Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: HoltumNoordIII
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.HoltumNoordIII-VA01

Artikel 8 Waarde-Archeologie

8.1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde – Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in
de bodem.
 
8.2. Bouwregels
Op of in de als ‘Waarde – Archeologie’ bestemde gronden mag niet worden gebouwd, met
uitzondering van:
 
8.2.1. archeologische vriendelijke gebouwen en andere bouwwerken binnen de bestemming
Bedrijventerrein met dien verstande dat:
a. er een leeflaag aangelegd dient te worden, waarin eventuele verdiepingen van het maaiveld (zoals
ten behoeve van de aanleg van docks, kabels en leidingen) of van de bebouwing (zoals ten behoeve
van funderingen) gerealiseerd kunnen worden, zonder dat deze verdiepingen een onevenredig
nadelig effect (kunnen) hebben op de archeologische waarden of deze waarden (kunnen) aantasten;
b. indien de leeflaag als bedoeld onder a onvoldoende diep is voor het realiseren van afdoende
fundering, de aanleg van (paal)funderingen beneden de bedoelde leeflaag is toegestaan, mits
hierdoor niet meer dan 1% verstoring van de archeologische waarden mag of kan optreden, hetgeen
dient te worden aangetoond middels een specifiek daartoe uitgevoerd onderzoek;
 
8.2.2. gebouwen en/of andere bouwwerken waarvan middels een geotechnisch en/of een archeologisch
onderzoek is aangetoond, dat die door hun constructie en fundering geen onevenredig nadelige
invloed hebben op de archeologische waarden in de bodem ter plaatse van de te realiseren
gebouwen en/of andere bouwwerken.
 
8.3. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden
8.3.1. Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een
werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op of in deze gronden de volgende werken, geen
bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen, het vellen en/of rooien van beplantingen en/of bomen;
b. het wijzigen van watergangen;
c. het uitvoeren van graaf- en ontgrondingswerkzaamheden anders dan normaal spitwerk dieper dan
1m.;
d. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem dieper dan 1 m.;
e. het egaliseren van de in het kader van het landschapsontwerp gerealiseerde ophogingen.
 
8.3.2. Het bepaalde in artikel 8.3.1 is niet van toepassing op:
a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
b. het rooien of vellen van bestaand houtgewas in het kader van normale verzorging en onderhoud;
c. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
d. werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
e. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering
zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen
worden uitgevoerd.
f. het realiseren van (paal)funderingen ten behoeve van archeologisch vriendelijke bebouwing, mits
wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in 8.1 en 8.2;
g. het aanbrengen van laanbeplanting langs de Holtum Noordweg, mits middels onderzoek is
aangetoond, dat die laanbeplanting geen onevenredig nadelige invloed heeft op de archeologische
waarden in de bodem ter plaatse van de te realiseren laanbeplanting;
h. het uitvoeren van graaf- en ontgrondingswerkzaamheden ten behoeve van gebouwen en/of andere
bouwwerken als bedoeld in 8.2. mits middels (geotechnisch en/of archeologisch) onderzoek is
aangetoond, dat die gebouwen en/of andere bouwwerken door hun constructie en fundering geen
onevenredig nadelige invloed hebben op de archeologische waarden in de bodem ter plaatse van de
te realiseren gebouwen en/of andere bouwwerken;
i. het uitvoeren van graaf- en ontgrondingswerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van
retentiebekkens mits middels onderzoek is aangetoond, dat die retentiebekkens door hun diepte en
omvang geen onevenredig nadelige invloed hebben op de archeologische waarden in de bodem ter
plaatse van de te realiseren retentiebekkens.
 
8.3.3. De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 8.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien aangetoond
is door archeologisch onderzoek dat geen onevenredig nadelige schade wordt of kan worden
toegebracht aan archeologische waarden in de bodem.
 
8.4. Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Voor het slopen van bouwwerken is een omgevingsvergunning vereist. De omgevingsvergunning kan
slechts worden verleend indien aangetoond is, dat het slopen van het bouwwerk geen onevenredig
nadelige invloed heeft op de archeologische waarden in de bodem ter plaatse.