Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Abdijweg ongenummerd 3 vrijstaande woningen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.weebpabdijwegdood-0401

6.2 Juridische planopzet

Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden.
Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld.

6.2.1 Verbeelding

De verbeelding vormt in veel gevallen de logisch toegang naar (digitale) bestemmingsplaninformatie. Een duidelijke en eenduidige opzet is daarom van groot belang. De verbeelding bevat alleen die zaken die juridisch relevant zijn. Datgene dat op de plankaart staat vermeld, is derhalve ook terug te vinden in de regels. Dit uitgangspunt wordt gehanteerd om de kaart zo rustig en leesbaar mogelijk te houden.
De topografische basis voor de bestemmingsplankaart wordt gevormd door de meest actuele Grootschalige Basiskaart van Nederland (GBKN), al dan niet aangevuld met kadastrale gegevens.
 
Op de verbeelding zijn twee bouwvlakken met een diepte van 15 meter weergegeven, één voor de twee woningen aan de Abdijweg en één voor de woning aan de Voortmorsstraat. De breedte van het bouwvlak aan de Voortmorsstraat is groter dan gebruikelijk voor vrijstaande woningen (10 meter), omdat hier vanwege stedenbouwkundige overwegingen een grotere woning is gewenst. De twee bouwvlakken liggen 3 meter uit de tussenliggende zijdelingse perceelsgrens.
In aansluiting op het bestemmingsplan 'Weerselo-Kern' geldt ter plaatse een goot- en nokhoogte van 6 en 10 meter.
 

6.2.2 Regels

De regels van dit bestemmingsplan zijn opgezet volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008) en bestaan uit de volgende onderdelen:
  • inleidende regels; 
  • bestemmingsregels;
  • algemene regels;
  • overgangs- en slotregels.
Inleidende regels
De inleidende regels bestaan uit de volgende bepalingen:
  • Artikel 1: Begripsbepalingen
  • Artikel 2: Wijze van meten
In artikel 1 worden omschrijvingen gegeven van belangrijke, in de regels voorkomende begrippen. Door het opnemen van deze omschrijvingen kunnen interpretatieverschillen worden voorkomen. In artikel 2 wordt op vergelijkbare wijze een omschrijving gegeven van de wijze waarop in de regels voorkomende maten dienen te worden gemeten.
 
Bestemmingsregels
Elke bestemming wordt afzonderlijk in een bestemmingsbepaling opgenomen. Een bestemmingsbepaling word als volgt opgebouwd:
  • bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • nadere eisen;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning;
  • wijzigingsbevoegdheid.
De bestemmingsomschrijving en de bouwregels komen in ieder artikel voor. De overige onderdelen zijn opgenomen indien deze voor de betreffende bestemming relevant zijn. In het onderhavige plan is sprake van slechts één bestemming, welke hieronder wordt toegelicht.
 
Wonen
Bij recht zijn binnen het plangebied maximaal drie vrijstaande en halfvrijstaande woningen toegestaan en de bijbehorende bouwwerken. 
 
Binnen de woonbestemming wordt ruimte geboden voor aan-huis-verbonden beroepen, dan wel, middels een afwijking, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Het gaat om kleinschalige beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten die in ruimtelijk en functioneel opzicht ondergeschikt zijn aan de woonfunctie en daardoor verantwoord zijn in woongebieden. Hierbij kan gedacht worden aan klassieke ‘vrije’ beroepen (arts, advocaat, notaris) maar ook aan beroepen als makelaar of accountant of bedrijfsmatige activiteiten als een kapper of een schoonheidsspecialist. Om de ruimtelijke en functionele ondergeschiktheid aan de woonfunctie te waarborgen, gelden criteria ten aanzien van de aard en omvang van de activiteiten.
 
De woonbestemming biedt ook ruimte voor mantelzorg bij woningen. Ten eerste in de vorm van inwoning, daarnaast ook, via afwijking, in de vorm van (tijdelijke) bewoning van vrijstaande bijgebouwen. Bestaande bijgebouwen kunnen ook worden vergroot ten behoeve van mantelzorg.
 
Voorwaarde is wel dat de noodzaak van de mantelzorg (op medische gronden) hierbij wordt aangetoond.
 
Algemene regels, overgangs- en slotregels
Dit bestemmingsplan bevat de gebruikelijke algemene regels en overgangs- en slotregels, welke overeenkomen met die van het ontwerpbestemmingsplan Weerselo-Kern.