Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Holtum Noord III
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.HoltumNoordIII-ON01

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.      
de vestiging van bedrijven gericht op de aan en afvoer van grondstoffen en/of halffabricanten in eigen beheer of voor derden, welke geheel of gedeeltelijk gebruikmaken van de door de rail- en/of bargeterminal aangeboden dienstverlening welke voorkomen in de milieucategorieën 2 en 3;
b.      
bijbehorende wegen, paden, verblijfsgebieden, groenvoorzieningen en parkeeraccommodatie en ontsluitingsmogelijkheden;
c.       
water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
  
3.2 Bouwregels
Bouwen is uitsluitend toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
a.      
gebouwen dienen binnen het bestemmingsvlak te worden gebouwd;
b.      
de toegestane bouw
h
oogte van bedrijfsgebouwen bedraagt minimaal 10,00 meter en maximaal 15,00 meter;
c.       
ter plaatse van de aanduiding ‘
specifieke bouwaanduiding - Motte’ bedraagt de maximaal toegestane bouwhoogte 3,25 meter boven het hoogste punt van het aangrenzende terrein;
d.      
bedrijfsgebouwen moeten minimaal 10,00 meter uit de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens zijn gelegen;
e.      
bedrijfsgebouwen moeten minimaal 5,00 meter uit de naar de A2-oprit gekeerde bestemmingsgrens zijn gelegen;
f.        
bedrijfsgebouwen moeten minimaal 5,00 meter uit de niet naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens gelegen zijn;
g.      
maximaal 80% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd met gebouwen;
h.      
de dakhelling mag maximaal 30° bedragen;
i.        
de toegestane bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 20,00 meter, met dien verstande dat de toegestane hoogte van erfafscheidingen maximaal 3,00 meter bedraagt..
  
3.3 Afwijking van de bouwregels
3.3.1 Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub b en een bouwhoogte van minimaal 3,00 meter en/of een bouwhoogte van maximaal 20,00 meter toestaan mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a.      
de belangen van derden;
b.      
de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld;
c.       
de bedrijfseconomische en de bedrijfstechnische noodzaak kan worden aangetoond.
 
3.3.2 Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub h en een hogere bouwhoogte voor andere bouwwerken, toestaan tot maximaal 30,00 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a.      
de belangen van derden;
b.      
de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundige beeld;
c.       
en mits de bedrijfseconomische en de bedrijfstechnische noodzaak kunnen worden aangetoond kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van 3.2. onder i.
  
3.4 Specifieke gebruiksregels
De onderstaande specifieke gebruiksregels zijn van toepassing;
a.      
Bedrijfswoningen, detailhandel en zelfstandig kantoorvestigingen zijn niet toegestaan;
b.      
Wgh inrichtingen zijn niet toegestaan;
c.       
BEVI-inrichtingen zijn niet toegestaan;
d.      
Het is niet toegestaan verharding aan te brengen binnen een zone van 5,00 meter gemeten vanuit de grens van de bestemming Verkeer, met uitzondering van verharding noodzakelijk voor ontsluitingswegen van het bouwperceel;
e.      
Er dient per bouwperceel te worden voldaan aan de volgende parkeernorm: 0,4 parkeerplaats per 100 m
2
bvo;
f.        
Het parkeren dient landschappelijk ingepast te worden;
g.      
Buitenopslag is niet toegestaan.
  
3.5 Afwijking van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub a:
a.      
om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in lid 3.1, sub a voor zover op basis van milieutechnisch onderzoek het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1, sub a genoemd;
b.      
om bedrijven toe te laten die niet in de milieucategorieën zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1, sub a genoemd.
  
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van
werkzaamheden
 
3.6.1.Het is verboden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – Motte’, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, op of in deze gronden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
a.      
het uitvoeren van graaf- en ontgrondingswerkzaamheden anders dan normaal spitwerk dieper dan 1 m.
 
3.6.2 Het bepaalde in artikel 3.6.1. is niet van toepassing op:
a.      
werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde;
b.      
werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
c.       
werken of werkzaamheden binnen het kader van de normale bodemexploitatie en bodemgebruik;
d.      
werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.