4.7 Water
Het aspect water is de afgelopen jaren steeds meer op een integrale wijze benaderd. Sinds 2003 is wettelijk vastgelegd dat over ruimtelijke plannen vooroverleg met het betrokken waterschap dient plaats te vinden en dat ruimtelijke plannen een waterparagraaf moeten bevatten waarin de effecten van ruimtelijke ingrepen op de waterhuishouding worden aangegeven. De basisprincipes van het waterbeleid van zowel rijk, provincie, waterschap als gemeente zijn: meer ruimte voor water en het voorkomen van afwenteling van waterproblematiek in ruimte of tijd. Daarbij staan twee drietrapsstrategieën centraal:
- waterkwantiteit: vasthouden, bergen, afvoeren;
- waterkwaliteit: schoonhouden, scheiden, zuiveren.
De Europese Kaderrichtlijn Water is richtinggevend voor de bescherming van de oppervlaktewaterkwaliteit in de landen in de Europese Unie. Aan alle oppervlaktewateren in een stroomgebied worden kwaliteitsdoelen gesteld die in 2015 moeten worden bereikt. Ruimtelijk relevant rijksbeleid is verwoord in de Nota Ruimte en het Nationaal Waterplan (inclusief de stroomgebiedbeheerplannen).
Op provinciaal niveau zijn de Omgevingsvisie Overijssel en de bijbehorende Omgevingsverordening richtinggevend voor ruimtelijke plannen.
Het Waterschap Regge en Dinkel heeft de beleidskaders van rijk en provincie nader uitgewerkt in het Waterbeheerplan 2010-2015. De belangrijkste ruimtelijk relevante thema's zijn de Kaderrichtlijn Water en retentiecompensatie. Daarnaast is de Keur van Waterschap Regge en Dinkel een belangrijk regelstellend instrument waarmee in ruimtelijke plannen rekening moet worden gehouden.
Het waterbeleid van de gemeente is in december 2009 vastgelegd in het Rioleringsplan 2009 – 2011, met als ondertitel ‘Watertakenplan’. Dit beleidsplan beschrijft naast het rioleringsbeleid ook het hemelwater- en grondwaterbeleid. Het plan is afgestemd met het betrokken Waterschap Regge en Dinkel. De gemeentelijke taken op het gebied van afval-, hemel- en grondwater die relevant zijn voor de kern Weerselo zijn als volgt omschreven.
De gemeente zorgt vanaf de erfgrens voor (vuilwater)riolering en transporteert dit naar een rioolgemaal of rioolzuivering van het waterschap.
Waar mogelijk zal de gemeente de hemelwateraansluitingen afkoppelen van de (vuilwater)riolering. Schoon hemelwater moet gescheiden van afvalwater aan de erfgrens worden aangeboden, met uitzondering van bestaande situaties met een gemengd rioolstelsel. Bij nieuwbouw moet hemelwater altijd gescheiden worden aangeboden, ongeacht het stelseltype van de riolering. In het beleidsplan is de ‘beslisboom systeemkeuze’ opgenomen. Aan de hand daarvan wordt bij alle infrastructurele projecten en ruimtelijke ontwikkelingen nagegaan of daarbij het hemelwater kan worden afgekoppeld van de riolering.
Ook bij deze taak wordt geprobeerd waterketen en watersysteem gescheiden te houden. De gemeente hanteert de volgende voorkeursvolgorde:
- grondwater in de bodem laten (niet onttrekken / niet inzamelen);
- ingezameld overtollig grondwater infiltreren in de bodem (zo mogelijk lokaal maar op plaatsen waar dit niet tot overlast leidt);
- ingezameld overtollig grondwater (zonodig vertraagd) op het oppervlaktewater lozen;
- ingezameld overtollig grondwater afvoeren.
Voor het onderhavige plan is een korte procedure van de digitale watertoets doorlopen, zie bijlage 4. Geconcludeerd wordt dat het plan geen verhoogd risico loopt op wateroverlast als gevolg van overstromingen. Het plan heeft geen schadelijke gevolgen voor de waterkwaliteit en ecologie. In het verleden is er in of rondom het plangebied geen wateroverlast of grondwateroverlast geconstateerd. De toename van het verharde oppervlak is minder dan 1.500m2. Het plangebied bevindt zich niet binnen een beschermingszone of herinrichtingszone langs een waterloop, primair watergebied, invloedszone zuiveringstechnisch werk of een retentiecompensatiegebied.
De bestemming en de grootte van het plan hebben een geringe invloed op de waterhuishouding. Het waterschap Regge en Dinkel geeft een positief wateradvies.