De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor inrichtingen, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. Een productiegebonden paardenhouderij wordt aangemerkt als een veehouderij. Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient tussen een emissiepunt van een dierenverblijf waarin paarden worden gehouden en een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom een afstand van 100 meter en buiten de bebouwde kom een afstand van 50 meter te worden aangehouden. Voor de overige dieren welke binnen de inrichting worden gehouden, is in de Wet geurhinder en veehouderij een geurnorm opgenomen. Deze bedraagt voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom 14 odour units per kubieke meter lucht. Voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom bedraagt deze 3 odour units per kubieke meter lucht. Aangezien op de locatie alleen paarden worden gehouden is deze geurnorm niet van toepassing en wordt alleen het afstandscriterium gehanteerd.
Voor inrichtingen met vee die onder het Besluit Landbouw vallen gelden vast aan te houden afstanden. Bedrijven tot 200 koeien, 50 dieren of 50 mestvarkenseenheden vallen onder de werkingssfeer van het Besluit landbouw en zijn daarmee meldingsplichtig. Hier wordt niet gerekend met odeurbelastingen. Alle overige bedrijven hebben een vergunningsplicht.
De afstand tussen een veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriƫle regeling een geuremissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object bedraagt:
a. ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en
b. ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen.
Conclusie
Een gedeelte van de boerderij aan de Alleeweg 10 is opgesplitst. In de boerderij is sprake van een bedrijfswoning behorende bij de paardenhouderij en daarnaast een afzonderlijke woning welke hiermee geen relatie heeft. Dit gedeelte van de boerderij heeft derhalve een woonbestemming. Ten aanzien van het plan om de activiteiten van het bedrijf te herschikken en paardenbak de verplaatsen, geldt op basis van de wetgeving alleen ten aanzien van de isolatiestal de gestelde richtafstand. De afstand van de isolatiestal tot de woning is circa 55 meter. Daarmee wordt voldaan aan de Wet geurhinder en veehouderij en het Besluit Landbouw.