direct naar inhoud van 2.1 Beleidskader
Plan: Centrum 's-Gravenzande
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe

2.1 Beleidskader

2.1.1 Rijksbeleid

Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid (2008)

In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de Planologische Kernbeslissingen (PKB = concrete beleidsbeslissing van het Rijk) worden gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten op lokaal niveau doorvertaald worden naar concrete maatregelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0003.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0005.png"  

Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten in steden en dorpen maakt het mogelijk functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen en arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten vereist een in onderlinge samenhang optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daar buiten. Volgens de Realisatieparagraaf dient in bestaand stedelijk gebied optimale benutting van bestaand bebouwd gebied plaats te vinden om verrommeling een halt toe te roepen. Hierdoor neemt de noodzaak af om open ruimte te gebruiken voor bebouwing. Het wordt moeilijker gemaakt om nieuwbouw in het buitengebied te realiseren. De bundelingsdoelstellingen uit de Nota Ruimte blijven actueel. Het Rijk toetst of provincies het bundelingsbeleid voor verstedelijking en economische activiteiten in het provinciale en regionale ruimtelijke beleid opnemen.

Het ontwikkelingsperspectief is erop gericht de ruimtelijke, culturele en economische diversiteit van de ruimtevraag binnen de Randstad, waar 's-Gravenzande deel van uitmaakt, op te vangen. In de Randstad moet tussen 2010 en 2030 rekening worden gehouden met een vraag naar 360.000 tot 440.000 woningen. Een deel van de woningen kan worden gebouwd door 'verdichting' in bestaand stedelijk gebied. Het streefgetal voor de realisatie van woningen en arbeidsplaatsen in het bestaand bebouwd gebied van stedelijke netwerken is 40% van het totale uitbreidingsprogramma, hoewel het Rijk rekening houdt met 25% op basis van de tegenvallende praktijk. Een optimale benutting van het bebouwd gebied blijft van groot belang.

Herstructurering, revitalisering en transformatie van bestaande stedelijke gebieden leveren een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de nodige diversiteit van het woningaanbod in de steden. Daarnaast kan met herstructurering, revitalisering en transformatie van bestaande verouderde stedelijke gebieden een belangrijk deel van de ruimtevraag naar wonen en werken in de periode 2010-2030 worden opgelost.

2.1.2 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2020 (2010)

Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'. De structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte' vervangt het interim-beleid op basis van de huidige vier streekplannen in Zuid-Holland. Met de vaststelling van de provinciale structuurvisie en de provinciale Verordening Ruimte wordt aansluiting gezocht bij de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De visie is vastgesteld op 2 juli 2010.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0006.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0007.png"  

Uitsnede functiekaart Structuurvisie

Op de functiekaart van de structuurvisie is het plangebied aangewezen als stads- en dorpsgebied. De functiekaart geeft de gewenste ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. Zo biedt de kaart ruimte aan de diverse belangen in Zuid-Holland. De functiekaart is vergelijkbaar met de voormalige streekplankaarten.

Het provinciaal belang voor bestaand bebouwd gebied richt zich op de volgende ambities:

  • bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming (knopen- en locatiebeleid);
  • stedelijke detailhandelsstructuur versterken;
  • culturele en toeristische voorzieningen versterken (stedelijk).

Het uitgangspunt voor de leef-, werk- en woonomgeving in 2020 is een bundeling van verstedelijking. Dit is meer dan het concentreren van wonen in steden. Zuid-Holland richt zich op een betere relatie tussen infrastructuur en verstedelijking, het onderling afstemmen van de verschillende voorzieningen en intensivering van het stedelijk gebied vooral in de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer.

De verstedelijkingsopgave richt zich vooral op het bestaand stads- en dorpsgebied. Hier staat gedifferentieerd ruimtegebruik centraal. Dit maakt dit gebied aantrekkelijk voor mensen om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen. Dit betekent een verdergaande concentratie en intensivering van stedelijke functies in de stedelijke centra en rond haltes van het Zuidvleugelnet. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen stedelijk gebied met hoogwaardig openbaar vervoer en het 'overig' stedelijk gebied. 's-Gravenzande maakt onderdeel uit van het 'overig' stedelijk gebied.

De provincie kiest ervoor om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee worden investeringen in de gebouwde omgeving gebundeld, waardoor de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden blijft en versterkt wordt. Alle kernen in de provincie zijn omgeven door bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en de kernen, rekening houdend met plannen waar de provincie al mee heeft ingestemd en waarbinnen de woningbouwopgave tot 2020 kan worden geaccommodeerd.

Provinciale Verordening Ruimte (2010)

Samen met de Provinciale Structuurvisie is op 2 juli 2010 ook de provinciale Verordening Ruimte vastgesteld door Provinciale Staten. Waar de visie een zelfbindend document is voor de provincie, daar bevat de Provinciale Verordening regels die algemeen bindend zijn. De regels die voor dit plan het meest relevant zijn, zijn hierna per artikel kort toegelicht.

Kantoren - artikel 7

Vergelijkbaar met de regels voor detailhandel, stelt de verordening dat buiten een aantal aangewezen gebieden en buiten bestaande kantoorbestemmingen geen nieuwe mogelijkheden voor de bouw van kantoren mogelijk wordt gemaakt.

Ook in dit geval zijn er een limitatief aantal uitzonderingen, waaronder het bieden van de mogelijkheid voor kleinschalige zelfstandige kantoren tot een bruto vloeroppervlak van maximaal 1.000 m² per vestiging, kantoren met een lokaal verzorgingsgebied zoals gemeentehuizen en bankfilialen, bedrijfsgebonden kantoren met een bruto vloeroppervlak dat minder bedraagt dan 50% van het totale bruto vloeroppervlak met een maximum oppervlakte van 3.000 m² en uitbreiding van bestaande kantoren, eenmalig met ten hoogste 10% van het bestaande bruto vloeroppervlak.

Detailhandel - artikel 9

De verordening stelt dat voor gronden die zijn gelegen buiten de bestaande winkelconcentraties in de centra van steden, dorpen en wijken of nieuwe wijkgebonden winkelcentra, geen nieuwe detailhandel mogelijk wordt gemaakt. Hierop is een limitatief aantal uitzonderingen, voor onder andere het bieden van mogelijkheden voor perifere detailhandel, nieuwe regionale winkelcentra op daarvoor in de verordening aangewezen locaties, uitbreiding van bestaande detailhandel, eenmalig met ten hoogste 10% van het bruto vloeroppervlak per vestiging en kleinschalige detailhandel tot een bruto vloeroppervlak van 200 m², zoals buurt- en gemakswinkels.

Regionaal structuurplan Haaglanden (2008)

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden heeft in april 2008 het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP 2020) vastgesteld. 

Het RSP 2020 is een integraal plan voor de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden en het kader voor de regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie en voor lokale plannen, zoals de bestemmingsplannen. Het vastgestelde Regionaal Structuurplan Haaglanden kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen, zoals verkeer, wonen, werken, water, groen etc.

De ambitie is dat het in heel Haaglanden voor iedereen goed wonen, werken en ontspannen is. De ruimtelijke structuur moet mensen stimuleren maatschappelijk actief te zijn en zich te ontwikkelen. Voldoende (ruimte voor) werkgelegenheid, een goed leefmilieu, een veilige leefomgeving, sociale cohesie en een herkenbare omgeving met identiteit zijn hiervoor van belang. Ook moeten de gewenste voorzieningen voor onderwijs, zorg, cultuur en sport goed bereikbaar zijn. Het RSP 2020 heeft voor deze onderwerpen vooral een faciliterende, stimulerende en attenderende rol.

De vraag naar woningen, bedrijven en kantoren houdt aan, maar de ontwikkeling van nieuw stedelijk gebied gaat al snel ten koste van het groen, de Greenport of de ruimte voor water. Dit betekent dat deze ruimte in het bestaande stedelijke gebied gevonden moet worden en efficiënt moet worden gebruikt. Herstructurering en intensief ruimtegebruik zijn hierbij belangrijke middelen. Als onderdeel van het intensief en meervoudig ruimtegebruik in binnenstedelijke wijken en buurten moet functiemenging mogelijk zijn.

2.1.3 Gemeentelijk beleid

Greenportvisie Westland 2020 (2005)

De Visie Greenport Westland 2020 schetst het ruimtelijk kader voor toekomstige ontwikkelingen op hoofdlijnen in de gemeente en daarbuiten. De ruimtelijke component en hoe om te gaan met het glastuinbouwcluster (inclusief de niet-ruimtelijke component) staan in de visie voorop. Naast een ruimtelijke vertaling op hoofdlijnen, biedt de visie ook de onderlinge afstemming van de ambities van de gemeente op de gebieden water en groen, verkeer en vervoer, wonen, de glastuinbouwcluster, maatschappelijke en economische voorzieningen.

Eén van de vijf strategische doelstellingen is het versterken van de kernen. Daarvoor zijn gradaties aan de kernen verbonden. 's-Gravenzande heeft het kenmerk 'compact dorps' meegekregen. Met deze benaming is het gewenste karakter van de kern gekenschetst.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0008.png"

Benoemd is dat de bebouwing zich kenmerkt door een compacte bebouwingsstructuur, afwisseling in bouwvorm en menging van functies. Om aan te sluiten bij het karakter van de kern wordt de verdichting in de kern compact gerealiseerd, waarbij op daarvoor geschikte locaties hoogbouw op beperkte en passende schaal kan worden ingezet. In 's-Gravenzande is specifiek aangegeven dat er bij het centrum een woonservicezone moet komen. De huidige voorzieningen en het aantal woningen voor ouderen zijn te beperkt en sluit niet meer aan op de behoeften. Er is in toenemende mate vraag naar levensloopbestendige woningen.

Evaluatie Greenport Visie Westland 2020 (2010)

Deze evaluatie van de Greenportvisie verwoordt het standpunt van de gemeenteraad over de (tussen)resultaten van de Greenportvisie over met name de periode 1-1-2004 tot 1-1-2009 met voorstellen per onderdeel over hoe nu verder. De evaluatie bepaalt de koers voor de gemeentelijke structuurvisie. Voor maatschappelijke voorzieningen zijn de volgende beleidsuitgangspunten relevant.

Het beleid wat ouderen betreft is gericht op langer zelfstandig blijven wonen, scheiden van wonen en zorg en het blijven wonen in eigen kern. In het kaderplan Wonen, Zorg en Welzijn is het streven verwoord om woonservicezones in de verschillende kernen van de gemeente te realiseren. Een woonservicezone is een (deel) van de kern, waarin optimale condities zijn geschapen voor wonen met zorg en welzijn. Het gaat daarbij vooral om de toegankelijkheid van het openbaar gebied in de kernen. Er is sprake van integrale zorg en dienstverlening, er zijn aangepaste en aanpasbare woningen en de woonomgeving heeft een adequaat voorzieningenniveau. In de afgelopen periode is een aantal bouwplannen gerealiseerd. In de Greenportvisie is een aantal van de bouwprojecten opgenomen. Er zijn er meer ontwikkeld. Naast de grotere complexen die de komende jaren worden gerealiseerd, zijn er diverse kleinschalige woonvormen die moeten worden gepland. Het streven is om in de kernen van Westland voldoende op de bevolking toegesneden (kleinschalige) woonvormen en vormen van dagbesteding te ontwikkelen.

Er is nu één volwaardige woonservicezone (Naaldwijk) tot stand gebracht. De infrastructuur van Westland met de elf kernen geeft een goede basis om de woonservicezones verder uit te bouwen.

Analyse van de woningbouw laat zien dat de woningvoorraad tussen 2004 en 2009 met 2.000 is toegenomen. De uitleglocaties zijn vrijwel allemaal in ontwikkeling genomen, maar de verdichting van de kernen blijft achter bij het gestelde doel. Tot 2020 kan de woningbehoefte opgevangen worden met de bestaande locaties zoals aangegeven op de plankaart van de Greenportvisie inclusief een bijgestelde verdichtingsopgave.

Inbreiding blijft prioriteit houden boven nieuwe uitbreidingslocaties. Een hoger woningaantal in de kernen kan bovendien het voorzieningenniveau versterken. De woningbouwmonitor van 2009 gaf aan dat circa 1.400 gepland staan om te worden gebouwd als inbreiding tot de periode 2020. Om de ambitie van inbreiding te onderstrepen wordt dit verhoogd naar 2.000 woningen. Extra inzet en creativiteit blijft nodig om deze forse ambitie waar te maken. Ondergronds parkeren, hoogbouw en innovatieve ontwerpen kunnen hierbij worden benut. Wel dient altijd passend bij de schaal en het karakter van de betreffende kern gebouwd te worden. Het onderscheid tussen de kernen in de mate van verdichting blijft daarom gehandhaafd inclusief de aandacht voor parkeren, spelen en groen.

Uitgangspunten ruimtelijke ontwikkelingskaders voor de kernen (2007)

Eind september 2007 heeft de gemeenteraad de beleidsnota 'Uitgangspunten ruimtelijke ontwikkelingskaders voor de kernen' (ROKK) vastgesteld. Ten aanzien van het centrum van 's-Gravenzande is aangegeven dat deze dient te worden versterkt. Het centrum kent veel leegstand. Verdichting van het centrum met woningen en diverse andere functies kan daar een versterkende rol in spelen, als contrast met de ruimte en groene woonwijken. Speciale aandacht moet dan gaan naar de entreepunten, het gebied marktplein/kernwinkelgebied en de belangrijke ligging van de rasterstructuur.

Ruimtelijk Ontwikkelingskader 's-Gravenzande 2020

In deze nota zijn de ontwikkelingskaders voor de kern 's-Gravenzande neergelegd tot 2020, erop gericht de groene, dorpse karakteristiek te versterken en het centrum goed bereikbaar te houden. Hiermee dient de visie tot uitgangspunt en toetsingskader voor te ontwikkelen projecten en initiatieven.

Het ruimtelijk ordenend principe voor 's-Gravenzande is een compactdorpse structuur binnen de rode contour in combinatie met een rood/groen/blauwe overgangszone richting het glastuinbouwgebied aan de oostzijde van de kern.

Bedrijvigheid zal zoveel mogelijk worden geconcentreerd op het bedrijventerrein Teylingen en het bedrijvencluster aan de Wouterseweg. Stedenbouwkundige accenten worden ingezet om deelgebieden hun identiteit te geven en belangrijke plekken te markeren.

In 's-Gravenzande wordt sociaal (huur en koop) gebouwd voor mensen met een laag tot midden inkomen en jonge huishoudens. In het kader van de woonservicezone worden woningen voor senioren gerealiseerd in de zone gelegen tegen het centrum aan.

Het centrum wordt gezoneerd passend binnen de detailhandelsvisie. De zonering bevat de volgende uitgangspunten:

  • het kernwinkelgebied en het horecaplein worden als zodanig bestemd en gekoesterd;
  • een woonservicezone nabij het centrum en nabij zorgvoorzieningen aan het Zandeveltplein;
  • aanlooproutes worden flexibel bestemd zodat ook wonen en/of dienstverlening mogelijk is;
  • de Sand Ambachtstraat krijgt een woonfunctie toebedeeld.

Op de afbeelding hieronder is het zoneringsprincipe weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0009.png"

Bron: Ruimtelijk Ontwikkelingskader 's-Gravenzande 2020)

Detailhandelsstructuurvisie gemeente Westland

De detailhandelsstructuurvisie van de gemeente Westland is opgesteld om sturing te kunnen geven aan de detailhandelsontwikkeling binnen de verschillende kernen van de gemeente. Voor 's-Gravenzande komen onder andere de volgende aanbevelingen naar voren:

  • bij herontwikkeling van de Gravenhof proberen de leegstand zoveel mogelijk in te vullen met verplaatsers en met niet-modische branches;
  • concentratie van detailhandel in deel van de Langestraat vanaf het Marktplein;
  • versterking van de horeca (bij voorkeur op het Marktplein);
  • verbetering van de uitstraling van Koningswerf;
  • voorkomen moet worden dat door de herontwikkeling er onvoldoende parkeermogelijkheden nabij het winkelgebied resteren. Dit in het kader van de herontwikkeling van het gebied rond het huidige gemeentehuis en Fixet/Multimate-locatie (Sand Ambachtstraat);
  • aanpassing van bestemmingsplannen van thans zwakke detailhandelsgebieden ten behoeve van eventuele herinvulling vrijkomende detailhandelsruimten (Graaf Florisplein, Kon. Julianaweg).

Kadernota wonen, zorg en welzijn

In deze nota is de huidige locatie van de Fixet aan de Sand Ambachtstraat benoemd als centrum van een woonservicezone. Dit betekent dat binnen een gebied met een straal van 300 tot 500 m woonzorgwoningen en voorzieningen geconcentreerd moeten gaan worden. De bedrijfsfuncties zullen daarvoor moeten wijken.

Beleidskader wonen

Belangrijk uitgangspunt in het beleidskader wonen is het op peil brengen van het aantal sociale woningen in het Westland. Als eis wordt gesteld dat van elk woningbouwplan minimaal 30% uit sociale woningbouw bestaat. Ten aanzien van 's-Gravenzande is er vooral vraag naar woningen voor ouderen.

Beeldkwaliteitsplan karakteristieke gebieden 's-Gravenzande (2010)

In dit beeldkwaliteitsplan zijn vier gebieden aangewezen die vanuit stedenbouwkundig oogpunt bezien een bijzondere ruimtelijke kwaliteit hebben. Voor deze gebieden is een beeldkwaliteitsplan opgesteld, zodat bij eventuele herbouw de beeldkwaliteit gewaarborgd is. Het betreft de volgende vier gebieden:

  • 1. Zuidwind - Langestraat;
  • 2. Koningin Wilhelminaschool;
  • 3. Marktplein - Langestraat - Kerk;
  • 4. Vijver directe omgeving bij Van de Kasteeleplein.

Het eerste (gedeeltelijk) tweede en derde gebied vallen binnen het plangebied van Centrum 's-Gravenzande, zie hieronder.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0010.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0011.png"   afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0012.png"  

In het bestemmingsplan hebben deze gebieden de dubbelbestemming 'Waarde - Karakteristiek' gekregen.

Het volledige beeldkwaliteitsplan is opgenomen in Bijlage 3 bij de regels.

Milieubeleidsplan 2005-2010 'Westland, glashart voor het milieu'

De inspanningen uit het verleden waren voornamelijk gericht op het verbeteren van de sectorale milieukwaliteit. In de toekomst moet ook een bredere kwaliteitsverbetering worden gerealiseerd. Het milieubeleidsplan moet een bijdrage leveren aan een gezonde, veilige en aantrekkelijke leefomgeving.

Het milieubeleidsplan heeft als doelstelling: 'Het verbeteren van de leefbaarheid op de korte termijn en het leveren van een bijdrage aan de duurzaamheid van de gemeente op de lange termijn, waarbij aansluiting bij actuele en toekomstige ontwikkelingen kansen biedt om eventueel bestaande knelpunten op te lossen en toekomstige te voorkomen'.

Uiteraard is een gebiedsgericht milieubeleidsplan vooral gericht op gebieden waar grootschalige ontwikkelingen plaatsvinden. Dit zijn namelijk de gebieden waar het grootste milieurendement is te behalen. Het plan heeft echter ook betekenis voor gebieden waar geen grote ontwikkelingen plaatsvinden. Ook in deze gebieden vinden vaak kleinere ontwikkelingen plaats, waarin de uitgangspunten van het beleidsplan kunnen worden toegepast.

Westlands Verkeers- en Vervoersplan 2005-2015

Met het Westlands Verkeers- en Vervoersplan (WVVP) wordt vanuit het oogpunt van verkeer en vervoer invulling gegeven aan het strategische beleid voor de gemeente Westland, zoals dat is beschreven in de Greenportvisie 2020. Op basis van deze vertaling zijn concrete projecten en maatregelen benoemd. Daarbij zijn prioriteiten bepaald en is een volgorde voor uitwerkingen realistisch weergegeven.

Door het uitvoeringsprogramma wordt de stap gezet van papier (beleid) naar de praktijk (uitvoering). Het uitvoeringsprogramma en bijbehorende investeringsprogramma passen binnen de huidige begroting.

Beleidskader Verkeer 's-Gravenzande

Het Beleidskader Verkeer 's-Gravenzande volgt uit het Westlands Verkeer en Vervoers Plan (WVVP). Het doel van het beleidskader is tweeledig: ten eerste een brug te slaan tussen de uitgangspunten van het WVVP waarin een ideale situatie wordt nagestreefd en de historisch gegroeide situatie zoals deze in de kern bestaat. Daarbij zal op een gedetailleerder niveau dan in het WVVP invulling gegeven worden aan de uitgangspunten. Ten tweede vormt dit beleidskader een actualisatie van het WVVP door het afstemmen van het ruimtelijk ontwikkelingskader van ‘s-Gravenzande en met name de ontwikkelingen in het centrumgebied, met de toekomstvisie over de gewenste verkeerssituatie. Het beleidskader is in overeenstemming met de Evaluatie Greenportvisie Westland 2020.

's-Gravenzande zal in de komende jaren sterk veranderen. Om ook in de toekomst de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid voor de kernen te bewaken, wordt het verkeerskundig ideaalbeeld vanuit het WVVP vertaald naar een uitwerking voor de kernen.

Voor de 's-Gravenzande gelden de volgende aandachtspunten:

  • 1. De herkenbaarheid en veiligheid van de gebiedsontsluitingswegen wordt op een aantal punten verbeterd. De wegenstructuur en routering van het verkeer in het centrum wordt aangepast, in samenhang met de ruimtelijke ontwikkelingen. De bereikbaarheid van het centrum en de parkeervoorzieningen zullen hierdoor verbeteren en de ruimtelijke kwaliteit en aantrekkelijkheid van het kernwinkelgebied zal toenemen.
  • 2. Beoordelen en vergelijking van de varianten wat betreft de rijrichting in de Pompe van Meerdervoortstraat. Het rapport van Goudappel Coffeng benoemt wel de gewenste rijrichting van het vrachtverkeer vanuit verkeersveiligheidsoogpunt, maar gaat niet in op de gevolgen hiervan voor de afwikkeling van het overige verkeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0013.png"

Huidige richting eenrichtingsregime (links) en gewenste richting (rechts)

In zowel het Beleidskader verkeer 's-Gravenzande als het ROK 's-Gravenzande wordt namelijk gesteld dat de routes naar het centrum en dus ook naar de parkeerconcentraties, duidelijk en herkenbaar moeten zijn en dat dit op dit moment te wensen over laat. Vanuit deze constatering worden drie wensen aangegeven.

Ten eerste wordt benoemd dat het wenselijk is dat de Dresdenweg de functie van entree naar het centrum overneemt van het Zandeveltplein. Ten tweede de wens om op het autoverkeer op de Sand Ambachtstraat af te leiden richting het Zandeveltplein en het eenrichtingsverkeer op de Sand Ambachtstraat vanaf de zuidzijde om te draaien. Ten derde wordt aangegeven dat het vanuit het oogpunt van herkenbaarheid wenselijk is om ook de parkeerroute aan de oostzijde van het centrum te wijzigen. "Komend vanaf de Oudelandstraat zal men dan niet meer via de Pompe van Meerdervoortstraat kunnen rijden, omdat hier het eenrichtingsverkeer tussen de Oudelandstraat en de Gravin Aleidisstraat omgedraaid zal worden in de richting van de Oudelandstraat. De route wordt dan van Lennepstraat-Graaf Florisplein-Pompe van Meerdervoortstraat. Vanuit de parkeergarage heeft men de keuze om linksaf te slaan naar het Graaf Florisplein of rechtsaf richting Oudelandstraat" (Beleidskader verkeer 's-Gravenzande, pag. 12, ROK 's-Gravenzande, pag. 52-54).

Het aspect logica is de reden geweest om de rijrichting in dit deel van de Pompe van Meerdervoortstraat om te draaien. De Jacob van Lennepstraat is qua karakter een logischere toegangsroute naar een centrum dan de Pompe van Meerdervoortstraat. Daarnaast rijden bezoekers dan eerst via het parkeerterrein aan de Graaf Florisplein, dan langs de parkeergarage en dan pas langs het andere parkeerterrein aan de Pompe van Meerdervoortstraat (met de entree tegenover de Montessoristraat). Dit zijn de redenen die ten grondslag hebben gelegen om in het Beleidskader verkeer uit te gaan van het omdraaien van de rijrichting. De overwegingen daartoe volgen hierna.

Verkeerstechnisch bestaan geen bezwaren zijn om de rijrichting om te draaien, maar er zijn ook geen verkeerstechnische redenen om het wel te doen. Het verschil in intensiteiten is volgens het verkeersmodel verwaarloosbaar. Hetzelfde verkeer dat nu de route Pompe van Meerdervoortstraat – Graaf Florisplein – Van Lennepstraat rijdt, rijdt bij het omdraaien van het eenrichtingsverkeer in de Pompe van Meerdervoortstraat de omgekeerde route.

Er kan dus geconcludeerd worden dat het wel of niet omdraaien van het eenrichtingsverkeer geen verkeerstechnische gevolgen heeft. Dit verklaart ook waarom het in het Beleidskader Verkeer 's-Gravenzande onderdeel is van het hoofdstuk Afstemmen verkeersbeleid en ruimtelijk ontwikkelingskader. Hiermee is het aspect rijrichting geen onderdeel van de verkeerskundige beoordeling van de verschillende varianten en valt dit aspect buiten het afwegingskader. Ook vanuit de discipline stedenbouw is geen bezwaar tegen het handhaven van de rijrichting;

  • 3. Om het parkeren voor de bewoners en werknemers van het centrum van 's-Gravenzande beter te regelen, worden de tijden van de blauwe zone gelijk aan die in de overige kernen in het Westland. Het nu nog sterk verspreide parkeren wordt, zover mogelijk, geconcentreerd op enkele plaatsen aan de randen van het centrum.
  • 4. Voor het openbaar vervoer worden de informatievoorziening en de instapmogelijkheden verbeterd zodat mensen makkelijker van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken.
  • 5. Waar fietsvoorzieningen langs gebiedsontsluitingswegen ontbreken en inpasbaar zijn, worden ze aangelegd. Daar waar ze wel aanwezig zijn, zullen ze geleidelijk worden verbeterd. Het fietsparkeren in het centrum wordt aangepast met meer en kwalitatief betere fietsparkeervoorzieningen.
  • 6. Voor voetgangers en fietsers worden op enkele locaties oversteekvoorzieningen aangebracht op de gebiedsontsluitingswegen. De belangrijkste looproutes in het centrum krijgen waar mogelijk een obstakelvrije loper voor voetgangers en invaliden. Invalidenparkeerplaatsen worden gelijkmatiger over het centrum verspreid.

Voor het centrum is een wegenstructuur gewenst waarbij vanuit alle richtingen één van de parkeerconcentraties rond het centrum kan worden bereikt, terwijl doorgaand verkeer via de gebiedsontsluitingswegen om het centrum heen wordt geleid. De Markt wordt als horecaplein bestemd en gekoesterd. Voor parkeerconcentraties rond het centrumgebied zijn al enkele locaties in beeld: de parkeergarage die in het kader van de centrumplannen wordt gerealiseerd aan de Pompe van Meerdervoortstraat en de locatie van de woonservicezone. Verder zijn er nog de bestaande parkeerconcentraties op het Zandeveltplein en Graaf Florisplein. Het parkeren zal in de toekomst dus meer op geconcentreerde locaties plaatsvinden dan nu het geval is en bovendien in gebouwde parkeervoorzieningen in plaats van op maaiveld. Door dit efficiëntere meervoudig grondgebruik komt ruimte vrij, wat noodzakelijk is voor nieuwe ontwikkelingen.

Onderstaand is de gewenste verkeersstrucuur weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.ABP00000010-onhe_0014.png"

Beleid Duurzaam Bouwen 2006-2010

De doelstelling van de gemeente is door middel van duurzaam bouwen de milieubelasting terug te dringen: bouwen met zorg voor het milieu. Dit betekent dat in een vroeg stadium de schade voor het milieu moet worden beperkt, dus al tijdens het ruimtelijk en stedenbouwkundig ontwerp en in alle fasen van de bouw. De gemeente stelt beleid Duurzaam Bouwen op, op gebouwniveau en op het gebied van de grond-, weg- en waterbouw. Beleid Duurzaam Bouwen op stedelijk niveau, voor ruimtelijke en stedelijke ontwikkeling, is opgenomen in het Milieubeleidsplan 2005-2010. Als instrument voor duurzaam bouwen bij nieuwbouw, woning- en utiliteitsbouw wordt het pakket Gemeentelijk Praktijk Richtlijn (GPR-gebouw) gebruikt. Dit is een digitaal instrument om de duurzaamheid van nieuwbouwwoningen en utiliteitskantoren (kantoren en schoolgebouwen) in kaart te brengen door middel van rapportcijfers, met als doel duurzaam bouwen meetbaar en bespreekbaar te maken. Thema's van dit instrument zijn energie, materiaal, afval, water, gezondheid en integrale woonkwaliteit.

Beleid en beleidsregels voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk in Westland

In deze nota wordt aangegeven dat het wenselijk is een goede ruimtelijke spreiding van de verkooppunten van consumentenvuurwerk te bewerkstelligen. Doel bij een ruimtelijke benadering is het bereiken van een gelijkmatige spreiding van (kleine) bedrijven voor verkoop en opslag van consumentenvuurwerk over Westland, om op deze wijze straathandel en vuurwerktoerisme zoveel mogelijk te voorkomen. Daarbij moet er binnen elk verzorgingsgebied sprake zijn van voldoende (vuurwerk)aanbod om de lokale markt te voorzien en zodoende illegale handel in principe overbodig te maken en te voorkomen.

Het uitgangspunt voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk van de gemeente Westland is:

Ruimte bieden aan ondernemers voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk met inachtneming van veiligheid en milieuregelgeving onder voorwaarde van een goede ruimtelijke spreiding.

Met daarbij de volgende randvoorwaarden:

  • in de gemeente Westland wordt alleen consumentenvuurwerk opgeslagen. Opslag en verkoop van professioneel vuurwerk is niet toegestaan;
  • iedere vestiging van opslag en verkoop van consumentenvuurwerk zal worden getoetst aan voldoende ruimtelijke spreiding in de gemeente Westland;
  • in de gemeente Westland worden maximaal 18 vestigingen voor opslag- en verkooppunten van consumentenvuurwerk toegestaan;
  • opslag tot en met 1.000 kg is beperkt toegestaan in de dorpskernen;
  • nieuwe vestiging in dorpskernen is niet toegestaan;
  • de vestiging van bedrijven met een opslag tot en met 10.000 kg heeft de voorkeur in gebieden waar een bedrijfsdoeleinden bestemming geldt of in tuincentra;
  • opslag boven de 10.000 kg consumentenvuurwerk is uitgesloten;
  • bestaande bedrijven in strijd met deze uitgangspunten mogen de activiteiten voortzetten.

In de planregels van het voorliggende bestemmingsplan is opgenomen dat opslag en verkoop van consumentenvuurwerk niet is toegestaan. Het aanwezige verkooppunt van consumentenvuurwerk in het plangebied heeft een maatbestemming gekregen.

2.1.4 Conclusie

Het plangebied wordt beschouwd als bestaand stedelijk gebied. De noodzakelijke inhaalslag voor het bouwen van woningen voor jongeren en ouderen dient in de kernen plaats te vinden. In de kernen zijn dan ook de beste combinaties te maken tussen woningen en voorzieningen. Herstructurering en intensief ruimtegebruik zijn hierbij belangrijke middelen. Hoogbouw als gevolg van meervoudig en intensief ruimtegebruik dient alleen op daarvoor geschikte locaties en op beperkte en passende schaal te worden ingezet. Voor deze hogere bebouwing geldt dat het in een herkenbaar cluster moet staan.

Het centrum van 's-Gravenzande dient te worden versterkt. Het centrum kent veel leegstand. Verdichting van het centrum met woningen en diverse andere functies kan daar een versterkende rol in spelen. Het aanbrengen van een duidelijke winkelrouting en het realiseren van compactheid van het winkelaanbod is noodzakelijk. Het authentieke van het centrum dient hierbij gehandhaafd te blijven.