Bijlage 1 	Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
					
						Werken en werkzaamheden
					
					
						BODEM
					
					
						- 
							1. 
							Afgraven (verlagen)
							
								- 
									a. definitie:
										- Het verwijderen van de bovenste bodemlaag/bodemlagen.
 
- 
									b. doel:
										- Verschraling: verwijderen van bemeste/verzuurde gronden
- Tegengaan verdroging in verdroginggevoelige gebieden
- Grondstoffenwinning (humus, zand, klei, leem)
- Aanleggen van poelen
 
- 
									c. effect:
										- Verandering bodemprofiel
- 	Verkleining afstand maaiveld-grondwater (ontwateringsdiepte)
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden (Landschap, Natuur en Cultuurhistorische waarden):
										- Vernatting
- Verlies aan waarden in de bodem (archeologische waarden, bodemkundige waarden)
- Verlies ecologische gradiënt bij slootkanten, poelen, laagtes en overig microreliëf
- Verlies microreliëf en aardkundige vormen (bv. oude stroomgeulen, holle wegen, steilranden)
- Verlies vegetatiewaarden
 
 
- 
							2. 
							Ophogen
							
								- 
									a. definitie:
										- Het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag
 
- 
									b. doel:
										- Mogelijk maken van bouwactiviteiten door aanvoer van grond van elders
- Opheffen van maaivelddaling ten gevolge van inklinking
- Verschraling door aanvoer van grond van elders
 
- 
									c. effect:
										- Verandering bodemprofiel
- Vergroting afstand maaiveld-grondwater (ontwateringsdiepte)
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verdroging
- Verschraling
- Verlies microreliëf en aardkundige vormen (bv. oude stroomgeulen, steilranden)   
- Verlies vegetatiewaarden
- Verlies aan bodemleven
 
 
- 
							3. 
							Vergraven
							
								- 
									a. definitie:
										- Het verwijderen van een of meerdere bodemlagen en het daarna weer opbrengen van grond, bestaand uit de oorspronkelijke toplaag en/of grond van elders.
 
- 
									b. doel:
										- 	Het graven en opvullen van drainagesystemen en andere sleuven en kuilen
 
- 
									c. effect:
										- Verandering bodemprofiel
- Verandering waterhuishouding in de bodem 
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verschraling
- Verandering hydrologische situatie
- Verlies aan waarden in de bodem (archeologische waarden, bodemkundige waarden)
- Verlies microreliëf en aardkundige vormen (bv. oude stroomgeulen, steilranden)
- Verlies vegetatiewaarden
- Verlies aan bodemleven
 
 
- 
							4. 
							Diepploegen en -woelen
							
								- 
									a. definitie:
										- Het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel, eventueel tot in de diepere ondergrond. (Eenmalige ingreep met blijvend effect)
 
- 
									b. doel:
										- Verbetering bodemprofiel voor agrarisch gebruik
- Vergroten bewortelingsdiepte
- Vergroten berijdbaarheid
- Verschraling
- Mengen van kleigrond met onderliggend zand
 
- 
									c. effect:	
										- Homogenisatie van de bodem
- Vernietiging bodemprofiel
- Verandering waterhuishouding bodem 
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Drastische wijziging bodem en daarmee groeiplaatscondities, leefomgeving bodemdieren etc.
- Verschraling
- Verandering hydrologische situatie; in gebieden met stagnerend grondwater kan doorbreking van een ondoorlatende laag in de bodem leiden tot verdroging omgeving en leeglopen vennen.
- Verlies aan waarden in de bodem (archeologische waarden, bodemkundige waarden)
- Verlies microreliëf
- Verlies vegetatiewaarden
- Verlies aan bodemleven
 
 
- 
							5. 
							Egaliseren
							
								- 
									a. definitie:
										- Het verwijderen van het microreliëf in de toplaag (feitelijk een combinatie van ophogen en afgraven)
 
- 
									b. doel:
										- Wateroverlast en droogtegevoeligheid binnen agrarisch perceel tegengaan
- Verbetering van de bewerkbaarheid voor agrarisch gebruik
- Opheffen niveauverschillen die het effect zijn van inklinking
 
- 
									c. effect:
										- Afvlakken van reliëf 
- Verandering waterhuishouding bodem
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verandering hydrologische situatie
- Verlies aan waarden in de bodem (archeologische waarden, bodemkundige waarden)
- Verlies aan biotopen van microreliëf (bermen, hellinkjes, gradiënten hoog-laag
 
 
- 
							6. 
							Indrijven van voorwerpen in de grond
							
								- 
									a. definitie:
										- Diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen 
 
- 
									b. doel:
										- Dragers voor bouwwerken aanbrengen, damwanden plaatsen 
 
- 
									c. effect:
										- Bouwen op slappe bodem is mogelijk, afschermen van delen van de bodem
- Ondergrondse leidingen kunnen beschadigd worden
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- doorbreken ondoorlatende bodemlagen en daarmee verstoring van de (grond)waterhuishouding
 
 
						WATERHUISHOUDING
					
					
						- 
							7. 
							Aanleg drainagestelsel
							
								- 
									a. definitie:
										- Het aanbrengen van drainagebuizen in de grond, in het algemeen op een diepte van 80-110 cm -mv.
 
- 
									b. doel:
										- (Versterken) ontwatering van een of meerdere percelen
 
- 
									c. effect:
										- Lokale verlaging grondwaterstand -> perceel wordt droger
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan waarden in de bodem (archeologische waarden)
- Verdroging -> verzuring
- Verlies aan natte levensgemeenschappen
 
 
- 
							8. 
							Aanbrengen onderbemaling
							
								- 
									a. definitie:
										- Bemalen van een of meerdere percelen, waardoor de grondwaterspiegel er lager staat dan in het omringende gebied.
 
- 
									b. doel:
										- Vergroten afstand maaiveld-grondwaterspiegel, droger maken perceel
 
- 
									c. effect:
										- Verlaging grondwaterstand -> perceel wordt droger
- Aantrekken grondwater uit de omgeving -> omgeving wordt droger
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan natte levensgemeenschappen
- Inklinking veenbodem (onomkeerbaar)
- Verdroging -> verzuring
 
 
- 
							9. 
							Aanleggen van dammen
							
								- 
									a. definitie:
										- Aanbrengen van een permanent, stuwend obstakel over de gehele breedte van een watergang. Hoogte zodanig dat waterloop ten dele of volledig geblokkeerd wordt.
 
- 
									b. doel:
										- Vasthouden water in een gebied (door verkleinen debiet)
- Verminderen stroomsnelheid 
- Afsluiten waterloop
- Afwatering gebied in andere richting dwingen
 
- 
									c. effect:
										- Afname dynamiek in de waterloop
- Alleen bij natuurlijke waterloop: afname variatie in oever en waterloop
- Afname stroomsnelheid
- Isolatie waterloop t.o.v. het stelsel van waterlopen
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan levensgemeenschappen van stromend water
- Verlies  variatie in biotopen in waterloop en oever -> verlies aan diversiteit
- Verlies natuurlijke karakter van waterloop (landschappelijk aspect)
- Vernatting
- Verminderen verdroging
 
 
- 
							10. 
							Aanbrengen van stuwen
							
								- 
									a. definitie:
										- Aanbrengen van een stuwend obstakel waarvan de werking tijdelijk geheel of gedeeltelijk opgeheven kan worden.
 
- 
									b. doel:
										- Verminderen stroomsnelheid
- Vasthouden water in een gebied (verkleinen debiet)
 
- 
									c. effect:
										- Vermindering dynamiek in waterloop
- Alleen bij natuurlijke waterloop: afname variatie in oever en waterloop
- Sterk wisselende stroomsnelheid
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan levensgemeenschappen van stromend water
- Wegspoelen levensgemeenschappen bij openen stuw
- Verlies aan variatie in biotopen in waterloop en oever -> verlies aan diversiteit
- Verdwijnen natuurlijke karakter van waterloop (landschappelijk aspect)
- Vernatting 
- Verminderen verdroging
 
 
- 
							11. 
							Aanleggen, verbreden of verbeteren van sloten en greppels
							
								- 
									a. definitie:
										- Aanleggen van sloten of greppels, verbreden en/of uitdiepen van bestaande sloten en greppels.
 
- 
									b. doel:
										- Verbeteren ontwatering agrarische gronden.
 
- 
									c. effect:
										- Verkleining afstand maaiveld-grondwaterspiegel (ontwateringsdiepte)
- Vergroten oppervlakkige afstroming neerslagwater
- Droger worden omgeving 
- Verlies aan levensgemeenschappen van slootkanten door steiler worden talud
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Aantrekken kwelstromen in nieuwe of uitgediepte sloten -> voor natuur waardevol kwelwater wordt afgevoerd en bereikt maaiveld niet
- Verdroging omgeving -> verlies aan natte biotopen, verzuring
- Tijdelijke en blijvende schade aan levensgemeenschappen van sloten en slootkanten
- Toename extremen in waterafvoer -> moeilijker bestaan voor levensgemeenschappen van sloten en slootkanten
- Verlies aan waterplanten (door schonen en door verandering in waterafvoer en beekprofiel)-> verbraseming; slechtere waterkwaliteit
- Verandering percelering (landschappelijk/cultuurhistorisch aspect)
- Verandering karakter sloten en greppels (landschappelijk aspect)
 
 
- 
							12. 
							Dempen sloten en greppels
							
								- 
									a. definitie:
										- Dichten van sloten of greppels met van elders aangevoerde grond 
 
- 
									b. doel:
										- Verkleinen waterafvoer van agrarische gronden
- Wijzigen perceelsindeling 
 
- 
									c. effect:
										- Natter worden van omliggende gebied
- Afname totale slootlengte 
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan biotopen voor levensgemeenschappen van sloten, slootkanten
- Verdwijnen verbindingszone voor planten en dieren
- Vernatting omgeving
- Verandering kavelpatroon
 
 
- 
							13. 
							Dempen van kleine geïsoleerde wateren
							
								- 
									a. definitie:
										- Dichten van kleine wateren (poelen, vennen, wielen, afgesneden meanders) met van elders aangevoerde grond
 
- 
									b. doel:
										- Egaliseren agrarisch perceel
- Vergroting oppervlak agrarisch bruikbare grond
- Efficiëntere bewerking agrarische grond mogelijk maken
 
- 
									c. effect:
										- Verlies aan kleine wateren
- Egalisatie landschap
- Toename kwel in directe omgeving
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan biotopen voor levensgemeenschappen van poelen, vennen, oevers
-  Verlies aan voortplantingsplaatsen voor amfibieën
- Vernatting directe omgeving
 
 
- 
							14. 
							 Aanbrengen oeverbeschoeiing:
							
								- 
									a. definitie:
										- Het aanbrengen van houten of betonnen versteviging op of voor een oever   
 
- 
									b. doel:
										- Tegengaan van wegslaan van de oevers door waterstroming of golfslag 
 
- 
									c. effect:
										- Stabilisatie oevers (plaats en vorm)
- Verloren gaan natuurlijke oever
- Onderbreking gradiënt nat-droog
- Oever wordt hoger en steiler (90° t.o.v. wateroppervlak) 
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Oevers worden niet-passeerbare barrières voor veel diersoorten (o.a. das, egel, kikker), en kosten daardoor dierenlevens
- Verdwijnen of aantasting van groeiplaats voor oevervegetaties
- Verdwijnen natuurlijke oevers en variatie daarin (bv. nestgelegenheid voor ijsvogels).
 
 
						BEPLANTINGEN
					
					
						- 
							15. 
							Rooien van houtgewas
							
								- 
									a. definitie:
										- Het verwijderen van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen)
 
- 
									b. 	doel:
										- Verwijderen van ziek plantmateriaal
- Onderhoud - uitdunning
- Hinder voor agrarische bedrijfsvoering verminderen
 
- 
									c. effect:
										- Grotere openheid landschap
- Verlies aan beschutting, schaduw
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan biotopen voor levensgemeenschappen van struweel, houtwallen, bos 
- Verlies aan  oriëntatiepunten en -lijnen voor veel diersoorten (o.a. vlinders, vleermuizen, marterachtigen)
- Verlies aan slaap/schuilplaatsen, nestgelegenheid, dekking tegen weersomstandigheden 
- Grotere openheid, betekent soms toename leefgebied weidevogels
- Verlies aan landschapselementen (landschappelijk, cultuurhistorisch aspect)
 
 
- 
							16. 
							Aanplanten van houtgewas (uitgezonderd: boomteelt)
							
								- 
									a. definitie:
										- Het planten van bomen en/of struiken
 
- 
									b. doel:
										- Vergroten natuurwaarden, landschappelijke kwaliteit
- Houtproductie 
- Bescherming tegen wind
 
- 
									c. effect:
										- Verminderen openheid landschap
- Toename houtgewas/landschapselementen
- Meer beschutting, schaduw
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Toename biotopen voor levensgemeenschappen van struweel, houtwallen, bos e.d.
- Nieuwe oriëntatiepunten en -lijnen voor veel diersoorten
- Beschutting voor planten en dieren
- Minder openheid, kan verlies betekenen voor leefgebied weidevogels
- Ander landschapsbeeld
 
 
- 
							17. 
							Omzetten van grasland in bouwland of sierteeltgrond
							
								- 
									a. definitie:
										- Verwijderen gras en aanplanten of inzaaien van andere gewassen
 
- 
									b. doel:
										- Gebruik grond voor de teelt van gewassen voor voedselproductie of  productie van diervoeders
 
- 
									c. effect:
										- Grasland verdwijnt, perceel krijgt andere functie
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verlies aan graslandvegetaties en bijbehorende fauna
- Fourageerplaats voor enkele diersoorten gaat verloren (o.a. das)
- Verkleining areaal weidevogelgebied
 
 
- 
							18. 
							Omzetten van grasland in boomkwekerij 
							
								- 
									a. definitie:
										- Verwijderen gras en aanplanten van gewassen of jonge bomen, die permanent een bepaalde hoogte (soms meer dan 1m) hebben
 
- 
									b. doel:
										- Gebruik grond voor het opkweken van sierteelten of bomen
 
- 
									c. effect:
										- Grasland verdwijnt, perceel krijgt functie van sierteeltrond of boomkwekerij
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verloren gaan van graslandvegetaties en bijbehorende fauna
- Fourageerplaats voor enkele diersoorten verdwijnt (o.a. das)
- Verkleining areaal weidevogelgebied
- Verandering landschapsbeeld (openheid gaat verloren)
 
 
- 
							19. 
							Omschakeling van bouwland naar boomteelt
							
								- 
									a. definitie:
										- Het aanplanten van gewassen of jonge bomen, die permanent een bepaalde hoogte (soms meer dan 1m) hebben
 
- 
									b. doel:
										- Gebruik grond voor het opkweken van sierteelten of bomen
 
- 
									c. effect:
										- Akkerbouwgrond verdwijnt, perceel krijgt functie van sierteeltrond of boomkwekerij
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Verloren gaan van biotoop voor soorten / Fourageerplaats, die (deels) afhankelijk zijn van akkerbouwgronden
- Verandering landschapsbeeld (openheid gaat verloren)
 
 
						INFRASTRUCTUUR EN ONTSLUITING
					
					
						- 
							20. 
							Aanbrengen van verhardingen
							
								- 
									a. definitie:
										- Het bestraten of asfalteren van de bodem
 
- 
									b. doel:
										- Tegengaan vervuiling bodem en grondwater (bv. door aanleg mestplaat, ondergrond voor containerteelt)
- 	Aanleggen ontsluitingspad in weilanden of akkers
- Aanleggen van langzaam verkeer routes of parkeerplaatsen ten behoeve van recreatief medegebruik
 
- 
									c. effect:
										- Afsluiting bodem 
- Oppervlakkige afvoer neerslag (met evt. verontreiniging) naar randen verharding
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Biotoop voor soorten die in de bodem leven gaat verloren 
- Verharding is barrière voor kleine diersoorten (o.a. muizen, amfibieën, insecten)
- Vermindering infiltratie kan groeiplaats vegetatie in de directe omgeving beïnvloeden
- Archeologisch interessante bodem wordt ontoegankelijk  
- Verstening buitengebied
 
 
- 
							21. 
							Aanbrengen van ondergrondse leidingen
							
								- 
									a. definitie:
										- Vergraven en eventueel plaatselijk rooien van houtgewas
 
- 
									b. doel:
										- Leggen van diverse leidingen
 
- 
									c. effect:
										- als bij vergraven en rooien houtgewas
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- Als bij vergraven en rooien houtgewas
 
 
- 
							22. 
							Wijzigen perceelsindeling
							
								- 
									a. definitie:
										- Verwijderen bestaande perceelsgrenzen en/of aanbrengen nieuwe perceelsgrenzen (sloten, afrasteringen, hagen, houtwallen)
 
- 
									b. doel:
										- Efficiënter gebruik van agrarische grond mogelijk maken, veldsituatie aanpassen aan eigendomssituatie
 
- 
									c. effect:
										- Verdwijnen van perceelsgrenzen
- Nieuwe perceelsgrenzen
 
- 
									d. Mogelijke gevolgen voor LNC-waarden:
										- het verkavelingspatroon verandert
- patroon van watergangen verandert
- schaalvergroting/schaalverkleining
- verdwijnen/toevoegen verbindingswegen (perceelsranden) en oriëntatielijnen voor sommige diersoorten