen'.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Groen' heeft de volgende functies, met dien verstande dat deze functies mede zijn toegestaan ten behoeve van de functies als bedoeld in artikel 8.2.
alsmede voor:
met bijbehorende:
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 7.2 omschreven functies en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen op te richten.
Een omgevingsvergunning voor het oprichten van gebouwen voor nutsvoorzieningen wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
De regels van dit artikel zijn van toepassing op de locaties die in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1883.OPMijnweg1Geleen-ON01 zijn aangewezen voor de functie 'Sociaal ontwikkelbedrijf'.
Een locatie die op de verbeelding is aangewezen als 'Sociaal ontwikkelbedrijf' heeft de volgende functies:
alsmede voor:
Het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 8.2 omschreven functies en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de beoordelingsregels voor bouwactiviteiten zoals opgenomen in lid 8.3 te overschrijden ten aanzien van de voorgeschreven goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken.
Een omgevingsvergunning voor het overschrijden van de beoordelingsregels voor bouwactiviteiten zoals opgenomen in lid 8.3 ten aanzien van de voorgeschreven goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken, eventueel met overschrijding van de bouwgrenzen, wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden en/of bouwwerken te gebruiken ten behoeve van activiteiten anders dan bedoeld in lid 8.2.
Een omgevingsvergunning voor het toestaan van activiteiten anders dan bedoeld in lid 8.2, wordt verleend onder de volgende voorwaarden:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie - 3'.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn te bouwen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn, wordt verleend mits:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in 9.5.1, is niet van toepassing:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als 'Waarde - Archeologie - 4'.
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn te bouwen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die niet voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn, wordt verleend mits:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 10.5.1, is niet van toepassing:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bepaalde in deze regels en op de verbeelding omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 5 meter mag bedragen, met uitzondering van infiltratieputten, waarvoor geen beperkingen gelden ten aanzien van de verticale diepte.
Onder verboden gebruik als bedoeld in Artikel 6 wordt in elk geval verstaan:
Het is verboden om ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' zonder omgevingsvergunning geluidgevoelige objecten en/of ten behoeve van geluidgevoelige objecten te bouwen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van geluidgevoelige objecten en/of ten behoeve van geluidgevoelige objecten ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie', wordt verleend, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een door burgemeester en wethouders vastgestelde hogere grenswaarde.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning bebouwing op te richten en te gebruiken indien niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid zoals bedoeld in artikel 15.1.2.
Een omgevingsvergunning voor het oprichten en gebruiken van bebouwing wordt verleend indien een zodanige parkeergelegenheid wordt gerealiseerd dat wordt voldaan aan de normen zoals deze zijn neergelegd in de 'Beleidsregels nota parkeernormen 2012', in werking getreden 27 juni 2012. Indien deze beleidsregels wijzigen, moet rekening worden gehouden met deze wijzigingen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 16.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 16.1.1 met maximaal 10%.
Het bepaalde in 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd zijn met het omgevingsplan zoals dat gold voor inwerkingtreding van dit plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met dit plan strijdige gebruik, bedoeld in 16.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dit plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in 16.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde in 16.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het omgevingsplan voor inwerkingtreding van dit artikel, daaronder begrepen de overgangsbepalingen.