Plan: | Bestemmingsplan Denekamp, partiële herziening Brandlichterweg 9 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.DENBPBRANDLWEG9-0401 |
Wonen
De planregeling voorziet in de bouw van drie woningen. De hoofdgebouwen dienen in beginsel binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Enkele uitzonderingen hierop zijn mogelijk. Bijvoorbeeld voor erkers en ingansgpartijen (rechtens) dan wel voor een iets andere situering (afwijkingsbevoegdheid in artikel 3.5). De maximale goot- en bouwhoogtes van het hoofdgebouw zijn op de verbeelding aangegeven en mogen niet worden overschreden.
Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. De oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken binnen het bouwvlak wordt in de regels niet genoemd, deze is binnen het bouwvlak dus vrij.
Buiten het bouwvlak mag afhankelijk van de grootte van het perceel aan bijbehorende bouwwerken worden gebouwd:
Als bijkomende voorwaarde geldt dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel in elk geval niet meer dan 50 mag bedragen, met een gegarandeerde ondergrens van 20 m2.
Verder is er een afwijkingsmogelijkheid in het plan om tot 100 m2 aan bijbehorende bouwwerken te bouwen voor de huisvesting van minder-validen.
Ten aanzien van het toegestane gebruik zijn een aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen. De woning kan eventueel worden gebruikt voor mantelzorg dan wel voor inwoning. Uiteraard mits voldaan wordt aan de gestelde criteria.
Ook is een bed en breakfast mogelijk. Een speciale regeling is opgenomen voor aan huis verbonden beroepen en voor aan huis verbonden kleinschalige bedrijfsactiviteiten.
Beide termen worden in de begripsomschrijvingen omschreven:
aan-huis-verbonden beroep:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan particulieren;
aan-huis-verbonden kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid dat door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Onder voorwaarden (zoals in de regels omschreven) kan hieraan medewerking worden verleend.
Toelichting bijbehorende bouwwerken hoekperceel en overschrijding voorgevelrooilijn
Bijbehorende bouwwerken hoekperceel
Voor hoekpercelen is een regeling opgenomen indien er sprake is van twee voorgevels onder voorwaarden mogelijk is om voor de voorgevel die logischerwijs niet als voorgevel kan worden aangemerkt een bijbehorend bouwwerk te bouwen.
Onderstaand figuur maakt dit duidelijk.
Overschrijding voorgevelrooilijn
Het straatbeeld wordt met name bepaald door de voorgevelrooilijn. Uitbouwen aan de voorzijde van de woning doorbreken dit straatbeeld, hetgeen in beginsel ongewenst is. Een uitzondering hierop geldt voor het bouwen van erkers, luifels, balkons en ingangspartijen, mits deze van beperkte omvang zijn. Onderstaande voorbeelden illustreren de mogelijkheden voor erkers.
Anti-dubbeltelregel
Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van bebouwing te voorkomen. Dit zou zich kunnen voordoen wanneer een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van het maximale bebouwingspercentage was betrokken opnieuw bij zo'n berekening, maar nu ten behoeve van een ander bouwperceel, wordt betrokken.
Algemene gebruiksregels
Voor de redactie van de gebruiksbepaling is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend. Voor het gehele plangebied is het gebruik (dan wel laten gebruiken) van gronden voor een seksinrichting als strijdig gebruik aangemerkt.
Algemene afwijkingsregels
Op basis van artikel 3.12 Wabo is aan burgemeester en wethouders een afwijkingsbevoegdheid toegekend voor de in het bestemmingsplan omschreven gevallen.
Wanneer de verbeelding licht afwijkt van de werkelijke afmetingen in het terrein kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het plan. De regeling geeft de voorwaarden aan waaronder burgemeester en wethouders hiertoe kunnen besluiten.
Ook afwijkingen (maximaal 10%) van de in de planregels opgenomen of op de verbeelding aangegeven afmetingen kunnen met behulp van deze algemene ontheffingregel mogelijk worden gemaakt.
Een afwijking van het toegestane gebruik is mogelijk voor evenementen, met en maximum van drie maal per jaar en een maximale duur van 15 dagen (inclusief opbouw en afbreken).
De overige afwijkingsmogelijkheden spreken voor zich en worden daarom niet nader toegelicht.
Overgangs- en slotregels
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een algemeen geldende regeling opgesteld, die in elk bestemmingsplan moet worden opgenomen. Gekozen is voor een regeling in een aantal standaardbepalingen. De eerste standaardbepaling heeft betrekking op het overgangsrecht ten aanzien van bouwmogelijkheden, de tweede op het overgangsrecht ten aanzien van (andere) gebruiksmogelijkheden van de grond (gebruik in enge zin). Deze onderscheiding is klassiek binnen het ruimtelijk bestuursrecht. Gekozen is voor een zo min mogelijk uiteenlopende aanpak van beide onderdelen van het overgangsrecht in bestemmingsplannen, ten aanzien van de peildatum. Dat is het tijdstip dat als ijkpunt wordt aangehouden bij de vaststelling van de feitelijke en juridische situatie waarvan zal worden uitgegaan bij het vaststellen van de uit het overgangsrecht ten aanzien daarvan voortvloeiende rechten en verplichtingen. In beide artikelen is als peildatum gekozen voor het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan waarvoor het overgangsrecht geldt. Voor een verdere interpretatie van het overgangsrecht wordt verwezen naar de Memorie van toelichting bij het Bro.