Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Holtum Noord III
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.HoltumNoordIII-ON01

Artikel 7 Leiding - Riool

7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het beheer en het onderhoud van de rioolwatertransportleiding.
 
7.2 Bouwregels
Op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
 
7.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.2., ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone van de rioolwatertransportleiding mits:
a.      
het belang van de leiding niet onevenredig wordt aangetast;
b.      
door deze werken en werkzaamheden geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende rioolwatertransportleiding;
c.       
bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming.
 
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3 wint het schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder i.c. het waterschapsbedrijf Limburg.
 
7.4 Specifieke gebruiksregels
Onder het verboden gebruik als bedoeld in artikel 10.1 wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond voor:
a.      
de aanleg van oppervlakteverhardingen;
b.      
het aanbrengen of rooien van diepwortelende beplanting;
c.       
het wijzigen van het bodemniveau (ophogen en afgraven);
d.      
het verrichten van anders dan normaal spit- en ploegwerk;
e.      
het heien of anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem.
De genoemde verbodsbepalingen gelden niet voor normale onderhoudswerkzaamheden en werken die plaatsvinden binnen het kader van een normaal bodemgebruik.
 
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.4.
mits:
a.                  
het belang van de leiding niet onevenredig wordt aangetast;
b.                  
door deze werken en werkzaamheden geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende rioolwatertransportleiding.
 
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.5 wint het schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder i.c. het Waterschapsbedrijf Limburg.