direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Woonkern Naaldwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000011-onhe

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van agrarische bedrijven als bedoeld in lid 1.9 onder a en b;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw': tevens glastuinbouw als bedoeld in lid 1.9 onder c;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, groen en water.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het totale oppervlak van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding "maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" aangeven bouwhoogte;
  • d. de goothoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding "maximale goothoogte (m)" aangeven bouwhoogte;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw' bedraagt de bouwhoogte van kassen ten hoogste 6 m;
  • f. indien niet in de perceelsgrens wordt gebouwd dient de afstand van gebouwen en overkappingen ten minste 1,5 m te bedragen.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • a. van erfafscheidingen tussen de voorgevelrooilijn en de openbare weg: 1 m;
  • b. van erfafscheidingen elders: 2 m;
  • c. van vlaggenmasten: 6 m;
  • d. van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' en hebben een inhoud van ten hoogste 600 m³;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden ondernemingen bedraagt ten hoogste 25 % van de vloeroppervlakte van de hoofdgebouwen met een maximum van 50 m² voor zover:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
    • 3. er geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
    • 4. de onderneming uitsluitend door een van de bewoners (zonder ander personeel) wordt uitgeoefend;
    • 5. voor de activiteiten van de onderneming geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en de inrichting valt onder het begrip type A van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer;
    • 6. er geen horeca- en/of detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
    • 7. de activiteiten worden uitgevoerd in het hoofdgebouw plus aan-, uitbouw en aangebouwd bijgebouw.