Vrijwel alle gebruiksvormen van gronden kennen in meerdere of mindere mate interactie met de bodem. Uitgangspunt van een goede ruimtelijke ordening is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde bestemming en de daarin toegestane gebruiksvormen. Daarmee is het aspect bodemkwaliteit ook van invloed op de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat het aspect bodemkwaliteit voor vrijwel alle nieuwe ontwikkelingen die met ruimtelijke plannen mogelijk worden gemaakt relevant is en daarom onderzocht, beoordeeld en beschreven moet worden. De mate waarin beoordeling van de bodemkwaliteit aan de orde is, is met name afhankelijk van aard en omvang van de functiewijziging. Het betreft in dit plan een functiewijziging van agrarische doeleinden naar wonen.
Door BMA Milieu is verkennend bodemonderzoek gedaan op de locatie Kleine Achterweg 12 Naaldwijk (rapport: projectnummer NEN.2010.0016 d.d. 15 februari 2010). Het genoemde onderzoek is door de gemeente aan de wettelijke eisen getoetst (Bodemtoets aanvraag bestemmingswijziging d.d. 24 februari 2010).
In de boven-, ondergrond en het grondwater zijn geen parameters boven de T-waarde gemeten. Op basis van de circulaire 'Saneringsregeling Wet bodembescherming' is een nader onderzoek niet noodzakelijk. Derhalve vormt de milieuhygienische kwaliteit van de bodem geen belemmering voor de geplande herinrichting en bestemmingswijziging.