De bedrijfsbebouwing wordt gesloopt, waardoor ruimte vrijkomt voor de nieuw te bouwen woning. Vanwege de functiewijziging is een bodemonderzoek noodzakelijk. Ook ingevolge artikel 9 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is een onderzoek naar de bodemkwaliteit van het plangebied vereist.
Door Kruse Milieu te Geesteren is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd op basis van de richtlijnen zoals die zijn gesteld in de Nederlandse eind Norm (NEN) 5740. De bevindingen van het onderzoek zijn beschreven in het rapport van 22 maart 2012 (projectcode 12006810). Uit de conclusies, die hierna worden beschreven, blijkt dat - na sanering van een minerale olieverontreiniging - de grond geschikt wordt geacht voor de toekomstige functies wonen en tuin. Het volledige rapport is als bijlage aan dit bestemmingsplan gekoppeld.
De onderzoekslocatie is momenteel deels bebouwd met een leegstaand bedrijfspand en grotendeels verhard met beton en klinkers. Aanleiding voor het bodemonderzoek is de voorgenomen bestemmingsplanwijziging en de nieuwbouw van een woning.
In totaal zijn er 15 boringen verricht, waarvan één tot 2.9 meter diepte. Er is 1 boring afgewerkt tot peilbuis. Gebleken is dat de bodem voornamelijk bestaat uit matig fijn tot matig grof zand en leem. Zintuiglijk zijn plaatselijk bodemvreemde materialen waargenomen. Het freatische grondwater is aangetroffen op 1.20 meter min maaiveld.
Hypothese
De hypothese "onverdachte locatie" dient te worden verworpen, aangezien enkele overschrijdingen van de achtergrond- en streefwaarden zijn aangetoond. De hypothese ter plekke van de voormalige verdachte locaties kunnen eveneens worden verworpen, omdat geen verontreinigingen met de verdachte stoffen zijn aangetoond.
Conclusies en aanbevelingen
In de bovengrond BG I, ondergrond en in het grondwater zijn enkele (zeer) lichte verontreinigingen aangetoond. De bovengrond BG II, BG III en BG IV zijn niet verontreinigd. Aangezien de tussenwaarden niet worden overschreden, is er geen reden om een nader onderzoek uit te voeren.
Opgemerkt dient te worden dat aan de westzijde van het pand nog altijd een minerale olieverontreiniging aanwezig is, die ten behoeve van de bestemmingsplanwijziging en de herontwikkeling gesaneerd dient te worden. Hiervoor dient een plan van aanpak te worden opgemaakt, dat door het bevoegd gezag (gemeente Dinkelland) dient te worden goedgekeurd. Het saneren van de verontreiniging dient door gecertificeerde bedrijven te worden verricht. Voor details omtrent deze verontreiniging wordt verwezen naar het rapport nader onderzoek van Geofox, projectnummer 20040286/WVLO d.d. juni 2004.
Geadviseerd wordt eventuele oude erfverhardingen en funderingslagen apart af te voeren en op een milieuverantwoorde wijze te verwerken.
Op basis van het historisch vooronderzoek kan gesteld worden dat de onderzoekslocatie niet asbestverdacht is. Door de veldwerker zijn zintuiglijk geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Bij de geplande nieuwbouw komt in de toekomst mogelijk grond vrij. Afvoer van de grond dient te voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit en de voorschriften van het bevoegd gezag (de ontvangende gemeente).
Uit milieukundig oogpunt bestaan er geen bezwaren tegen de voorgenomen bestemmingsplanwijziging, en nieuwbouwplannen wanneer de minerale olieverontreiniging aan de westzijde van het pand gesaneerd wordt. De vastgestelde verontreinigingen in onderhavig onderzoek vormen geen risico's voor de volksgezondheid. De bodem wordt na sanering van de minerale olieverontreiniging geschikt geacht voor het huidige en toekomstige gebruik (wonen met tuin).