direct naar inhoud van 3.1 Rijks beleid
Plan: Buitengebied 2010, wijzigingsplan Lemseloseveldweg 13
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.BUIWPLEMSVELDWEG13-0401

3.1 Rijks beleid

3.1.1 Nota ruimte

De Nota Ruimte, die 27 februari 2006 vastgesteld, bevat de rijksvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. In de Nota Ruimte gaat het daarbij om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij het accent ligt op de ruimtelijke ontwikkeling en de dynamiek en minder op de beperkingen. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte scheppen voor de diverse ruimte vragende functies. De nota heeft vier algemene doelen:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor water en groene ruimte richt zich op behoud en ontwikkeling van natuurwaarden, de ontwikkeling van landschappelijke kwaliteit en van bijzondere ook internationaal erkende, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Tevens is borging van veiligheid tegen overstromingen, voorkoming van wateroverlast en watertekorten en verbetering van water- en bodemkwaliteit van groot belang.

Een belangrijk element in de visie vormt de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS). In de RHS zijn de gebieden en netwerken opgenomen die in belangrijke mate ruimtelijk structurerend zijn voor Nederland. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Ecologische Hoofdstructuur, de Nationale Landschappen en de mainports Schiphol en Rotterdam. Het rijk heeft voor de RHS een grotere verantwoordelijkheid dan daarbuiten. Buiten de RHS stelt het rijk zich terughoudend en selectief op. Hier is het beleid gericht op het waarborgen en zo mogelijk vergroten van de basiskwaliteit. De primaire verantwoordelijkheid voor deze kwaliteit ligt bij de provincies.

Het plangebied is gelegen in de Ruimtelijke Hoofdstructuur, Nationaal Landschap Noordoost Twente. Nationale Landschappen zijn gebieden met internationaal unieke landschappelijke kwaliteiten en, in samenhang daarmee, bijzondere natuurlijke en recreatieve activiteiten. Landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van deze landschappen moeten behouden blijven en waar mogelijk worden versterkt. Uitgangspunt voor het ruimtelijk beleid is 'behoud door ontwikkeling'. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn dus mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap behouden blijven of worden versterkt ('ja, mits'-regime).

De planwijziging is niet in strijd met het nationaal beleid en doet geen afbreuk aan de bovengenoemde doelen.

3.1.2 Waterbeleid

In het jaar 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water vastgesteld. Het doel van deze richtlijn is de vaststelling van een kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater in de Europese Gemeenschap, waarmee:

  • aquatische ecosystemen en de hiervan afhankelijke wetlands en terrestrische ecosystemen voor verdere achteruitgang worden behoed en beschermd en verbeterd worden;
  • duurzaam gebruik van water wordt bevorderd, op basis van bescherming van de beschikbare waterbronnen op lange termijn;
  • bijgedragen wordt aan afzwakking van de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte.

De gevolgen voor de waterhuishouding staan beschreven in paragraaf Watertoets.