direct naar inhoud van 3.6 Externe veiligheid
Plan: Kern Kwintsheul
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE

3.6 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:

  • bedrijven waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid;
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een uitgebreide verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.

Bedrijvigheid

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Aan grenswaarden moet altijd worden voldaan, van richtwaarden kan om gewichtige reden worden afgeweken. Zowel de grenswaarde als de richtwaarde liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan de grenswaarde worden voldaan en met de richtwaarde rekening worden gehouden, ongeacht of het een bestaande of een nieuwe situatie betreft.

Op basis van het Bevi geldt als oriëntatiewaarde voor het GR:

  • 10-5 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers;
  • 10-7 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers;
  • 10-9 voor een ongeval met meer dan 1.000 dodelijke slachtoffers;
  • enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm).

Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR in principe een norm van 10-6 per jaar en voor bestaande situaties 10-5 per jaar. Voor het GR geldt de hierboven genoemde oriëntatiewaarde.

Voor inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen of bewerkt is het Vuurwerkbesluit inclusief errata uit 2002 van toepassing. Op basis van dit besluit dienen alle bedrijven te voldoen aan afstanden tot kwetsbare objecten. Voor de opslag van consumentenvuurwerk tot 10.000 kg geldt, indien aan de eisen voor een bufferbewaarplaats wordt voldaan, een afstand van 8 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object. Bij meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk gaat het om 20 tot 30 m tot een (geprojecteerd) kwetsbaar object, afhankelijk van de grootte van de deuropening.

Vervoer gevaarlijke stoffen

Het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen is opgenomen in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS). Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.

Vervoer gevaarlijke stoffen door leidingen

Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen in werking getreden. Deze AMvB sluit aan bij de risiconormering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). De toetsings- en bebouwingsafstand zijn vervangen door een grenswaarde voor het PR en een oriëntatiewaarde voor het GR. Voor het PR geldt dat er binnen de risicocontour van 10-6 geen kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Voor het GR wordt een oriëntatiewaarde als ijkpunt gehanteerd. Het GR in de omgeving van buisleidingen moet worden verantwoord. Dit geldt zowel voor bestaande situaties als voor ontwikkelingen die zorgen voor een toename van het GR. In een aantal situaties kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van het GR. Het betreft de volgende situatie:

  • het plangebied ligt buiten het gebied behorende bij de afstand waar nog 100% van de aanwezigen kan komen te overlijden of, bij toxische stoffen, het plangebied buiten de grens ligt waarbij het PR 10-8 per jaar is, of;
  • het GR is kleiner dan 0,1 maal de oriënterende waarde, of;
  • het GR neemt met minder dan 10% toe terwijl de oriënterende waarde niet wordt overschreden.

In verband met de bescherming en het beheer van de leiding, wordt tevens een belemmeringenstrook bestemd. Binnen deze afstand zijn in beginsel geen bouwwerken toegestaan.

Onderzoek bestaande situatie

Uit de provinciale risicokaart (www.risicokaart.nl) blijkt dat binnen het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen liggen. Ook worden hier geen gevaarlijke stoffen over het spoor of over het water vervoerd. Ongeveer 600 m ten noordoosten van het plangebied worden gevaarlijke stoffen vervoerd over de weg en door hogedruk aardgastransportleidingen. Gezien de grote afstand tussen deze vervoersassen en het plangebied, vormt dit vervoer geen belemmering voor de vaststelling van het bestemmingsplan.

Binnen het plangebied vindt wel opslag van consumentenvuurwerk plaats. Het gaan om tijdelijke verkoop van consumentenvuurwerk (rond de jaarwisseling) bij Boutkan Tweewielers aan de Kerkstraat 2. Er wordt voldaan aan de eisen uit het Vuurwerkbesluit. Daardoor is er geen sprake van onaanvaardbare risico's ter plaatse van kwetsbare objecten in het plangebied. Omdat het beleid van de gemeente Westland erop gericht is de verkoop van vuurwerk tot een aanvaardbaar minimum te beperken, krijgt dit verkooppunt een maatbestemming. Alleen op deze locatie is de verkoop van vuurwerk toegestaan.

Onderzoek nieuw op te richten supermarkt

Op 30 januari 2013 is door Aqua- Terra Nova onderzoek verricht naar de externe veiligheidsaspecten in de directe omgeving van de nieuwe supermarkt. Het onderzoek met kenmerk 212022 /Aqua-Terra Nova 303a EV/NW is opgenomen in Bijlage 8. Een supermarkt met een bedrijfsvloeroppervlakte van ca. 900 m2 winkeloppervlak is een beperkt kwetsbaar object. In de inventarisatie zijn risicovolle inrichtingen en transportroutes (wegen en ondergrondse buisleidingen) in de nabijheid van dit kwetsbare object beschouwd. De volgende bedrijven zijn onderzocht: Veiling Flora Holland, Nic Sosef B.V, LPG tankstation Shell en LPG tankstation de Zweth, WHD Wapenhandel Donck v.o.f. en Schietvereniging O.K.K. Gebleken is dat het plan niet binnen een plaatsgebonden risicocontour ligt en geen invloed heeft op het groepsrisico veroorzaakt door omliggende gevaarlijke bedrijven. De volgende transportroutes zijn onderzocht: de N211 Wippolderlaan - N213 Burgemeester Elsenweg (Naaldwijk) en de N211 / N464 Den Haag (Erasmusweg / Lozerlaan). Gebleken is dat het projectgebied niet binnen een plaatsgebonden risicocontour ligt van een route die is aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en geen invloed heeft op het groepsrisico van deze wegen. De volgende ondergrondse buisleidingen onder hoge druk zijn onderzocht: W-509-02-KR-002, A-617-KR-017, W-509-01-KR-007. Geconcludeerd wordt dat het plan niet binnen een plaatsgebonden risicocontour ligt van een ondergrondse buisleiding onder hoge druk of invloed heeft op het groepsrisico van de buisleidingen. Uit de explosieve kaart van de gemeente Westland blijkt dat binnen het plangebied geen risicogebieden voor explosieve aanwezig zijn. Binnen 100 meter van het plangebied bevindt zich wel een aandachtsgebied. De locatie is direct bereikbaar voor brandweer en ambulance.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van de bouw van de supermarkt niet in de weg. Aan de norm voor het plaatsgebonden risico wordt voldaan. Het plan ligt niet ligt niet in het invloed gebied van een “transportroute gevaarlijke stoffen”, van bedrijven die onder het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” vallen en ook niet binnen het invloedsgebied van ondergrondse “hogedruk aardgasbuisleidingen”. Geconcludeerd wordt dat het aspect externe veiligheid de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg staat.