Plan: | herprofilering Dusinksweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.BUIbphpdusinksweg-0401 |
Om inzicht te krijgen in de mogelijke aanwezigheid van soorten die vallen onder de bescherming van de Flora- en Faunawet is een 'quickscan' 3 uitgevoerd voor de locatie. Het onderzoeksgebied betreft de Dusinksweg en een zone van 50 meter aan beide zijden. Deze zone bestaat uit cultuurgrasland, houtsingels en -wallen, enkele waterhoudende sloten en droge greppels. Ook zijn diverse gebouwen aanwezig.
De resultaten ten aanzien van flora en fauna zijn hieronder weergeven:
Gezien de resultaten is het aanvragen van een ontheffing annex artikel 75 van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk.
Mitigerende maatregelen
Ondanks dat er geen ontheffing noodzakelijk is wordt wel aangeraden om de volgende maatregelen te treffen:
De quickscan is opgenomen in Bijlage 7
De Natuurbeschermingswet 1998 biedt een beschermingskader voor de flora en fauna binnen aangewezen beschermde gebieden. Hieronder vallen de speciale beschermingszones volgens de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, gebieden die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), beschermde natuurmonumenten en staatsnatuurmonumenten. Een belangrijk onderdeel van de Natuurbeschermingswet 1998 is dat er geen vergunning gegeven mag worden voor handelingen of projecten die schadelijk kunnen zijn voor de kwaliteit van de habitats van soorten, waarvoor een gebied is aangewezen. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is een voortoets4 uitgevoerd om te bepalen of er sprake is van significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van omliggende Natura 2000-gebieden als gevolg van verhoogde stikstofemissies door de herprofilering van de Dusinksweg. Indien significant negatieve gevolgen niet kunnen worden uitgesloten, is een Passende Beoordeling vereist.
Vanwege de toename in verkeersintensiteit kan de herprofilering van de Dusinksweg een toename in stikstofdepositie tot gevolg hebben in het omliggende gebied. Het gaat hierbij voornamelijk om stikstofoxiden (NOx) als gevolg van het wegverkeer. Emissies van andere stikstofverbindingen als ammoniak (NH3) vanuit het wegverkeer zijn verwaarloosbaar.
In Twente liggen veel Natura 2000-gebieden met habitatitypen die (zeer) gevoelig zijn voor stikstofdepositie. Nabij de Dusinksweg zijn de volgende Natura 2000-gebieden gelegen:
In deze gebieden liggen enkele zeer gevoelige habitattypen zoals (zeer) zwakgebufferde vennen. Deze Habitattypen hebben een kritische de positiewaarde van 410 mol/ha/jr. Vanwege de afstand tot bovengenoemde gebieden zullen factoren als verstoring door mensen of een toename in geluid of licht de gebieden niet bereiken. Negatieve effecten als gevolg van deze factoren kunnen worden uitgesloten.
De maximale depositietoename als gevolg van de reconstructie van de Dusinksweg op een Natura 2000-gebied bedraagt 0,05 mol/ha/jr (op het gebied Achter de Voort, Agelerbroek en Voltherbroek). Het meest gevoelige habitattype in dit gebied is H6410 (blauwgrasland) en de maximale relatieve bijdrage vanuit het plangebied bedraagt 0,005% van de kritische depositiewaarde van dit habitattype. De depositie op de overige gebieden en habitattypen is nog lager. Deze depositiewaarden zijn dermate laag dat deze als verwaarloosbaar kunnen worden beschouwd. Er zullen geen meetbare effecten optreden. Daarnaast is sprake van een afname in achtergronddepositie die vele malen groter is dan de toename vanuit het plangebied. Er is dus sprake van een netto afname in depositie op de betreffende Natura 2000-gebieden.
Conclusie
Op basis van de voortoets kan worden geconcludeerd dat significant negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen van de Natura 2000-gebieden kunnen worden uitgesloten. Een nadere toetsing in de vorm van een Passende Beoordeling is dan ook niet vereist.
De voortoets is opgenomen in Bijlage 8