Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Herrekoul
Status: voorontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.1883.Herrekoul-VO01

Artikel 6 Leiding-Brandstof

6.1 Bestemmingsomschrijving

 
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een brandstoftransportleiding.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Gebouwen

 
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijn

 
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met dien verstande dat:
  1. deze noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de leiding;
  2. de onderliggende bestemming bebouwing toelaat en de bebouwing is overeengekomen met de     leidingbeheerder.

6.3 Afwijken van de bouwregels

 
Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6 lid 2.1 voor het bouwen van gebouwen in de andere bestemming, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
  1. de onderliggende bestemming laat de bebouwing toe;
  2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het doelmatig functioneren van de leiding;
  3. vooraf dient schriftelijk advies te worden ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4.1 Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

 
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding-Brandstof' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
  1. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  2. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of    ophogen;
  3. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  4. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen;
  5. diepploegen;
  6. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
  7. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

6.4.2 Uitzondering

 
Het in artikel 6 lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:
  1. niet dieper gaan dan 0,4 meter beneden maaiveld;
  2. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  4. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

6.4.3 Toelaatbaarheid

 
Werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 6 lid 4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.