direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Woonkern s-Gravenzande
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.abp00000005-vast

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen,verenigingsleven, religieuze en levensbeschouwelijke activiteiten en bijeenkomsten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'zorginstelling': tevens voor een zorginstelling;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': het wonen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2': tevens voor een gemeentelijk monument;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

12.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak.

12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • a. van erfafscheidingen tussen de voorgevel van het hoofdgebouw en de openbare weg 1 m;
  • b. van erfafscheidingen elders 2 m;
  • c. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 3 m.

12.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m;
  • d. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • f. het gezamenlijk grondoppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf van de woning tot een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven en dat het oppervlak van ondergrondse bouwwerken mede in aanmerking wordt genomen; voor zover deze op een afstand van meer dan 1,5 m tot bovengrondse gebouwen zijn gelegen.

12.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' wordt onder strijdig gebruik niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen, mits:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak in gebruik voor aan-huis-gebonden beroepen niet groter is dan 25% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw met een maximum van 50 m²;
  • c. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
  • d. geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
  • e. het beroep alleen door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • f. er geen ingevolge de Wet milieubeheer vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden;
  • g. geen horeca en detailhandel plaatsvinden.