direct naar inhoud van 3.12 Water
Plan: Kern Kwintsheul
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE

3.12 Water

Waterbeheer en watertoets

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Delfland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. Laatstgenoemde heeft op basis van de toegezonden concept-toelichting geconcludeerd dat aan alle aspecten die van belang zijn voor een goede waterhuishouding, invulling is gegeven in dit bestemmingsplan. Dit resulteert in een positief wateradvies van het Hoogheemraadschap.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het hoogheemraadschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

In het Waterbeheerplan 2010-2015 beschrijft het Hoogheemraadschap van Delfland de strategische keuzes, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het Hoogheemraadschap gaat het beheer en onderhoud van het watersysteem optimaliseren en zal daarbij flink investeren in waterkwaliteit, waterkeringen en het voorkomen van wateroverlast en watertekort. Voor de zuiveringstechnische infrastructuur ligt de nadruk op beheren, onderhouden en optimaliseren.

In het kader van de afstemming van het waterbeleid met ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening heeft het Hoogheemraadschap in 2007 een Waterkansenkaart opgesteld. Deze Waterkansenkaart kan gezien worden als de nadere, gebiedsspecifieke uitwerking van de Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland. Tenslotte is in maart 2012 een Handreiking Watertoets, ruimte voor water in ruimtelijke plannen opgesteld. Met deze handreiking wordt inzicht gegeven in de wijze waarop het Hoogheemraadschap Delfland procedureel en inhoudelijk omgaat met de watertoets.

Gemeentelijk beleid

Het waterplan Westland 2009-2015, met als ondertitel 'Westlands water, nu en later' is een product van de gemeente Westland en het Hoogheemraadschap van Delfland. Hierin wordt onder andere de waterhuishoudkundige visie en ambities tot 2030 en de daarbij horende doelstellingen tot 2015 beschreven. Centraal hierin staan de thema's 'Droge voeten, levend water en zichtbaar water'. De ruimtelijke vertaling van de hieruit voortkomende maatregelen is per polder in kaart weergegeven. De gewenste waterstructuur wordt door de gemeente vertaald in bestemmingsplannen en structuurvisies.

In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Westland 2011-2015 heeft de gemeente haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Met het eerste Verbreed GRP Westland 2011-2015 wordt niet alleen uitvoering gegeven aan de wettelijke eisen, maar wordt ook de onderlinge samenhang tussen de drie zorgplichten en reeds in gang gezette ontwikkelingen zoals het project Riolering Glastuinbouw Westland (RGW) weergegeven. Het Verbreed GRP is een logisch vervolg op de wijzigingen in wetgeving/beleid en een noodzakelijke verdere optimalisatie van het beleid dat de afgelopen 5 jaar is gevolgd.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied is gelegen in het noorden van de gemeente Westland en bestaat voornamelijk uit woonbebouwing.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit klei. Er is sprake van grondwatertrap IV. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m beneden maaiveld. De maaiveldhoogte ligt circa tussen de NAP +0,4 m en NAP +1 m.

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt in de Oude Broekpolder, in peilgebied Kwintsheul. In dit peilgebied is sprake van een vast peil van NAP -2,03. Aan de randen van het plangebied liggen enkele primaire en secundaire watergangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE_0019.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE_0020.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE_0021.png"










 

Watersysteemkwaliteit en ecologie

De Hollewatering in het noordoosten van het plangebied is een KRW-waterlichaam.

Veiligheid en waterkeringen

Langs de Hollewatering, Kerkstraat, Heulweg, Voorkotterstraat en De Driesprong/Karper liggen waterkeringen in de vorm van boezemkades.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE_0022.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000018-ONHE_0023.png"

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is aangesloten op een overwegend gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

Algemeen

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet omgevingsvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen.

Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen geldt voor de toename aan verharding een compensatie-eis van 325 m³/ha.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water en Waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het primaire oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone) inclusief de beschermingszones geldt een zogenaamde dubbelbestemming, deze hebben de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toebedeeld gekregen.

Onderzoek nieuw op te richten supermarkt

Op 7 februari 2013 heeft Aqua- Terra Nova een onderzoek verricht in het kader van de watertoets. Het rapport met kenmerk 212022/Aqua-Terra Nova 301b WT/MP van 8 maart 2013 is opgenomen in Bijlage 11. Voor ruimtelijke procedure is het proces van de watertoets doorlopen. Uit het onderzoek blijkt het volgende:

Veiligheid en waterkeringen

Het plangebied is gelegen buiten de kern- en beschermingszone van de geheel verheelde boezemkade onder de Kerkstraat. Voor de werkzaamheden ter plaatse van het plangebied gelden geen aanvullende maatregelen. Indien ten gevolge van het project werkzaamheden ter plaatse van de Kerkstraat plaatsvinden, dient hiervoor een watervergunning in het kader van de keur te worden aangevraagd.

Waterkwantiteit

Er is sprake van het stand-still principe. Aangezien geen verslechtering van de hydrologische situatie zal optreden, geldt geen aanvullende verplichting voor het graven van water of een andere vorm van watercompensatie.

Waterkwaliteit en ecologie

Het schone hemelwater van daken kan een positieve invloed hebben op de waterkwaliteit in de Oude en Nieuwe Broekpolder.

Onderhoud en bagger

Het plangebied grenst niet aan oppervlaktewater. Nadere eisen ten aanzien van onderhoud en bagger zijn voor het plangebied niet aan de orde.

Afvalwater en riolering

Het huishoudelijk afvalwater wordt gescheiden afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar de dichtstbijzijnde A.W.Z.I. Zover bekend zijn er geen problemen omtrent de capaciteit van het riool. Het hemelwater van schone dakoppervlakken wordt gescheiden aangeboden aan het gemeentelijk rioleringsstelsel.

Procedure

Het concept wateronderzoek is op 7 februari 2013 voorgelegd aan het Hoogheemraadschap voor een informeel advies. Hierbij heeft Delfland aangegeven dat er geen sprake is van een planologische verslechtering van de hydrologische situatie en dat er geen compensatie-eis geldt vanuit de watertoets. Ze heeft verder aangegeven dat vanuit maatschappelijk belang het wenselijk is de groene inrichting te behouden en zo veel mogelijk open verharding toe te passen. De parkeerplaatsen worden open verhard gemaakt.

Conclusie

Het bestemmingsplan heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.